Het is nu een maand geleden (6 mei) dat we in het Boeddhistisch Dagblad gepubliceerd hebben over ethisch grensoverschrijdend gedrag van de boeddhistische monnik Mettavihari uit Thailand, die de beoefening van vipassana-meditatie volgens de traditie van de Mahasi Sayadaw uit Birma geïntroduceerd heeft in Nederland in de jaren zeventig. We hadden bij het publiceren van ons artikel niet verwacht dat het zo veel belangstelling in de media zou krijgen. We zijn geschokt door de vele en vaak ook pijnlijke verhalen die we nog niet kenden en die in deze maand tot ons zijn gekomen; via de uitzendingen op het NOS-journaal is inmiddels ook duidelijk geworden dat grensoverschrijdende gedrag met twee toentertijd minderjarige jongens heeft plaatsgevonden. We betreuren al deze (en nog niet bekende) gevallen van seksueel wangedrag gedrag ten zeerste en willen hierbij excuses aanbieden aan allen die hieronder geleden hebben. We beseffen dat we met z’n allen als leerlingen hier ook een rol in hebben gespeeld. Dit artikel is dan ook niet bedoeld om onszelf te vergoelijken maar vooral om te kijken naar een in deze maand vaak tot ons gekomen terechte vraag: ‘Hoe heeft dit alles kunnen plaatsvinden en waarom hebben jullie dit nu pas naar buiten gebracht?’
We willen met dit artikel een poging doen om de dynamiek bloot te leggen, die dit ongezonde gedrag in stand houdt. Deze dynamiek kan in veel andere religieus, meditatief en soms ook therapeutisch ingestelde gemeenschappen ook herkend worden. We hopen dat dit ten goede kan komen aan een toekomstige cultuur waarin verzwijgen eerder doorbroken en hopelijk ook voorkomen kan worden. We willen hieronder zeven ‘ziektekiemen’ van deze zwijgcultuur behandelen.
Macht en blinde vlekken in de leraar-leerling relatie
Elke leraar of hulpverlener heeft een machtspositie. De leerling of cliënt komt met een hulpvraag en stelt zich kwetsbaar op. Bij beide partijen is er sprake van blinde vlekken, waardoor overdracht en tegenoverdracht gemakkelijk ontstaan. Hierbij kunnen leraren gemakkelijk begoocheld raken en eigen eenzaamheidgevoelens en verlangens onbewust gaan projecteren op leerlingen en hierbij bewust of onbewust macht gebruiken.
Toegespitst op onze relatie met Mettavihari: we keken enorm op tegen deze bijzonder charismatische leraar. Het feit dat hij bovendien regelmatig blijk gaf van bijzondere telepathische vermogens riep nog meer ontzag, vertrouwen en bewondering op. Door dit alles was het moeilijk om ‘nee’ te zeggen als hij iets van ons wou en als hij seksuele toenadering zocht. Daarnaast kon hij op heel subtiele manieren kritische leerlingen belachelijk maken ten opzichte van de andere leerlingen.
Wat bovendien een rol heeft gespeeld is het feit dat de organiserende instantie van de retraites die hij begeleidde altijd gevormd werd door leerlingen van hem. Je kon daarom ook niet ergens terecht om over misstanden te praten. Een ouder en wijzer Iemand of een overkoepelende instantie die beter in staat was hem tot de orde te roepen en zo nodig in te grijpen. Vanuit een gevoel van afhankelijkheid (‘Hij is de enige waar ik terecht kan’) kom je als leerling dan gemakkelijker in een inschikkelijke houding.
Angst
Hiermee bedoelen we niet alleen de angst om grenzen aan te geven naar een leraar toe, maar ook angst om dingen te benoemen naar medeleerlingen toe. Ik (Frits) heb zelf in het begin van de jaren 80 te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag door Mettavihari. Hij was mijn eerste meditatieleraar, hij betekende enorm veel voor me. Op een bepaald moment vroeg hij me zijn geslachtsdelen te masseren, ik merkte dat hij duidelijk erotisch geprikkeld was. Gelukkig waren mijn gebrek aan enthousiasme en ongemakkelijkheid goed merkbaar en mocht ik na een korte tijd stoppen. Het heeft me echter wel behoorlijk verward. Ik ben blij dat ik vrij snel na dit gebeuren naar Thailand ging op een al veel eerder geplande reis en dat ik daar ook kennis heb kunnen maken met hele bekwame leraren waar ik niet dit soort ervaringen mee heb gehad. Ik heb er echter een aantal jaren behoorlijk mee geworsteld. Ik weet me te herinneren dat ik een paar keer iets probeerde te delen met andere mannelijke leerlingen die ik in Thailand of later eind jaren 80 in Nederland weer ontmoette. Het werd doorgaans niet echt serieus genomen en weggewuifd. Ik had achteraf natuurlijk veel eerder aan de bel moeten trekken. Het is lastig om de enige of een van de weinigen te zijn die een tegengeluid bieden bij allerlei enthousiaste verhalen over een leraar. Omdat ik zelf (nog) niet voldoende concrete gevallen kon noemen, werd ik tegengehouden door de angst om ‘uit de kast te komen met mijn verhaal’.
Schaamte
Uiteraard speelt schaamte ook mee, zeker bij jonge mannen die onzeker zijn over hun identiteit (zoals ik dat ook was in die tijd). In een aantal rapportages van grensoverschrijdend gedrag kwam duidelijk naar voren dat men dacht dat de leraar ‘het deed omdat hij een seksuele blokkade bespeurde bij de leerling’. Je gaat je als jonge man – zeker bij een zelfverzekerde leraar als Mettavihari – dan eerder zelf schamen dan dat je gaat beseffen dat de leraar zich moet schamen. Daarnaast was homoseksualiteit in de jaren 70-80 veel meer taboe dan dat het nu is. Het vertellen aan anderen deed je uit schaamte niet gemakkelijk, vanuit gedachten als ‘Ik ben vast niet okay’ of ‘Als ik iets zeg word ik vast verstoten’. We zijn geneigd pijnlijke ervaringen te verzwijgen, terwijl openheid en het met anderen delen van ervaringen die problematische schaamte met zich meebrengen juist helend blijkt te werken, zoals tegenwoordig blijkt uit onderzoek van schaamtespecialist Brené Brown.
Loyaliteit en verdringing
Wat natuurlijk ook meespeelde was loyaliteit. Ondanks de schaduwverhalen en geruchten die langzaam maar zeker meer tot ons kwamen, toch maar te zwijgen en het gebeuren ‘met de mantel der liefde bedekken’. Zeker toen ik uit Zuid Oost Azië terugkwam heb ik denk ik lang gezwegen vanuit het idee dat ik loyaal behoorde te zijn. Daarnaast koesterde ik de overtuiging dat meditatief Nederland meer gebaat zou zijn aan harmonie, dan aan iemand die het vertrouwen van velen kan beschadigen. Mogelijk heeft het meer centraal stellen van de eerste kernessentie in het boeddhisme (‘Er is lijden’) dan het centraal stellen van de derde kernessentie (‘Innerlijke vrijheid is mogelijk’) hier ook aan bijgedragen. Er was bij de leerlingen en bij ons als leraren in de kring rond Mettavihari meer een cultuur van (te ver gaande) verdraagzaamheid dan een cultuur van moed en daadkracht, waarmee je misstanden aan de kaak kunt stellen. Door de pogingen ‘de lieve vrede te bewaren’ wordt onheilzaam gedrag natuurlijk alleen maar in stand gehouden en gaan de pijnlijke effecten meer en meer woekeren, net als bij een infectie die niet verzorgd wordt.
Onwetendheid
In deze context bedoel ik niet alleen een gebrek aan overzicht en levenservaring maar ook een gebrek aan (cognitieve) know how. Bijvoorbeeld: in de zeventiger en tachtiger jaren was ik helemaal niet vertrouwd met ethische codes. En het woord ‘vertrouwenspersoon’ heb ik nooit horen noemen toen ik begon te mediteren. Toen ik begon te begrijpen dat het gedrag schadelijk was en vaker voorkwam hebben Johan (Tinge) en ik los van elkaar een keer gepraat met Mettavihari (in de negentiger jaren). We kunnen het ons geen van beiden precies herinneren maar ik geloof dat ik als eerste met Mettavihari gepraat heb en Johan een paar maanden later. Bij mij was de reactie van Mettavihari geduldig en aarzelend verontschuldigend, bij Johan heeft hij duidelijker excuses gemaakt (helaas niet publiekelijk). Het gesprek was voor ons in ieder geval wel bevrijdend maar het was ook heel moeilijk om een charismatische man als Mettavihari op iets aan te spreken. We beseffen nu dat we dit gesprek niet op persoonlijke titel hadden moeten doen, maar een objectief iemand met ervaring in dit soort zaken hadden moeten inschakelen. Mogelijk hadden we ook aangifte moeten doen maar het kwam gewoon niet in ons op om dergelijke interventies te plegen. Daarnaast waren we ons gewoon niet bewust van de omvangrijkheid van het probleem. We zijn achteraf gezien naïef geweest.
Goeroeverheerlijking
De bovenstaande ziektekiemen komt men ook bij therapeuten en schoolleraren tegen. Bij leraren in een religieus of exotisch gewaad en/of uit een andere cultuur doet zich blijkbaar gemakkelijk nog iets bijzonders voor: we gaan geloven dat deze leraren hele diepe en wijze boodschappen hebben. Zij lijken in onze beleving of naar eigen zeggen alles overstegen te zijn en kunnen zich lam drinken, rare financiële capriolen uithalen, dure auto’s kopen en natuurlijk ook allerlei ‘tantrische rituelen’ doen met leerlingen. Dit alles om leerlingen tot inzicht te brengen en hen te confronteren met de beperkt oordelende geest. Een leerling laat pas diepgang zien als hij dergelijk gedrag normaal is gaan vinden en vertederd over de innerlijke en de uiterlijke vrijheid van zijn leraar kan praten met anderen. Een wonderlijk mechanisme, wat natuurlijk ook heel herkenbaar was in onze verheerlijkende houding naar Mettavihari. Hierdoor kon hij allerlei grenzen aan zijn laars lappen, die we als leerlingen door de vingers zagen terwijl we, zeker achteraf gezien, eigenlijk hadden moeten ingrijpen.
Ethische voorschriften
Wat hierop inhaakt is de rol van sīla (ethiek) in het onderricht. Mettavihari sprak hier vrij weinig over. In zijn optiek ontstond ethisch juist handelen vanzelf als je opmerkzaamheid ontwikkelde. Bij veel leerlingen ontstond hierdoor een houding waarbij het vooral om meditatie en inzicht ging terwijl de vijf morele leefadviezen zoals het boeddhisme die kent minder belangrijk werden gevonden. Het ligt voor de hand dat deze houding grensoverschrijdend gedrag in de hand werkt want zowel de leraar als de leerlingen worden minder herinnerd aan de waarde van het zich houden aan de vijf voorschriften.[1]
Hoe verder?
Hierboven hebben we een aantal oorzaken benoemd waardoor het zo lang heeft kunnen duren voordat we naar buiten zijn gekomen met het rapporteren van het seksueel grensoverschrijdende gedrag. Wat daarnaast meegespeeld heeft is dat Johan en ik de omvang en de ernst van het misbruik niet hebben overzien toen we hem hierop hebben aangesproken. In het gesprek met Johan gaf hij aan met het dat gedrag te zijn gestopt, en sindsdien heeft er voor zover ons bekend ook geen seksueel grensoverschrijdend gedrag in de leraar-leerling relatie plaatsgevonden. Het verleden bleef ons echter steeds wel achtervolgen. Om de balans op te maken na het overlijden van Mettavihari, hebben Johan (Tinge) en Ank (Schravendeel) op verzoek van de lerarengroep daarom een onderzoek gedaan, om te achterhalen wat er precies is gebeurd en hoeveel mensen daar bij betrokken waren. Dat maakte duidelijk dat veel meer mensen hier schade van hebben ondervonden dan dat we hadden gedacht. We hebben toen besloten over te gaan tot het openbaar maken van het misbruik.
De Deense theoloog en filosoof Søren Kierkegaard schreef ooit in een van zijn dagboeken: ‘Het leven kan slechts achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd.’ We kunnen alleen maar van harte zeggen: met de kennis en het bewustzijn van nu moeten we erkennen dat we zand in de ogen hebben gehad en van daaruit nu pas openheid gegeven hebben. Het spijt ons oprecht niet eerder aan de bel getrokken te hebben. Het is voor ons ook een moeizame en pijnlijke leerschool om te erkennen dat en hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren. Toch putten we ook troost uit het besef van ‘beter laat dan nooit’. We hopen dat de openheid die nu is ontstaan kan bijdragen tot het in de toekomst beter kunnen voorkomen of tijdig signaleren van misstanden.
Het zou jammer zijn om het kind met het badwater weg te spoelen. De boeddhistische psychologie en de beoefening van meditatie blijven voor ons een enorme rijkdom bieden; we zullen hierin ook blijven begeleiden en hopen dat we met ons allen (leraren en leerlingen) kunnen leren van dit pijnlijke gebeuren.
Het feit dat veel gemeenschappen nu bezig zijn gegaan met een ethische code, het instellen van vertrouwenspersonen, intervisie voor leraren en nadenken over andere noodzakelijke interventies geven ons hoop. We hopen dat de modder en de pijn van nu een vruchtbare bodem kunnen gaan vormen voor een ethisch meer beschermde en beschermende cultuur in gemeenschappen in de toekomst.
Frits Koster, met medewerking van en onderschrijving door Johan Tinge, Ank Schravendeel, Joost van den Heuvel Rijnders, Marij Geurts en Dingeman Boot.
Helen zegt
Een helder stuk en zeer herkenbaar waardoor je goed kunt begrijpen dat het gegaan is zoals het gegaan is. Ik moet ook denken aan de woorden van Edel Maex in zijn stukje over de docu Kumare; “Veel mensen leven met een enorme spirituele hunker, waarmee ze zich als kind al heel eenzaam voelen”. Wat mij ook erg raakte is de naïviteit dat als je maar mediteert je vanzelf moreler wordt. Daaraan kun je ook zien dat we nog maar weinig ervaring hebben. Ik moet daarbij denken aan de woorden van Nico Tydeman die zei dat ook Hitler verlichtingservaringen had.
Ina Fischer zegt
Dag Frits,
Dank voor je stuk. Dank voor het naar buiten brengen. Dank voor jou/jullie moed om het aan te gaan. De pijn, de schaamte, de woede, al zie ik je die niet expliciet noemen. Het zou goed zijn als daar ook ruimte voor is. Wat een bak modder inderdaad wat er los komt. Laat ons de kalmte bewaren en kijken of we met compassie kunnen zijn bij onze eigen pijn en verwarring en nog meer bij degene wie het het hardste nodig heeft.
Han zegt
Daar sluit ik me graag bij aan. Het beste medicijn is waarschijnlijk openheid, en daar levert dit stuk een flinke bijdrage aan.
Ik denk ook dat het helpt meer inzicht te krijgen. Al is er eerder (en veel) geschreven over dit soort mechanismen, zo uit de eerste hand heeft het een extra directheid en helderheid.
Ronald de Caluwé zegt
Mee eens.
Dank je, Frits en anderen!
Sjoerd zegt
Beste Frits, enerzijds moedig dat je jullie verhaal zo open probeert te doen, toch mis ik de urgentie van de vertrouwensbreuk waaraan jullie hebben bijgedragen.
Tegelijk besef ik ook het ingewikkelde subtiele mentale beïnvloedingsproces, door de heer M.(in mijn ogen komt uit de verhalen een egocentrische man met manipulatieve sociopathische gedragskenmerken naar voren), waaraan jullie in een carrière van jonge leerlingen, via de slachtofferrol, naar de positie van leraar hebben doorgemaakt.
Ik kan niet bevroeden wat het in jullie persoonlijkheidsontwikkeling heeft aangericht, maar wat mij blijft beklemmen is de milde manier waarop jullie consequenties voor jezelf verbinden aan de gebeurtenissen en jullie dubbelrol als GGZ-hulpverlener in de Nederlandse context van regelgeving en beroepscode.
Johan en jijzelf zijn beide geregistreerd in de BIG als jullie beroepsvermelding klopt en het moet jullie al zeker 25 jaar duidelijk zijn dat de BIG gepaard gaat met beroepscodes.
Waarom ik daar op terugkom, is omdat jullie beide ook jullie beroepstitel vermelden bij info over jullie activiteiten als leraar.
Wat mij betreft is mijn vertrouwen in jullie in de rol als leraar ernstig beschadigd en ik wil je daar ook als collega vragen stellen.
1. Hoe kunnen wij als collega’s en mede-beoefenaars er ooit nog op vertrouwen, dat jullie in een nieuwe situatie nu wel, ondanks de gevolgen voor jezelf, in het belang van de slachtoffers zullen handelen?
2. Hoe weten patiënten en meditatieleerlingen nu wel zeker dat zij veilig zullen zijn onder jullie hoede en bij activiteiten waar jullie bij betrokken zijn?
In mijn ogen zou het jullie sieren als jullie je functie in ieder geval tijdelijk neerleggen en je voor hervatting laten coachen en beoordelen op voldoende persoonlijk herstel om je functie veilig te kunnen vormgeven voor de mensen die zich aan jullie toevertrouwen.
Want dat vertrouwen is wat mij betreft op dit moment in het ongerede.
Ik wens jullie sterkte en wijsheid bij het verstandig omgaan met jezelf in het belang van alle schade waar jullie mee geconfronteerd worden en het deel waar in mijn ogen wel een vorm van medeverantwoordelijkheid voor dragen.
G.J. Smeets zegt
Sjoerd,
je suggereert “…laten coachen en beoordelen op voldoende persoonlijk herstel…”
Mijns inziens is het correcter om dat te vervangen door ‘…stappen onderneemt voor professioneel herstel…’
Sjoerd zegt
Professioneel en persoonlijk bedoel ik.
Bragi Regtweiss zegt
Heren en dames BIG’ers,
Gelieve jullie “professionele” onderonsjes ergens anders bij een GGZ blog voort te zetten en laat spirituele zaken niet mengen met psychologie; psychiatrie of therapie. Het lijkt wel of het hier langzamerhand een therapeuten forum aan het worden is zeg. Boeddhisme is geen therapie maar een religie (hooguit een filosofie), punt uit. Maak hiervan aub geen stamppot van therapie en politiek, daar heb ik als boeddhist geen behoefte aan. Excuses als het te hard aankomt, het is zeker niet de bedoeling. Maar als jullie het lukt om de zaken gescheiden te houden dan laat het wel blijken dat jullie enig verstand hebben van boeddhisme. By the way, niemand vraagt jullie om boeddhist te worden, jullie therapeutische professie kunnen jullie beter gebruiken om jullie eigen vakgebied beter te laten functioneren.
Sjoerd zegt
Als het je lukt te zorgen dat boeddhisten binnen de wet en regelgeving blijven met hun gedrag en je zorgt dat ze maatschappelijk verantwoord met dominantie en afhankelijkheid omgaan, zul je niet lastig gevallen worden in jouw religieuze beoefening door mensen uit andere maatschappelijke geledingen.
G.J. Smeets zegt
Bragi Regtweis,
De bedoeling van bovenstaande verklaring van 6 vipassanaleraren is
“We willen hieronder zeven ‘ziektekiemen’ van deze zwijgcultuur behandelen.”
Ik zie niet wat daarmee mis is tenzij je de ‘zwijgcultuur’ ontkent waaraan het 6-tal leraren naar eigen zeggen zelf heeft bijgedragen. Het feit dat de heren psycho-therapeutisch werkzaam zijn is volstrekt irrelevant voor wat ze in hun tekst te berde brengen. Je reactie is een regelrechte ad hominem drogredenering: jullie zijn psycho-therapeuten dus deugt jullie verhaal niet. Terwijl het gaat om de argumenten die worden aangedragen en waar je niet op ingaat. Daarnaast zitten er nog minstens twee drogredeneringen in je reactie. De eerste is een zoheten ‘red herring’: de aandacht afleiden van waar het om gaat, in jouw geval door over therapie en politiek te beginnen. Dat is niet aan de orde, aan de orde is een geconstateerde zwijgcultuur. De tweede logical fallacy in je tekst is eveneens een red herring “…niemand vraagt jullie om boeddhist te worden…”. Dat is niet aan de orde en het is regelrechte stemmingmakerij bovendien. Protest.
Kortom: mediteren is inderdaad geen therapie, zoals je m.i. terecht oppert. Jij en ik kunnen van alles hebben op te merken over het bovenstaande stuk maar echt niet dat het 6-tal therapie en meditatie door elkaar haalt. En dat laatste is toch wat je beweert als ik je tekst goed lees.
Bragi zegt
Zorg maar eerst dat het bij je eigen maatschappelijke geleding niet gebeurt. Ik dacht dat therapeuten niet generaliseren maar dat is dus blijkbaar niet zo. Bewijs maar eerst dat er een significante correlatie bestaat tussen beoefening van boeddhisme en overtreding regelgeving. Als je het lukt dan krijg je een opgestoken duim van mij. Zolang het niet zo is dan blijft het verdachtmakingen van anders gelovigen, de engelsen hebben een woord daarvoor “mob rule by prejudice”.
Sjoerd zegt
Jammer dat we langs elkaar heen praten. Ik wens je een goede en ongestoorde beoefening en laat het hier verder bij.
Bragi zegt
Beste Hr. Smeets,
Helaas kan ik aan je protest niet tegemoetkomen, want ik ben niet degene die beweert dat de 6-tal therapie en Dharma door elkaar haalt maar dat doe je zelf. De zes spraken als Dharma leraren, maar jullie maken hiervan een therapeuten onderonsje van: “…en ik wil je daar ook als collega vragen stellen.” of uw eigen woorden “… stappen onderneemt voor professioneel herstel …”. Wat is dat behalve een GGZ onderonsje? Een boeddhistische leraar kan geen professional zijn want Dharma is altijd op vrijwilligheid en op giften gebaseerd. Als je ze ter verantwoording wil roepen als boeddhist, kom dan met voorbeelden uit de boeddhistische tradities of soetra’s en bespaar ons dat stukje GGZ commotie.
Dat je het relaas daarboven als een “zwijgcultuur” omschrijft ligt volledig aan je subjectieve perceptie en getuigt niet van ervaring of kennis van usances in spirituele of ascetische trainingen. Wil je ze niet aanspreken volgens het gebruik in boeddhistische tradities nodig ze dan uit naar een GGZ forum en ga daar verder als professionals onder elkaar. Zo bespaar je yogi’s zoals ik van ongewenste blootstelling met ongevraagde ideeën uit de GGZ hoek.
Laat mij je vertellen dat het politieke in je redenering ligt in de onderliggende assumptie dat Dharma leraarschap net zo gereguleerd, open en transparant, dient te zijn als een professionele relatie tussen therapeut – cliënt, m.a.w. pleit je onbewust voor verzakelijking van en toezicht op vormen van spirituele ontwikkeling dat in feite neerkomt op beperking van religieuze vrijheid. Juist dat is het politieke van wat je voor pleit. Vandaar dat mijn betoog geen stemmingmakerij is maar het is het blootleggen van wat je blijkbaar niet eens zelf gemerkt hebt.
A.u.b. laat Dharma zijn eigen gang gaan, het is immers Anatta. Daarmee laat ik het hier verder ook bij.
G.J. Smeets zegt
“Zo bespaar je yogi’s zoals ik van ongewenste blootstelling met ongevraagde ideeën…” Dát is tenminste duidelijke taal, de rest is, nou ja. O.k. dat je het er verder bij laat.
Anne zegt
Misbruik onder de pet houden is ascetische training, er over praten is ongewenst GGZ en openheid is beperking van religieuze vrijheid. Ik heb spijt dat ik ben komen kijken of het hier al genormaliseerd is.
Sjoerd zegt
Hoi Anne. Ik lees jouw bericht en gecombineerd met wat je over jezelf hebt prijsgegeven ervaar ik in jouw tekst een diepe teleurstelling, dat sommigen onder de schrijvers niet lijken te begrijpen hoe ernstig zwijgen over misbruik voor de slachtoffers is.
Het wordt hier gerechtvaardigd vanuit de religieuze vrijheid, maar die wordt gebruikt als stok om slachtoffers tot rust te manen!
Het is ook een domme benadering om zo krampachtig op een verwrongen wijze te splitsen tussen boeddhisten wat betreft hun activiteiten in de sangha en in de GGZ.
Het 8 – voudig pad is helder, misbruik past daar niet in en als je er tegenaan loopt, past het de beoefenaars om niet te zwijgen, maar te spreken.
In de heelheid van de mens is geen plaats voor misbruik!
In de sangha is geen plaats voor misbruiken en misbruikers als ik de aanwijzingen daarover ( die aan de boeddha worden toegeschreven ) goed begrepen heb.
Zwijgers zijn medeplichtig aan het misbruik en daardoor mededaders.
Het lijkt mij de taak voor alle beoefenaars van het 8 – voudig pad zich te ontfermen over de slachtoffers.
Dat betekent niet dat je de daders moet haten, maar wel op een passende wijze bij hun gedrag mededogen praktiseren. Dat kan bv zijn : hen opzoeken in hun gevangenschap. Daar kun je samen de beoefening van het pad oppakken.
Anne zegt
maak van diepe teleurstelling maar grote boosheid
een fatsoenlijk juridisch systeem met correcte aandacht voor mensen in gevangenschap is inderdaad ook wat ik zou verstaan onder mededogen
open communicatie is trouwens ook van belang om te weten of we spreken over misbruik of over niet houden aan religieuze voorschriften zonder dat daar misbruik bij komt kijken
dit om te voorkomen dat via suggestie mensen onterecht het label misbruiker krijgen
Sjoerd zegt
Boosheid, woede, maar ook verdriet en gevoelens van in de steek gelaten worden zijn toch emoties en gevoelens die verbonden zijn met misbruikt worden en misbruiken.
Laat staan dat je er ten onrechte van beticht wordt dat je het gedaan hebt, of dat je niet gelooft wordt als het je aangedaan is.
Juist daarom is het goed als een mens in zo’n situatie haar / zijn verhaal kan doen bij iemand die onbevangen, met empathie en onpartijdig kan luisteren.
Dat staat los van, en heeft geen bal met welke spirituele of religieuze vrijheid en richting dan ook te maken.