Er is onderzoek gedaan dat suggereert dat kinderen natuurlijke altruïstische impulsen hebben. Een Frans-Duitse ARTE-documentaire, ‘Die Revolution der Selbstlosen’, heeft enkele van deze onderzoeksresultaten gedocumenteerd.
De ARTE-documentaire heeft echter ook aangetoond dat altruïstische impulsen snel kunnen ophouden te bestaan als ‘de ander’ niet als vergelijkbaar met zichzelf wordt gezien. In een zogenoemd babylaboratorium werd eerst onderzocht wat de favoriete ochtendgranen van de baby zijn. Vervolgens werden twee handpopjes gebruikt, waarvan er één de favoriete ochtendgranen van de baby leuk vond en de andere de niet-favoriete ochtendgranen van de baby. Toen de baby’s gevraagd werd om te laten zien welke marionet ze het leukst vonden, wezen 8 van de 10 baby’s naar de marionet die hun favoriete ochtendgranen lekker vond.
Hoewel boeddhisten er in het algemeen van overtuigd zijn, en er zijn vele, dat er een basisgoedheid in alle wezens is – we noemen het in het algemeen ‘boeddhanatuur’ in het mahayana boeddhisme – worden de houdingen van bewuste wezens, verbale en lichamelijke handelingen gedomineerd door de verbeelding en het grijpen naar een vals, overdreven gevoel van ‘ik’ en ‘mijn’. Deze ‘valse kijk op het zelf’ en het geloof in de geldigheid ervan verdelen de wereld in een zeer nabije en lieve ‘ik’ en ‘verre anderen’ – met de uitzondering dat als die ‘anderen’ enigszins dienend, vergelijkbaar of nodig zijn voor het welzijn van deze ‘ik’, deze ‘anderen’ als dichtbij of als ‘vrienden’ worden gezien.
Verkeerde kijk
Omdat deze ‘verkeerde kijk op het zelf’ niet gebaseerd is op de werkelijkheid, kan wijsheid, die een basis heeft in de werkelijkheid, die verkeerde kijk op het zelf overwinnen. Omdat wijsheid geworteld is in de werkelijkheid is het ook sterker of krachtiger dan de verzonnen illusies (over het zelf) die waar lijken te zijn hoewel ze dat niet zijn. De ‘verkeerde kijk op het zelf’ leidt natuurlijk tot de perceptie van zichzelf als zijnde belangrijker dan anderen en gebruikt de fenomenen van de innerlijke en uiterlijke wereld om die verkeerde kijk op het zelf uit te werken, te stollen, te reïfiëren, erop voort te bouwen – bijvoorbeeld door identiteiten rond het zelf op te bouwen waar vervolgens sterk aan wordt vastgehouden (gehechtheid). Wat in strijd is met die identiteiten (of het gevoel) van het zelf wordt vervolgens ofwel genegeerd of gevreesd en afkeer oplevert, vijandigheid, boosheid en haat manifestere zich gemakkelijk. Denk maar eens aan voetbal of voetbalwedstrijden en identificeer je met een voetbal- of voetbalteam en de sterke gevoelens die door deze identiteitsprocessen ontstaan. Je kunt racisme ook beschouwen als een uitdrukking van deze mentale processen: de ander heeft een andere huidskleur, een ander type neus of ogen etc., zodat hij of zij ‘anders’ wordt ervaren dan wijzelf. Als gevolg hiervan zal er van nature een gevoel van de ander als ‘vreemd’ ontstaan. Als je niet wilt voortbouwen op dat gevoel – dat niet in overeenstemming is met de werkelijkheid en een potentiële oorzaak van lijden – dan moet dit worden opgemerkt. Als je je bewust bent van dat gevoel, dan zijn er verschillende manieren om ermee om te gaan, bijvoorbeeld gewoon bewust zijn zonder je erdoor te laten meeslepen of je moet het tegengaan met goede redeneringen [wijsheid] of liefde die ervoor zorgen dat de persoon vervolgens dichtbij, kostbaar of dierbaar voor jezelf lijkt.
Het goede is dat we als mens in ieder geval kunnen trainen om dergelijke beperkingen in ons denken en onze waarnemingen te overwinnen. We kunnen ons verkeerde gevoel van het zelf en alles wat we op die verkeerde verbeelding hebben gebouwd in vraag stellen.
We kunnen ons egoïsme in vraag stellen, verlichten of overwinnen en empathie en mededogen of altruïsme cultiveren die in lijn zijn met de werkelijkheid. Welke realiteit? De realiteit dat alle voelende wezens, die net als wijzelf gelukkig willen zijn en vrij van lijden. Liefde, mededogen, niet-schadelijkheid en wijsheid zijn in lijn met die werkelijkheid. We kunnen onze intelligentie gebruiken om de belachelijkheid, beperkingen, verdeeldheid, gekte en pijn, racisme, vijandigheid en haat jegens onszelf en anderen te zien, en dat er geen goede reden is om ons belang boven dat van miljarden bewuste wezens te plaatsen op wie we moeten vertrouwen voor ons eigen welzijn en gemak van lijden en aan wie we alles te danken hebben wat we zijn, inclusief onze kennis, vaardigheden, kwaliteiten, opleiding, banen, taal, lichaam en ons leven zelf.
Zo’n brede visie is niet in strijd met het feit dat we eerst onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen voor ons eigen welzijn, omdat we die taak anders aan anderen delegeren. We kunnen ook leren om voor onszelf te zorgen – voordat we voor anderen zorgen – op manieren die niet ten koste gaan van anderen of egoïstisch zijn. Daadwerkelijk, voor onszelf zorgen en voor anderen zorgen is een wederzijdse afhankelijkheid die ontstaat. Door voor onszelf te zorgen, zorgen we voor anderen. Door voor anderen te zorgen, zorgen we voor onszelf.
Door zichzelf te beschermen, beschermt men anderen. Door anderen te beschermen beschermt men zichzelf. – De Boeddha
Ronald Zanders zegt
Prachtig verwoord, je zal altijd op problemen stuiten als je vastgrijpt aan voorstellingen van een zelf,een permanente zelf ! er is alleen maar een onderlinge afhankelijkheid en drijfveren van het toe-eigenen die weer een vals ik beeld oproept..