Toen ik negenentwintig jaar geleden voor de tweede keer naar het klooster Bukkoku-Ji in Japan ging heb ik een dagboekje bijgehouden. Het is geen dagboekje dat bedoeld was voor publicatie. Intimi die ik het boekje liet lezen wilden er graag een kopie van hebben, wat uiteindelijk heeft geresulteerd dat het nu op het Wereldwijde Web van Verwarring staat. Privézaken heb ik buiten deze publicatie gehouden. Soms schreef ik maar één enkele zin, het is in een soort stenostijl geschreven en is uiteraard behoorlijk gedateerd.
8-4-87
De sesshin is voorbij.
Ik heb zo’n spijt dat ik niet heb kunnen los laten.
De deur stond wagenwijd open en ik ben niet naar binnen gegaan. Als een angstig gefrustreerd jongetje stond ik voor de deur en durfde mijn bagage niet achter te laten, te veel gehecht aan wat lompen en een zak met botten.
9-4-87
Ik weet niet wat ik op moet schrijven. Het is zo’n chaos in mijn hoofd.
Ik voel me vreemd en krijg een soort geestelijk orgasme als ik de grote bel (bonsho) hoor, en hetzelfde heb ik bij de gong in de tempel.
Er wordt wel eens gezegd dat een klok een stem heeft, nou, die hoor ik.
Ach ik weet niks meer. Ik heb een soort schaamtegevoel. Ik heb het idee dat ik hier een storend element ben zonder het zelf te beseffen, alsof ik in een andere wereld leef dan de rest. Onbegrepen, alleen, kortom gek.
Terwijl ik mijzelf toch niet gek vind.
Ik wordt hier ook de crazy dutchman genoemd.
Mijn hoofd zit vol ideeën over zen, maar ik begin aan alles te twijfelen. Volgens het boeddhisme is alles wat we zien illusie.
Alles is hier omdat wij het wensen.
Dus alles wat er gebeurt, dat wil ik zelf.
Daar kan ik iets mee, hier kan ik vertrouwen uit halen.
Ik zal mijzelf toch geen kwaad doen.
Zo, dus alles wat er om mij heen gebeurt, doe ik zelf.
10-4-87
Ik ben opnieuw geboren
Ik geloof dat ze dat
kensho noemen
Ik hou van iedereen
25-4-87
OK, OK, OK, nu 3 weken later is alles weer zo gewoon als een kopje thee met beschuit, niks kensho, je was gewoon even out of your mind, dat kan toch gebeuren, niet?
27-4-87
’s Morgens wordt er tot na het ontbijt niet gesproken, maar wel stiekem gegniffeld. Niets vermoedend doe ik mijn sutraboek open, valt er een zeer kleurig papiertje uit met de tekst: Happy Birthday. Mijn verbaasde gezicht brengt heel wat gniffels teweeg.
Ik pak mijn etenskommen uit aan tafel, en op de bodem van mijn etenskom wederom een briefje met de tekst Happy Birthday. Nog meer gegniffel.
Nagaoka-San heeft mij vanmiddag stiekem mee uitgenomen, ik heb mijzelf volgevreten, en veel te veel plezier gehad.
Ik schaam mij, ik ben een slechte leerling (gniffel, gniffel, gniffel).
28-4-87
Over 3 dagen begint de volgende sesshin. Ik ben er bang voor.
Ik heb een briefje in mijn kamer opgehangen, waarop staat: Don’t worry, Buddha zorgt voor je.
Waar een mens al geen houvast in zoekt.
29-4-87
Vanavond start de sesshin.
Ik weet niet wat ik ervan moet denken.
Het wordt spannend, vanochtend was Dokusan erg aangrijpend.
Ik heb een beetje last van mijn benen, nou, dat zal wel erger worden.
Het wordt erg druk. Er komen meer dan 40 mensen.
Ik hoop dat ik de sesshinkoorts uit mijn hoofd kan houden.
18.00 u.
Ik ben nerveus.