Een actieve vervolging door het Openbaar Ministerie van daders van seksueel misbruik, meer deskundigheid in politieteams over deze delicten en een groter inzicht in de gevolgen voor slachtoffers- en zwaardere straffen voor deze daders, zou de aangiftebereidheid van deze slachtoffers mogelijk kunnen vergroten. Die is nu bijna nul.
Ook een register waarin alle boeddhistische leraren in Nederland staan ingeschreven- en bij misbruik uit geschrapt kunnen worden, alsmede een verklaring omtrent het gedrag (bewijs van goed gedrag in de volksmond) van deze leraren, zou in ieder geval het gevoel van veiligheid van boeddhistische studenten in de sangha’s kunnen vergroten. ‘Mensen wanen zich veilig in Nederland, maar moeten alert blijven op gevaarlijke situaties en leraren die door anderen op het schild worden gehesen en in een machtspositie terecht komen. Dit soort maatregelen kan mensen helpen alert te worden’, zegt Ferda van Benthem, advocaat en als mediator begeleider van slachtoffers in letselschadezaken, onder wie slachtoffers van seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke kerk.
Het is opvallend hoe weinig zaken van seksueel misbruik door leraren of anderen binnen de boeddhistische gemeenschap door het Openbaar Ministerie worden opgepakt en bij de rechter terecht komen. Waarom doen die slachtoffers geen aangifte, gaat Justitie niet tot vervolging over en verdwijnen de daders van deze ernstige delicten niet achter de tralies?
Van Benthem: ‘Het doen van aangifte is voor het slachtoffer van een seksueel misdrijf een enorme stap, slachtoffers moeten een hoge drempel over om hun verhaal te doen en er mee naar buiten te komen. Ik zag dat bij slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Katholieke kerk, mannen van vijftig, zestig, zeventig jaar oud uit alle lagen van onze samenleving, die nog steeds moeite hadden, om zelfs in een vertrouwde omgeving met onder andere mediator Liesbeth Stam, een ervaren seksuoloog, te praten over wat er in hun kindertijd gebeurd is. Als slachtoffers aangifte doen moeten ze hun hele verhaal opnieuw vertellen.
Bij de politie heerst vaak een houding van: “zou je dat jezelf wel aandoen, het is een een tegen een verhaal en misschien moeilijk te bewijzen.” Het is aan de orde van de dag dat zo’n drempel wordt opgeworpen. De politie is in het algemeen ook niet deskundig bij het opnemen van aangiften van van seksuele misdrijven, nu de zedenpolitie als instituut is opgeheven. Al kan je als slachtoffer nog wel vragen om een zedenrechercheur. Er is ook weinig tijd om de aangifte op papier te zetten, te bespreken met het slachtoffer. Misschien een paar uur. Daarom zal de politie het doen van dit soort aangiften niet aanmoedigen.’
Dus zo blijven de daders onbestraft?
Van Benthem: ‘Er speelt ook nog iets anders waardoor slachtoffers afgeschrikt worden om aangifte te doen. Door de rechtbank wordt zo’n zaak in openbaarheid behandeld. Mensen zien je gezicht en je ziet ze denken: waarom zat je bij die sekte? Moet je kijken hoe ze zelf erbij zit. Er wordt al snel over je geoordeeld. Je hebt als slachtoffer spreekrecht maar een dader mag daar op reageren in de rechtszaal. In het proces-verbaal leest hij wat het slachtoffer heeft verteld bij de politie. Bij een verkeersongeval, als er een kind overleden is, hebben slachtoffers al moeite om hun emotie te verwoorden. Hoe erg is het als je lichamelijke integriteit is aangetast, en je daar over moet verklaren, zelfs in een intieme relatie hebben mensen al moeite hierover te praten.’
‘In de Rooms-Katholieke kerk was er na al die schandalen een sfeer van, nou moet het maar eens afgelopen zijn, we gaan over tot de orde van de dag. Het ging daar ook niet over vervolging van de dader. Dat is ook een punt dat speelt. Wat win je ermee als een dader wordt veroordeeld en wat voor schade loop ik zelf op. Je zal maar solliciteren bij iemand die je een week er voor in de rechtbank tegen bent gekomen.’
En zo viert straffeloosheid hoogtij?
Van Benthem: ‘ We houden met z’n alleen een systeem in stand, op allerlei gebied. Slachtoffers van seksueel misbruik moeten vaak elders hun heil zoeken, in blijf-van-mijn-lijf-tehuizen, moeten vluchten, terwijl de dader gewoon thuis blijft. Het zit zo diep in onze maatschappij om slachtoffers zo te beoordelen. Ze zullen het er wel naar gemaakt hebben door hun korte rokjes en zo. Terwijl een seksueel misdrijf, zoals een verkrachting, een van de meest ernstige misdrijven is, misschien wel het ernstigste. Bij moord komt er een eind aan het leven. Slachtoffers van seksueel misdrijf dragen de gevolgen hun hele leven lang mee. We hebben niet in de gaten hoe erg de impact is. Incestplegers komen er vaak vanaf met drie maanden voorwaardelijk of een werkstraf. Ik merk dat rechters zwaarder straffen als mannen slachtoffer van seksueel misbruik zijn. Deze wetenschap speelt mee om wel of niet aangifte te doen.’
De media staan vol over seksueel misbruik in de boeddhistische wereld. Slachtoffers vertellen over hun verschrikkelijke ervaringen met een leraar en hebben soms ook wel contact met de politie. Waarom gaat het OM op basis daarvan niet tot vervolging van de dader over?
Van Benthem: ‘Het is nog steeds een zogenoemd klachtdelict. De keuze voor vervolging wordt bij het slachtoffer gelegd, juist vanwege de intieme details. Dat lijkt aardig van Justitie, maar als zo’n slachtoffer naar de politie stapt, is er al vaak een lange periode van aarzeling en twijfel over het nut daar van overheen gegaan. En is hij of zij bereid daar consequenties aan te verbinden. Maar bij de politie krijgt het slachtoffer opnieuw te maken met een drempel, is er zelfs sprake van een bedenktijd. Ik vind dat het OM, als zij kennis heeft van zedenmisdrijven, zelf en eigenstandig tot vervolging van de dader moet kunnen overgaan. Daarvoor is een wetswijziging nodig, dat is aan de politiek.’
U pleit voor een zwaardere bestraffing van daders van seksuele misdrijven. Terwijl deskundigen het er over eens zijn dat zware straffen niet helpen, hun doel voorbij schieten.
Van Benthem, aarzelend: ‘De daders zijn dan in ieder geval van de straat af, er gaat ook een preventieve werking van uit. Al kun je je dat afvragen in gevallen van seksueel misbruik. Eigen genot en bevrediging staan bij de dader voorop. Hij trekt zich van niets of iemand iets aan. Er is ook een moreel aspect. Als maatschappij vinden we dat deze misdrijven streng moeten worden bestraft, aangepakt. Maar dat vinden we niet terug in de strafmaat. Dus toch maar hogere straffen en een goede begeleiding van het slachtoffer.’
‘Ik adviseer slachtoffers altijd naar de politie te stappen en aangifte te doen. En licht ze ook voor over de gevolgen die dat kan hebben. Ik ken uit mijn praktijk twee gevallen waarin dat wel goed uitpakte. De politie zou ook actiever op moeten treden. Elk politieteam zou een specialist moeten hebben die ter zake kundig is.’
Binnen het boeddhisme zijn ook mannen slachtoffer van seksueel misbruik door leraren. Sogyal Lakar (Sogyal rinpoche) wordt ervan beschuldigd mannen en vrouwen tot seksuele handelingen te hebben gedwongen. Iedereen mag zich boeddhistisch leraar noemen. Als ik morgen een oranje kleed aantrek heb ik zo volgelingen. Zou een register helpen waarin boeddhistische leraren zich moeten laten inschrijven. En nagetrokken wordt of ze van onbesproken gedrag zijn.
Van Benthem, aarzelend, zoekend naar een juiste formulering. ‘Zou dat uitmaken, denk je. Volgelingen zullen toch ontkennen dat zo’n leraar niet deugt, ook al blijkt het tegendeel. Maar het zou helpen om in een openbaar register te kunnen nazien of zo’n leraar geregistreerd staat of uit zo’n register geschrapt is. Iets mispeuterd heeft. Ook een verklaring omtrent het gedrag (zoals bij gewone docenten vereist is JH) zou een preventief effect kunnen hebben. Maar het zijn de volgelingen die het best in staat zijn om over het gedrag van zo’n leraar te oordelen. Maar dat vereist inzicht en wijsheid.’
rien zegt
Misbruik komt helaas in bijna alle geloofsgemeenschappen voor. In kerken en “sekten”, wat dat ook mogen zijn. Het is in de eerste plaats al ontzettend moeilijk om uit te treden.
Uit de organisatie waar je vrienden zitten, waar je je ziel en zaligheid en je geld hebt gestopt. Je staat op straat en je kent vaak bijna niemand meer. En om dan nog eens je misbruikt zijn aan te kaarten: heel moeilijk, omdat in eerste instantie niemand je gelooft.Je wilt er niet meer aan denken, en dan zeker niet een proces aanspannen dat jaren kan gaan duren, met soms een ongewisse uitkomt. Er is in ons land vrijheid van godsdienst. Mensen mogen dus in de meest baarlijke onzin geloven, en rustig springen van gereformeerd vrijgemaakt naar rigpa, of vrijzinnig protestant naar rigpa. De Geest waait waarheen Hij/Zij wil. Alleen jammer dat de overheid dit met een ANBI-status nog meer in stand houdt, en ook met alle religie-scholen. We leven in 2017, toch? Voor meer voorbeelden zie http://www.religienu.nl
zeshin zegt
Ik heb mijn opleiding gehad in een klooster waar zowel vrouwen als mannen waren. Ik weet dat daar huwelijken uit voort gekomen zijn. Verder heb ik nooit iets gemerkt van andere seksuele escapades, maar die zullen er vast wel geweest zijn. Terug in Nederland werd mij gevraagd om meditatielessen te geven. Ik heb toen weloverwogen vrouwen geweigerd maar dit werd mij niet in dank afgenomen.
Toen ik een paar jaar later wat steviger in mijn schoenen stond heb ik ook vrouwen toegelaten. Dit omdat ik in een gemengde school(Klooster) mijn opleiding heb gehad. Het was een uitzonderlijk klooster wat min of meer buiten het instituut stond waartoe het behoorde en haar eigen koers bepaalde. Er was wel een verschil tussen mannen en vrouwen, vrouwen waren van sommige zaken buitengesloten. Zij mochten bijvoorbeeld niet mee op bedeltocht en waren van bepaalde ceremonies buitengesloten. De meeste andere kloosters in Japan waren niet gemengd. (Ik heb het over de tachtiger jaren). Inmiddels zijn er in Nederland tientallen vrouwelijke leraren en een beproefde methode om deel van seksuele mistanden te beperken is als vrouwen voor een vrouwelijke leraar kiezen, en een man kan natuurlijk voor een mannelijke leraar kiezen. Ik denk dat zo’n keuze schade en leed iets zullen verminderen. Ik denk niet dat misbruik te roeien is, het is iets wat in dit leven verweven zit. Uiteraard wens ik niemand toe om misbruikt te worden, ik bedoel dan ook elke vorm van misbruik.
Het enige wat er tegen te doen is, is zelf,in welke vorm dan ook geen misbruik te plegen, .
Met respect voor de lezer
Hongaku Zeshin
G.J. Smeets zegt
@Joop
“Alleen het vooruitzicht van een gevangenisstraf zal toekomstige daders afschrikken. Het begin van dat proces, dat onderzoek, hebben de slachtoffers zelf in de hand.”
Daarom heet zoiets een klachtdelict. D.w.z. de keuze voor vervolging ligt wettelijk niet bij het Openbaar Ministerie maar bij het slachtoffer, juist vanwege de intieme details.
Het is juridisch duidelijk maar psychisch enorm complex. Want wie zich als volwassene door een leraar in het boeddhistische pak heeft laten naaien schaamt zich achteraf natuurlijk rot om z’n onnozelheid, nog los van het trauma misbruikt te zijn.
@Zeshin
“Ik denk niet dat misbruik te roeien is, het is iets wat in dit leven verweven zit”
Dat denk ik ook. Maar feit is evengoed dat bij (machts)misbruik in een boeddhistische kring de andere kringen er steevast het zwijgen toe doen. Sociale controle zero, het is horen zien zwijgen. Dat klopt niet en het deugt niet.