De Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han noemt onze tijd “de hel van het gelijke”. Daarmee bedoelt hij een samenleving waarin alles op elkaar begint te lijken: mensen, meningen, emoties — zelfs verlangens. In de schijn van vrijheid zijn we verslaafd geraakt aan zichtbaarheid, prestaties en zelfoptimalisatie. Alles moet productief en nuttig zijn. Intimiteit is handelswaar geworden, zelfs onze kwetsbaarheid wordt in de media vermarkt. Zo verliezen we niet alleen elkaar, maar ook onszelf.
Centraal in het denken van Han staat het verdwijnen van de Ander. De mens is in zichzelf gekeerd, geobsedeerd door presteren, produceren en consumeren. Wat ons rest, is een uitputtingsmaatschappij waarin de ander slechts een spiegel is van ons eigen streven. Tegen deze leegte plaatst Han iets radicaals: inactiviteit. Luiheid niet als gebrek aan wilskracht, maar als daad van verzet. Het nietsdoen als ruimte waarin de ziel weer op adem kan komen. “Rust is de kern van de schepping,” schrijft hij. In die rust ontstaat ruimte voor ontmoeting, voor spel, voor het vieren van het leven. Niet het efficiënte leven, maar het zinvolle, het feestelijke — het gedeelde leven.
Maar zelfs wanneer we stilzitten, blijven we innerlijk actief. Onze gedachten razen door: over wat moet en niet moet, over straks, later, morgen. We leven vooruit, proactief, altijd alert. Nooit werkelijk aanwezig. Maar juist in het hier en nu, in echte aandacht, ontstaat ontmoeting — met de ander, met onszelf. Daar bloeit verbondenheid. En in verbondenheid ligt vervulling.
Het lawaai in ons hoofd laat zich niet zomaar uitschakelen. Het is als een verslaving: de constante stroom gedachten die ons wegleidt van het moment. Leren je te onderscheiden van wat je denkt — niet te zijn wat je denkt — vraagt oefening en tijd. Het is een beweging van identificatie naar gewaarzijn. Of, eenvoudiger gezegd: oefenen in aanwezig zijn — zonder af te dwalen, zonder te oordelen, met vriendelijkheid.
In onze ontmoetingsplek voor mensen van 60 jaar en ouder zien we dit verlangen dagelijks. Mensen komen niet om iets te bereiken, maar om samen te zijn. Om gezien te worden, juist wanneer er niets bewezen hoeft te worden. Soms begint het met een kop koffie, een wandeling of een potje jeu de boules. Een schouderklop. Een stil gesprek. Kleine dingen, grote betekenis.
Maar zelfs daar kan het ego stilletjes weer de leiding nemen. Ogenschijnlijk is er geen ander doel dan samenzijn, maar we zijn soms vergeten wat dat werkelijk betekent. Dan raken we verstrikt in ons eigen verhaal, en wordt de ander onbedoeld publiek. Zo verschuift ontmoeting ongemerkt naar projectie — terwijl het verlangen naar verbinding juist de reden was om samen te komen.
Community building is geen project, maar een houding. Het is ruimte maken voor ontmoeting zonder doel. Voor luisteren zonder oordeel. Voor verhalen die niet gedeeld hoeven te worden op een scherm, maar mogen ontstaan in de stilte tussen mensen. Daar, in die aandachtige traagheid, gloort het feest van het mens-zijn. Daar herinneren we ons dat we niet losstaan van het leven, maar er middenin bestaan.
En misschien — heel misschien — is het juist een van de grootste narcisten van onze tijd, Donald Trump, die de neoliberale levenswijze uiteindelijk laat imploderen. Niet omdat hij haar bestrijdt, maar omdat hij haar tot het uiterste doorvoert. Trump ís het doorgeschoten ego: de man die alles bezit en geen last heeft van empathie, die alles uitvergroot wat deze tijd kenmerkt — spektakel, dominantie, zelfverheerlijking, schijnvrijheid.
Maar hij is geen held, en ook geen schurk. Hij is een uiting van een bredere dynamiek waarin het ego en het machtsspel de boventoon voeren. Zijn team gelooft werkelijk dat het vecht tegen corruptie en voor herstel van democratie — maar raakt ondertussen net zo verstrikt in machtsdenken als hun tegenstanders. Het gaat allang niet meer om verbinding of gemeenschap, laat staan om waarheid of gerechtigheid. Het gaat om wie de macht krijgt. En daarmee wordt ook het verzet een spiegel van wat het zegt te willen bestrijden.
Misschien voert deze tijd het narcisme zo ver door dat we het eindelijk gaan doorzien. Dat we er collectief kotsmisselijk van worden — van hem, en daarmee van onszelf. En dat we in die walging wakker worden. Niet om nog een nieuwe leider te zoeken, of een nieuwe oplossing, maar om het kampvuur weer aan te steken. Om ons opnieuw tot elkaar te verhouden, traag en tastend. Als mensen, als gemeenschap.
Wie weet: pas als het ego leert meebewegen in plaats van overheersen, kan het leven zich weer verdiepen.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Dick van der Vlugt zegt
Het stuk verhaalt van de homeopathische geneeswijze: voeg wat extra toe van het gif, zodat het lichaam actief aangezet wordt tot een effectieve tegenreactie. Het is de eerste positieve duiding van een ernstig tijdsverschijnsel, wat mij wel helpt om ermee te leven. Zoals een vader tegen zijn zoon kan zeggen: zuip jij je maar een keer ongans, dan heb je weer wat geleerd. (Hopelijk)