Door grote, houten deuren kom ik het Vrijdag theater in Groningen binnen. In de met rood fluweel beklede hal heet een klein groepje vrijwilligers de bezoekers welkom. Niets staat in de weg om rond de klok van half twee de aftrap te geven voor de derde editie van het Boeddhistisch Filmweekend van het Noorden.
Het festival, dat drie jaar geleden voor het eerst georganiseerd werd, is nu groter dan ooit. Het begon klein in een middeleeuws kerkje in Oostum en is inmiddels uitgegroeid tot een festival met meer dan vijftig films verdeeld over twee zalen. Het is opgedeeld in twee dagdelen en per dagdeel kun je een kaartje kopen voor de films in de benedenzaal of de zaal boven. “Dat vind ik wel jammer,” vertelt Peter, een van de bezoekers van het weekend. “Ik zag namelijk op beide programma’s mooie dingen staan en wilde eigenlijk een beetje van beiden zien.”
Kenmerkend voor dit filmweekend is de huiskamersfeer “Dat hadden we in het begin in Oostum ook,” weet Esther Sulkers, organisator van het weekend me te vertellen. “Daarom vonden we het belangrijk om dat sfeertje te behouden.”
Theater vrijdag lijkt zich daar perfect voor te lenen. Het blauwe bloemetjesbehang en de lentegroene barkrukken met barokprint geven een echt huiskamergevoel. De theaterzaaltjes zijn klein, knus en slecht verlicht. In de benedenzaal komt ik het eerste grote stralende boeddhabeeld mij tegemoet. In de zaal hangen thangka’s en staan er beelden en kaarsjes. Het meest opvallende is het beeld midden in de zaal voor het filmdoek. Zowel links als rechts staan bloemen en als je niet beter zou weten zou je denken dat deze filmzaal eigenlijk een meditatieruimte is, en het filmdoek waar alle verhalen zich afspelen het altaar.
De aftrap wordt officieel gegeven met de start van de Nederlandse documentaire: Kikker zit stil. Een film over mindfulness voor kinderen. Dit blijkt een goede mix te zijn met de andere films die op het filmweekend gedraaid worden. Het contrast tussen de films lijkt groot te zijn. Aan de ene kant wat knullig gemonteerde documentaires en aan de andere esthetische abstracties van muziek in het Japans boeddhisme zoals we dat te zien krijgen in KanZeOn. De bezoekers zien films met een hoge maatschappelijke relevantie zoals ‘Bewust Universum’ en ‘Colors of Compassion’ en kunnen even later achterover hangen bij een boeddhistische detective.
Tussen de films door kunnen we rondhangen in de ruimte boven. Ook hier ontsnappen we niet aan het echte huiskamergevoel. Er staan banken, houten tafels, een knaloranje fauteuil en de ruimte is opgefleurd met kaarsjes en groene bolvormige vaasjes met tulpen. Tegen de muren staan de kraampjes die ervoor zorgen dat deze ruimte zonder twijfel tot informatiemarkt gebombardeerd kan worden. Een muur vol thangka’s springt het meest in het oog. “Dit is allemaal eigen werk” vertelt Carmen. Ze schildert al meer dan tien jaar en geeft tegenwoordig ook workshops. Aan de andere kant van de ruimte staat een grote tafel met Ikebana, Japanse bloemschikkunst. Van reizen naar Tibet tot een informatietafel van Stichting Vajra, het is er. Maar ook hier kun je niet ontkomen aan echte hebbedingetjes zoals op zonne-energie aangedreven prayer wheels.
Na het middagprogramma komen alle bezoekers bijeen in de ruimte beneden. In een gezellig geroezemoes wachten ze geduldig op het vegetarische buffet dat wordt klaargezet. Rond de tafeltjes wordt het glas geheven op een geslaagde dag. Maar niet iedereen kan blijven voor de rest van het weekeinde. “We zijn vanochtend al om acht uur opgestaan en moeten nu nog een hele tijd in de trein zitten,” vertellen twee bezoekers die uit de buurt van Nijmegen gekomen zijn. “Toch wel jammer dat het programma niet eerder begonnen is, dan hadden we meer kunnen zien.” Hoe dan ook vonden beiden het bezoek zeker de moeite waard: “Ik ben zelf geen boeddhist maar dat hoeft ook helemaal niet, want dit is waar voor iedereen.” Favoriet was zonder twijfel Kanzeon: “De muziek raakte me diep.”
Dat gevoel kan Janna beamen. In 2011 kwam ze voor het eerste keer naar het festival en inmiddels zit ze in de kerngroep van de organisatie. “Door die films opent je hart. Er is heel veel verbinding. Ik communiceer op een andere, diepere laag. Ik hoop dat de mensen die hier komen weer terug kunnen keren naar dat gevoel van ‘oh daarom ben ik hier.” Aan de voorbereiding van het filmweekeinde gaat een jaar van hard werken vooraf. “Het was heel veel werk en ik dacht nog; ik weet niet of ik hier de volgende keer nog wel weer aan mee wil doen. Maar nu alles er staat denk ik: dit is wel heel mooi. Dus ik ga wel weer door met dit groepje, om dit weer neer te zetten over twee jaar.”