In de serie Tweespraak praten Rob en Luuk over een al of niet actueel onderwerp. Vandaag is het thema aandacht. Met aandacht voor praktische oefeningen.
Luuk: Neuropsychologen maken onderscheid tussen drie verschillende hersennetwerken (samenwerkende hersendelen) die betrokken zijn bij ‘aandacht’, namelijk open aandacht-netwerk, gefocuste aandacht-netwerk en Default Modus Network (DMN).
Het open aandacht-netwerk is gericht op het opsporen van gevaren in de omgeving en heeft oog voor wat interessant is met betrekking tot kwaliteitsverbetering van het leven (eten, behuizing, veiligheid). Stel je een jager voor in vroeger tijden, dan is het belangrijk dat die naast het gericht zoeken naar een prooi, ook aandacht heeft voor gevaren in de omgeving. Hij wil niet zelf, op zijn beurt, ongemerkt beslopen worden. Open aandacht en gefocuste aandacht kunnen tegelijk actief zijn en daardoor is het voor mensen mogelijk om geconcentreerd bezig te zijn en tevens de omgeving in de gaten te houden.
Als je niets specifieks aan het doen bent, dan gaan je hersenen in een soort basis modus staan. In deze modus dwalen onze gedachten af, dagdromen we. Deze modus heet het “Default Mode Network ”, afgekort DMN.
Stel je bent aan het mediteren, dan zal het je opvallen hoe vaak je gedachten afdwalen. Gedachten komen op en je kan deze niet met een wilsbesluit stoppen. Gefocuste aandacht en open aandacht onderdrukken het zich opdringende denken van het DMN en dat is ook wat je met meditatie oefent. In het DMN haal je herinneringen op en maak je je voorstellingen over de toekomst, je bent niet in het nu.
Het DMN zit vol met overtuigingen en inperkend geloof over jezelf; dat je niet aan verwachtingen van anderen of jezelf voldoet, dat er niemand is die echt van je houdt, dat mensen egoïsten zijn. Je geheugen zit vol met scenario’s over pijnlijke en gevaarlijke situaties. Een actief DMN uit zich via beelden en gedachten en heeft vaak tot gevolg dat je je gespannen, bezorgd, angstig, gefrustreerd voelt. Dat kan hevig zijn of nauwelijks merkbaar, bewust of onbewust. Een hiermee samenhangende functie van deze standaard modus is dat er een gevoel van een bestaand, concreet -ik- in stand gehouden wordt. ‘Selfing’ wordt dit proces genoemd.
Als je gefocust bent op iets, dan overdenk je het onderwerp, je weegt af, analyseert. Een verschil met het denken in het DMN is dat je er voor kiest. Je neemt afstand van de wereld, ziet de wereld als object. De ervaring is te omschrijven als ik-en-de-wereld en misschien soms wel als ik-tegenover-de-wereld.
Bij open-aandacht ervaar je de omgeving zonder dat er een -ik- beleving is. Jonge kinderen beleven de wereld vaak zo, volwassenen hebben meestal een sterke -ik-beleving. Dat is ook de reden waarom een volwassen persoon zich minder verbonden voelt met de wereld. Bij open-aandacht vallen verleden en toekomst weg en de ervaring is te omschrijven als in-de-wereld-zijn.
Rob: Ik zal proberen mijn psychotherapiemodel van het interne gezin in je gedachtegang in te passen(1). Ik onderscheid drie verschillende zelven in een persoonlijkheid. De volwassene, het kwetsbare kind en het daadkrachtige kind vormen gezamenlijk het interne gezin. We zijn ons over het algemeen niet bewust dat er meerdere -ikken-een rol spelen, we beleven één -ik-.
Je hebt het over een open en een gefocuste vorm van aandacht. De open vorm, in-de-wereld-zijn, zou ik willen toedichten aan het kwetsbare kind in ons. En de gefocuste vorm schrijf ik toe aan het daadkrachtige kind. Je schrijft dat voor het verrichten van taken beide vormen van aandacht gebruikt kunnen worden. Dat regelt in mijn model de volwassene. Die is in staat simultaan oog te hebben voor beide aandachtvormen.
Dit is een ideale staat van zijn, als er niet sprake zou zijn van een ontwikkeld geloof over wie je zou zijn en hoe je tegen de wereld dient aan te kijken. In je ontwikkeling als mens vorm je echter doorlopend hypothesen over hoe de wereld in elkaar zit. We vereenzelvigen ons met deze veronderstellingen, gaan deze als feiten ervaren en dat vormt dan mede onze kijk op onszelf (identiteit) en kijk op de wereld. Waarnemen zonder identiteit is waarnemen zonder oordeel. Waarnemen vanuit een geloof betekent dat je (be)oordeelt.
De westerse samenleving is zo complex dat je je tijdens je ontwikkeling alleen daarom al in bochten moet wringen om te overleven. Je interne kwetsbare- en daadkrachtige kind redden het niet alleen en je opvoeders kunnen niet alles stroomlijnen. Je zal daarom een geloof gaan ontwikkelen, deels aangereikt door anderen. Het geloof bestaat uit hypothesen die we ontwikkelen over onszelf en de wereld, teneinde ons staande te houden. We realiseren ons niet dat we een geloof aangeleerd hebben, we gaan de wereld op die manier zien. Het daadkrachtige kind heeft zich op deze wijze gevormd tot een overlever.
De poging van de overlever om de wereld te begrijpen, ligt dus aan de basis van ons geloof. Onze ervaringen leiden tot beslissingen over onszelf en de ander. Hypotheses en meningen gaan we zien als feiten. Op een gegeven moment realiseren we ons niet meer dat we waarnemen door het venster van ons zelfontwikkeld geloof.
Des te meer we als kind niet bevestigd worden in welkom zijn en veiligheid moeten ontberen, des te meer vervormt het daadkrachtige kind zich tot een overlever. Aan de overlever dicht ik het DMN denken toe. Dit denken richt zich vooral op het verleden en toekomst. Als we ons in het ‘hier en nu’ geconcentreerd met taakgerichte zaken bezig kunnen houden, dan zal het DMN denken op de achtergrond mee zoemen. Als er rust om ons heen is en we niet met iets bezig zijn, dan gaat het DMN denken domineren.
De interne volwassene krijgt te maken met het DMN denken en kan geloven dat hij zelf maalt of piekert, terwijl de volwassene in feite toehoorder is. Dat wordt echter niet zo beleeft. De beleving is dat er één -ik- is en niet meerdere zelven en die -ik- piekert. Het is echter de overlever die piekert en de interne volwassene neemt over wat het daadkrachtige kind/ overlever predikt over wie hij is en wat de buitenwereld voor hem betekent.
Luuk: We kunnen dus drie aandacht-netwerken onderscheiden, waarbij de gefocuste aandacht en de open aandacht tegelijk actief kunnen zijn en het DMN meer zelf aandacht opeist. Meditatie maakt hier gebruik van door te oefenen met focussen en open aandacht. Hoe meer open en/of gefocuste aandacht, hoe minder gepieker. Jouw psychotherapie legt de inhoud van het geloof van de overlever (DMN) bloot.
- Zie eerdere publicaties hierover o.a. in het Boeddhistisch Dagblad.
Piet Nusteleijn zegt
Bedankt voor deze Tweespraak, die voor mij het karakter heeft van “we maken het kloppend, we houden het kloppend”.
Nieuw: de neuro-psychologen. Zij klassificeren het brein. Zij maken ook indelingen.
Naar mijn weten is er Bewustzijn. Meer of minder is er niet.
Dit is één geheel. Voor ons denken is dit niet te bevatten.
Het denken maakt indelingen. Het spitst op. Het betoog in deze tweespraak is daar een goed voorbeeld van.
“Mijn” denken (dat is dus mijn indeling) zegt: je hebt de wereld van het denken en de wereld van het niet-denken.
Die wereld van het niet-denken kan je de naam Aandacht geven.
Met groet.