De kaihōgyō – een zevenjarige marathon van 1000 dagen – is een van de moeilijkste fysieke uitdagingen ter wereld. Zij is zelden voltooid, en van degenen die falen wordt historisch gezien verwacht om zichzelf te doden. Waarom nemen de Japanse boeddhistische monniken deze bijna onmogelijke uitdaging dan toch aan?
Deze marathon kan alleen worden uitgevoerd door boeddhistische monniken die behoren tot de Japanse boeddhistische Tendai-sekte en duurt duizend dagen, verspreid over zeven jaar. De monniken krijgen geen medaille of lintje maar tegen hen wordt gezegd dat ze bij voltooiing een beter begrip van het universum krijgen.
De kaihōgyō vindt plaats op de berg Hiei, die uitkijkt over de oude hoofdstad van Japan, Kyoto. De slopende marathon wordt uitgevoerd in de loop van zeven jaar, met elk jaar een ander regime. In het eerste jaar moet een monnik elke dag 30 kilometer afleggen gedurende 100 opeenvolgende dagen. Ze zijn niet vrijgesteld van werk in de tempel waardoor er weinig tijd overblijft om te slapen. Het parcours is zwaar, de monniken rennen niet alleen elke nacht de 30 kilometer maar stoppen en bidden ook bij de ongeveer 260 verschillende heiligdommen langs de weg.
Monniken die deze dodelijke marathon lopen passeren ook een aantal ongemarkeerde graven uit de 19e eeuw, monniken die zichzelf van het leven beroofden omdat ze de uitdaging fysiek niet waar konden maken. Ze herinneren de hedendaagse deelnemers aan de ernst van kaihōgyō. Aan het einde van het eerste jaar – de eerste 100 dagen – mag een monnik zich nog terugtrekken. Als ze echter besluiten om op de 101e dag van de marathon verder te gaan mogen ze niet meer stoppen. Als ze falen eist de traditie dat ze hun eigen leven nemen. De berg Hiei ligt bezaaid met graven van monniken die de uitdaging niet aankunnen, maar geen enkele dateert van later dan de 19e eeuw.
Als de monnik ervoor kiest om door te gaan, is het patroon van de marathon de komende twee jaar lang net als het eerste jaar: 30 km per dag gedurende 100 opeenvolgende dagen, biddend bij heiligdommen in de hele berg, en het verzorgen van hun taken in de tempel. Vervolgens moet de monnik voor het vierde en vijfde jaar gedurende 200 opeenvolgende dagen 30 km per dag afleggen. Daarna volgt misschien wel het moeilijkste aspect van deze praktijk.
Na het vijfde jaar van de marathon moet de monnik de dōiri uitvoeren, een afmattend negendaags ritueel. Dat bestaat uit een periode van negen dagen zonder voedsel, water en slaap. De monnik zit in een tempel op de berg Hiei non-stop een mantra te reciteren. Twee andere monniken zijn bij hem en zorgen ervoor dat hij niet in slaap valt.
Als monniken erin slagen om deze beproeving te doorstaan, dan kunnen ze aan het zesde jaar van kaihōgyō beginnen. Gedurende 100 opeenvolgende dagen moet de monnik 60 km lopen. In het zevende en laatste jaar moet de monnik de eerste 100 dagen elke dag 84 km afleggen, waarna de lengte de rest van het jaar afneemt tot ‘slechts’ 30 km per dag. Tegen het einde van de zeven jaar heeft de monnik ongeveer een afstand gelopen die gelijk is aan de omtrek van de aarde.
De krankzinnige mentale en fysieke inzet die nodig is om de kaihōgyō te voltooien, maakt het tot een van de meest uitdagende taken in de wereld. Deze prestatie is zo moeilijk dat slechts 46 monniken sinds 1885 de marathon hebben voltooid.
Waarom gaan monniken deze uitdaging aan?
De meeste lopers trainen voor hun marathons, maar met kaihōgyō is dit principe omgekeerd – de marathon zelf is in plaats daarvan het trainen van de monnik om verlichting te bereiken. De veeleisende fysieke en mentale taken die met kaihōgyō worden geassocieerd zijn bedoeld om inzicht te geven in de vergankelijke, lege natuur van het lichaam en het zelf.
Tijdens de negendaagse periode van dōiri in het midden van kaihōgyōgyō sterft de monnik symbolisch. Nadat ze uit deze staat van pseudo-dood zijn gekomen, worden ze herboren, een schone lei voorstellend met een nieuw begrip van de tijdelijke aard van het leven en het zelf. Uiteindelijk is het doel van kaihōgyō het trainen van monniken in hoe ze anderen tot ontwaken kunnen brengen.
Horan zegt
De naam van de berg is Hiei.
We hebben de naam van de berg veranderd in Hiei.
redactie BD
Piet Nusteleijn zegt
Complete waanzin dus…
Een beetje oefening is nog daar aan toe…
Een gewone marathon, 42km. en 195 meter, moet nog wel kunnen.