De Verenigde Naties heeft hulpverleners in westelijk Birma gewaarschuwd voor toenemende vijandigheid en dreigende protesten in de onrustige Rakhine staat door nationalistische boeddhistische monniken. De boeddhisten beweren dat deze organisaties steun verlenen aan militante moslims binnen de Rohingya gemeenschap in Birma.
Er is een verhoogde kans op burgerlijke onrust en de mogelijkheid op demonstraties bij hulpbureaus van het VN-agentschap in de staat, die gepaard kunnen gaan met geweld. Via de sociale media worden door boeddhistische hardline elementen, zoals de VN ze noemt, uitermate vijandige geruchten verspreid over steun aan moslims door de VN.
Ongeveer 1,1 miljoen Rohingya moslims wonen in Rakhine, maar zijn verstoken van het burgerschap en onderwijs en basis voorzieningen. Ongeveer 120.000 moslims verblijven in kampen na de dodelijke onlusten in 2012. In oktober 2016 doodden Rohingya militanten negen politieagenten aan de grens. Er zijn beschuldigingen van verkrachting, moorden en martelingen door de regeringstroepen.
Myanmar leider Aung San Suu Kyi weigert visa te verlenen aan VN-onderzoekers die de beschuldigingen willen onderzoeken. De spanningen nemen toe nadat in juli zeven boeddhisten werden gedood in de bergen in de buurt van Maungdaw, in het Noorden van Rakhine staat. De regering zegt dat moslim-extremisten verantwoordelijk zijn voor deze en andere moorden.
Rakhine-monniken en gemeenschapsleiders ontmoetten elkaar op zondag in Sittwe en drongen er bij de regering op aan om de veiligheid van niet-islamitische burgers, die de minderheid vormen in het Noorden van Rakhine, staat te garanderen.