Een trap zonder treden
En zo mijmeren we op de plaats verder, van niemendal naar niemendal.
Onbegrensd is het koninkrijk der zwervelingen, en nergens is het niet.
Om terug te komen op de vraag die nog steeds open staat: wat is de geest die bij de armen van geest zozeer door armoede is getekend dat hen het koninkrijk der hemelen toekomt?
Sta mij toe een balletje op te gooien, niet te hoog, zonder boog, zodat je het des te eenvoudiger weg kunt slaan.
‘Geest’ is niet een of andere metafysische, kosmische, biologische, esoterische, theologische, spirituele, filosofische of psychologische entiteit, maar gewoon een ander woord voor je gedachten.
Zalig zijn de armen van geest, zij laten zich niet langer leiden door hun gedachten.
Wanneer laat iemand zich niet langer leiden door zijn gedachten, zelfs niet door de gedachte dat hij zich niet langer laat leiden door zijn gedachten?
Als hij het heilige geloof in zijn innerlijke stem is kwijtgeraakt – in het vertoog, in die onophoudelijke stroom van woorden, gelezen, gehoord, zelfbedacht, herinnerd gehallucineerd, gedroomd, inclusief deze.
Als hij zijn innerlijke stem niet meer als de zijne beschouwd en niet meer als de Zijne en niet meer als vertolker van de Waarheid of zelfs maar van de waarheid.
Als hij eindelijk kan lachen om zijn innerlijke stem, zijn innerlijke wijsheid, zijn innerlijke goeroe, zijn innerlijke ouwehoeroe, als om een jonge hond, een dronken lorre, een borrelende buik, een oude kont.
Zalig zijn de armen van geest, zij lachen om hun wijsdom.
Iemand die zich niet langer laat leiden door zijn gedachten, ook niet door deze, bejegent meningen, oordelen, onderscheidingen, overtuigingen, manifesten, pleidooien, ideeën en idealen ongeacht hun bron met Groot Ongeloof.
Deze ook.
Niet moedwillig, niet methodisch, niet met een bepaald doel voor ogen, niet met het oog op doelloosheid, maar blindelings, vanuit een onwankelbaar vertrouwen.
Zalig zijn de armen van geest, zij vertrouwen op hun wantrouwen.
Groot Ongeloof betekent natuurlijk niet dat je niet in God gelooft, het betekent niet dat je niet in de Boeddha gelooft, het betekent niet dat je in atheïsme gelooft, in agnosticisme, anatman, nihilisme, sunyata, scepticisme, defaitisme, fatalisme.
Het betekent niet dat je in Groot Ongeloof gelooft.
Groot Ongeloof betekent alleen maar dat je niet meer in je gedachten gelooft.
Ook niet in deze.
Zalig zijn de armen van geest, zij zijn voorbij geloof en ongeloof.
Deze tekst maakt deel uit van Zalig zijn de armen van geest, een serie over de zaligsprekingen in de Bergrede van Jezus.