Chinese autoriteiten hebben meer dan honderd Tibetaanse boeddhistische nonnen van het Changlo nonnenklooster in het autonome gebied in het zuidwesten van Tibet, in de buurt van de grens met Nepal, voor twee maanden naar huis gestuurd en hen –tijdelijk- verboden nog langer de kleding van een non te dragen. Begin dit jaar verscherpten de Chinese autoriteiten het toezicht op het klooster in Dingri omdat daar nonnen verbleven zonder officiële toestemming.
Van de tweehonderd nonnen die er woonden hadden er slechts eenentwintig een Chinese vergunning om daar te verblijven, vertelde een ontsnapte en naar India uitgeweken non. De legaal daar verblijvende rouwen hadden meer voorrechten –een eigen tv op hun eigen kamer- dan de illegale vrouwen die er verbleven en een ruimte met vijf andere vrouwen moesten delen. Sommige van de verdreven nonnen keerden na twee maanden terug naar Changlo in de hoop daar weer toegelaten te worden
Naar aanleiding van wijdverbreide protesten in 2008 in de Tibetaanse regio’s van China, voerden de Chinese autoriteiten allerlei beperkende maatregelen in om de toevloed van nieuwe nonnen en monniken in kloosters in te perken en de controle te houden over de daar aanwezige monniken en nonnen. Vaak werden vergunningen geweigerd en werden de aspirant novices gedwongen naar huis terug te keren. Sommige Tibetanen verborgen zich in bosrijke gebieden in de hoop op een dag toch weer –soms illegaal- hun intrek in een klooster te kunnen nemen.
Bron BNN