We willen allemaal gelukkig zijn. Maar wat als precies dat jagen op geluk ons ongelukkig maakt?
Vroeger wensten de mensen mekaar ‘het gelukkig zijn’ toe; vandaag is het iets waar steeds meer en meer mensen zelf op zoek naar zijn, naar streven. Er verschijnen nu meer zelfhulpboeken dan ooit. Het zijn echte bestsellers geworden, big business. Betekent dit dan ook dat ‘geluk’ werkelijk te koop is? Heb de waarheid niet in pacht, maar dit lijkt me hoogst onwaarschijnlijk.
Een eerste vraag is natuurlijk hoe je ‘geluk’ definieert. Heel wat mensen associëren geluk met het ervaren van positieve gevoelens. Vaak heeft dat te maken met de (al dan niet onmiddellijke) bevrediging van behoeften. Dit kan bijvoorbeeld een tas koffie in de ochtend zijn waarnaar je zo verlangt, eindelijk die laatste nieuwe gsm waar iedereen het over heeft, een bepaald kledingstuk dat in de etalage naar je knipoogde, …
Je zou dit de ‘hedonistische’ visie op geluk kunnen noemen: genot is het hoogste goed. Je zou jezelf de vraag kunnen stellen of dit soort geluk nastreven wel zo’n nuttig doel is. Is het niet immoreel als geluk betekent dat je je behoefte bevredigt mogelijks ten koste van anderen?
Daarnaast is er de ‘eudemonische’ visie op geluk. Deze term werd door Aristoteles ontwikkeld als het einddoel van zijn deugdethiek. Het is een gevoel van gelukzaligheid dat je kunt bereiken door verstandig te kiezen hoe je handelt, gecombineerd met fysieke uitmuntendheid. Je hebt een doel dat voor jou zinvol is en daar werk je naartoe.
De eerste versie van geluk draait vaak rond navelstaren; de tweede kijkt veel meer naar de ander. We zijn immers niet gelukkig op onszelf, maar samen met én door anderen. Geluk heeft hier veel te maken met specifieke relaties die we met specifieke personen hebben. Bijvoorbeeld het geluk dat een ouder kan hebben als die z’n kinderen ziet spelen en beseft dat zij gelukkig zijn. Herkenbaar?
Het zal je niet verbazen, maar geluk en de mogelijkheid om gelukkig te zijn, zijn niet noodzakelijk eerlijk verdeeld. Studies tonen aan dat zogenaamd ‘positief affect’ sterk verbonden is met hoe extravert iemand is. Met andere woorden, hoe neurotischer hoe kleiner de kans op geluk. Als dat waar is, heb ik wel een probleem.
Psychologen hebben de voorbije 10 jaar intensief gekeken naar de invloed van eudemonisch versus hedonistisch geluk op iemands fysieke en psychische gezondheid. Symptomen van depressie, paranoia en psychopathologie zijn in deze periode sterk toegenomen. Volgens onderzoekers van de San Diego State University heeft de nadruk op materialisme en status (hedonistisch geluk) daar zeker iets mee te maken.
Je kunt altijd meer dingen nastreven of hoger op de ladder willen klimmen, maar daar hou je mijn inziens een chronisch gevoel van ‘niet genoeg’ aan over. Vriendschap bijvoorbeeld bekijken we heel anders. We kunnen van onze vrienden genieten, maar denken doorgaans niet dat we onze vriendenkring voortdurend moeten uitbreiden. En dan heb ik het niet over Facebook-vrienden!
Alzheimer ontwikkelen
Opmerkelijk is een artikel van David Bennet, hoofd van het Alzheimer Disease Center in Chicago. Hij toonde aan dat mensen die geen duidelijk doel in het leven (meer) hebben, dubbel zo vaak geneigd zijn om alzheimer te ontwikkelen. Toch wel iets om over na te denken.
Wie gaat voor snel en hapklaar geluk op korte termijn zal uiteindelijk vooral gefrustreerd worden. Soms is het net die focus op geluk – dat altijd net buiten handbereik lijkt te liggen – die ons vaak ongelukkig maakt. We hebben het idee dat geluk iets is dat ‘vanzelf’ komt als we er maar voldoende op gericht zijn. Als we maar hard genoeg ‘willen’ dat we kankervrij zijn of promotie maken, dat dit ook wel zal gebeuren. Positief denken is prima, maar niet als het betekent dat we blind moeten zijn voor de problemen om ons heen. Soms staat de waarheid geluk in de weg.
De waarheid is dat we niet altijd gelukkig kunnen zijn in dit leven. Je suf studeren, om drie uur ’s nachts opstaan voor een ziek kind, elk vrij moment bezig zijn met verbouwingswerken, … geen mens die daar echt gelukkig van wordt. Maar dat geluksgevoel is er wel als we dat diploma halen, ons kind z’n eerste stapjes zet, we eindelijk in ons eigen huis kunnen trekken, … Soms moet je ‘investeren’ voor later. Dat is niet altijd even aangenaam, maar geeft wel een gevoel van voldoening, van te proberen de beste versie van jezelf te zijn. De zaken die echt van belang zijn, maken niet noodzakelijk gelukkig op de korte termijn.
En zijn het uiteindelijk niet net ervaringen die pijn doen die ons het meest kunnen leren, die ons doen groeien en ons leven diepgang kunnen geven?
Onbereikbaar
Volmaakt geluk is – misschien gelukkig maar – onbereikbaar. Als het haalbaar was, zouden we er ook onwetender, oppervlakkiger en egoïstischer door worden. Niet? Niemand is graag ongelukkig, maar het is wel een (noodzakelijk) deel van ons leven. Als we dat zouden aanvaarden, zouden we al een pak gelukkiger kunnen zijn.
Laat het duidelijk zijn: er is niets mis met gelukkig (willen) zijn. Gelukkige mensen zijn socialer en hebben meer energie. Het is wel belangrijk om te beseffen dat geluk niet altijd haalbaar is. En dat het beter geen doel op zich is. Besluiten vrijwilligerswerk te doen omdat het eudemonisch geluk stimuleert bijvoorbeeld, zal je niet gelukkiger maken, vrees ik. Je stapt er met de verkeerde bedoelingen in.
Geluk zit in mensen en niet in dingen. Investeren in relaties en projecten die jou voldoening geven, levert wellicht wel resultaat op. Beter is het om je te focussen op je doelen in plaats van op je geluk. Je kan beter genieten van de weg ernaar toe. Of zoals Nietzsche stelt: we kunnen alleen maar gelukkig worden als bijproduct van iets anders.
Veel geluk!
Lammert Huizinga zegt
Abt Muho van Antaiji heeft een mooie verhandeling geschreven over ‘geluk’. Deels in het Nederlands
E. Hendriks zegt
Binnen de traditie van Thich Nhat Hanh gaat de tweede Aandachtsoefening over Werkelijk geluk. Onderstaand een stukje uit deze aandachtsoefening:
“Ik wil diepgaand leren kijken zodat ik kan zien dat het geluk en lijden van anderen niet verschilt van mijn eigen geluk en lijden. Dat werkelijk geluk niet mogelijk is zonder begrip en mededogen en dat het najagen van weelde, roem, macht en zintuiglijk genot veel lijden en wanhoop kan veroorzaken. Ik ben me er van bewust dat werkelijk geluk afhangt van mijn geestelijke houding en niet van uiterlijke omstandigheden en dat ik hier en nu gelukkig kan zijn door te beseffen dat er in en om mij heen genoeg voorwaarden zijn om gelukkig te zijn.”