Haat raast over de wereld. Het vliegt je aan op het internet en in de social media. Kun je hier als boeddhist iets aan doen? Ja, vrede is de kern van het boeddhisme, maar het is wel een werkwoord.
Het kan niemand ontgaan. Het gewelddadige conflict tussen Israel en Hamas, en andere gewapende groepen in de Gazastrook, doet de gemoederen wereldwijd hoog oplaaien.
Haat raast over de wereld. Het vliegt je aan op het internet en in de social media. Kun je hier als boeddhist iets aan doen?
Wij allen beschikken in cyberspace over de mogelijkheid van ons te doen horen. Gisteren ben ik begonnen een antwoord te plaatsen onder openlijk partijdige berichten die ik vond op het internet en in de social media. Ik vroeg mensen: “Is het plaatsen/liken van dit bericht nodig en heilzaam, d.w.z. draagt het bij tot heling en een einde aan geweld dat in zichzelf zinloos is?” Daar liet ik een citaat op volgen uit de Dhammapada, dat haat zich niet met haat laat bestrijden.
Verzoening
Zaadjes zaaien, dacht ik. Mensen aan het denken zetten. Sommigen reageerden daar inderdaad positief op, zij het geclausuleerd. “Ik ben het er op zichzelf wel mee eens, maar…” Er waren ook mensen die me waarschuwden berichten niet aan te merken als ‘openlijk partijdig’. Dat kan de discussie belasten met een waardeoordeel. Dat is inderdaad een goede opmerking.
In meditatie kwam het beeld tot mij van Thich Nhat Hanh, bij uitstek iemand van vrede en verzoening. Er bestaat een dvd waarop te zien is hoe hij in zijn Franse thuisbasis Plum Village een aantal dagen achtereen met mensen uit Israel en Palestina werkt aan wederzijds begrip en heling. Een moeizaam, maar indrukwekkend proces. Thich Nhat Hanh heeft uit de Vietnamoorlog veel ervaring met opbouwwerk tijdens de verwoesting die een grootschalig conflict aanricht in de betroffen samenleving, maar ook in de geest van alle partijen.
Ik herinnerde me dat hij partijdigheid niet afwijst, maar het binnengaan daarin juist ziet als voorwaarde, wil een helingsproces kans van slagen hebben. Dus heb ik nu de tekst van de Dhammapada vervangen door eentje van Thich Nhat Hanh uit zijn boek Being Peace uit 1987 (zie foto). Als we als boeddhisten van ons laten horen, dan misschien niet over vrede in het algemeen, maar over vredeswerk. Vredeswerk dat begint bij onszelf en onze onmiddellijke omgeving, maar we kunnen proberen het ook online uit te dragen.
Beginnetjes maken
De zaden van vrede in de harten van mensen water geven, daar geloof ik in. Er zijn mensen die dit naïef vinden in het licht van de tegenstellingen overal in de wereld. Maar volgens mij moeten we doen wat we kunnen. Als de haat je op het internet en de social media aanvliegt, dan is ook dat de onmiddellijkheid van je omgeving. Beginnetjes maken waar het kan, uitnodigen tot discussie, en het zaaisel geduldig laten rijpen. Als het nu meteen geen wortel schiet, dan mogelijk in de toekomst. Wie weet?
Het conflict om de Gazastrook is het enige niet in de wereld, ik weet het. Als dit lijden hard bij je binnenkomt, dan is het goed je, bijvoorbeeld in meditatie, af te vragen waarom. Voor zover ik weet heeft van alle boeddhistische leiders tot dusver alleen de Dalai Lama zich in het openbaar uitgesproken over dit specifieke conflict en opgeroepen tot vrede. De stilte van anderen is oorverdovend, misschien omdat de publieke opinie zo verpolitiekt en vergiftigd is.
Ik vind het wrang om te zien hoe, terwijl de wereld in brand staat, tweets voorbijkomen over het ware geluk dat je met een cursus boeddhistisch mediteren ten deel zal vallen. Business as usual. Mede daarom denk ik dat iedere boeddhist zelf leiderschap kan tonen door zich online te roeren met de middelen die hem of haar ter beschikking staan. Vrede is de kern van het boeddhisme, maar het is wel een werkwoord.
Hier een vertaling van de tekst van de foto:
Vrede zijn:
‘Mensen identificeren zich volkomen met één kant, één ideologie. Om het lijden en de angst van een burger van een ander land te begrijpen, moeten we één worden met hem. Dit doen is gevaarlijk – beide zijden zullen ons verdacht vinden. Maar als we het niet doen, als we ons aan de zijde scharen van de ene of de andere kant, dan zullen we onze kans verspelen om te werken voor vrede. Verzoening is beide zijden begrijpen, naar de ene kant gaan en het lijden beschrijven dat de andere kant te verduren heeft, en dan naar de andere kant gaan en beschrijven wat de eerste kant te verduren heeft. Dat alleen helpt vrede een grote stap vooruit.
Downloads:
Het boek van Thich Nhat Hanh is op diverse plaatsen op het internet als PDF te vinden. Het gebruikte citaat staat op pagina 73.
Joop Ha Hoek zegt
In een strijd zijn zowel de overwinnaars als degenen die verslagen zijn, verliezers. De Boeddha.
Borisboyo zegt
Ik heb de documentaire gezien over het verzoeningswerk van Thich, met Palestijnen en Israëliërs. Indrukwekkend. Zijn citaat over het vredeswerk en beide kanten begrijpen is een wijze,heldere en duidelijke boodschap, zij het niet altijd even makkelijk denk ik zo. Je zal ook jezelf daarbij goed moeten doorgronden. Ook niet altijd even makkelijk. En wat de haat betreft op social media, internet, tweets enz… Ik sta er vaak versteld van, van wat ik lees op internet. Ik lees vaak de meningen en reacties van de mensen niet meer. Wordt daar ietwat depri van….
Barbara Steadfast Dharma de Zoete zegt
Verzoening is zo complex. Wanneer je zelf ooit deel bent geweest van agressie, hetzij als slachtoffer, hetzij als dader, of een combinatie daarvan, ervaar je zo veel gevoelens dat het heel moeilijk is om daar wijs uit te worden. Mijn reactie was er altijd één van boosheid. Daarin voelde ik me veilig. Met boosheid kreeg ik gedaan wat ik wilde. Of ik stootte mensen van mij af, omdat ik ze niet langer lustte, of ik vond weerklank bij medestanders en zag me gerechtvaardigd. Allebei goed.
Het was, in de tijd dat ik op de Noorder Poort woonde, Jiun roshi die mij vroeg “Waar voel je dat?” en “Waarom is dit voor jou zo belangrijk?” Zo bleek onder de boosheid een scala van gevoelens te liggen waar ik me maar met moeite mee kon verenigen: onmacht, angst, verdriet, emotionele pijn, en ook woede. Emoties die heel fysiek aanwezig waren. Emoties die zichzelf alleen maar versterkten en waar ik me zwak, uitgeput en ellendig bij voelde.
Door de vraag “Waarom is dit voor jou zo belangrijk?” leerde ik ook te zien dat ik standpunten innam die uniek voor mij waren maar waar verder niemand iets mee zou kunnen. Niet zonder meer.
Langzaam leerde ik mijn gevoelens kennen, door de vragen en het onderzoek dat ze mogelijk maakten.
Een laatste vraag die ze stelde was: “Wie heeft hier baat bij?” Wie heeft er baat bij mijn gevoelens, mijn manier van daar mee omgaan, en mijn handelingen die ik daarop baseerde? Dat was de ware eye-opener. Ik wilde me natuurlijk niet rottig voelen. Zolang ik me identificeerde met mijn fysiek gevoelde emoties, voelde ik me klote. En in de loop van mijn leven had ik geleerd dat ik met boosheid weer van dat gevoel afkwam. Steeds weer. Dát het steeds weer nodig was me boos te maken, had ik niet in de gaten gehad.
De eye-opener gaf me gelegenheid vrede te sluiten met alle gevoelens die zich in mij afspelen. Te stoppen met alles weg te vegen en om te vormen tot boosheid. Ik was die gevoelens niet. Dat wil niet zeggen dat ze geen recht van bestaan hebben, maar het betekent in elk geval dat ik niet direct met elk gevoel steeds maar weer iets hoefde te doen. Laat het er maar zijn. Zolang ik er geen waardeoordeel op loslaat is het gevoel verdriet of het gevoel angst in niets anders dan het gevoel lol. Het vergt oefening, maar werkt wel.
Op een dusdanige manier dat ik me inmiddels bevrijd weet van mijn standaard respons op om het even welke ‘negatieve’ emotie dan ook. Ik heb heus een aparte levensloop gehad met mijn eigen levende nachtmerries en monsters en draken, en langzaam aan maken die geen deel meer uit van wat ik vandaag doe.
Maar dat is wel een moeizaam proces wat ik probeer tot een goed einde te brengen. Als dat op individueel niveau al zo complex is, hoe is dat dan als het hele naties betreft? Volkeren die opgroeiden onder elkaars geweld? Waar zwart zwart is en wit wit? Waar een afwijkende mening leidt tot minstens ‘verbanning’, maar de dood is ook heel goed mogelijk. Ik heb diep respect voor een ieder die zich oprecht bezighoudt met het creëren van vrede en kansen voor vrede, maar heb er een hard hoofd in. Dat het met besloten gezelschappen, met een beperkt aantal mensen stevig begeleid, wil lukken, zegt niets over het potentieel voor vrede bij de miljoenen mensen die nu getroffen zijn door oorlogsgeweld. Elk mens is in staat tot vrede, maar een natie in oorlog kent nauwelijks nog individuen.
Daarom, en ook omdat ik de beelden niet kan zien, de stemmen niet kan horen, de verhalen niet kan lezen zonder verscheurd te worden door de wetenschap over wat er gebeurt en mijn eigen onmacht daar ook maar iets aan te kunnen veranderen, richt ik me liever op mijn directe omgeving. Vriendelijkheid en het besef dat je in ieders schoenen staat, betekenen dan dat buren zich gesteund voelen en gehoord weten en dat verschillen opzij worden gezet. Het betekent een beetje meer vriendelijkheid en een beetje meer kleur op de plaats waar je leeft. In de hoop dat dat zich op termijn als een olievlek mag uitbreiden. Meer kan ik niet bijdragen.
Ellen Ji An Neve zegt
Alle conflicten in de wereld raken me diep. In mijn meditaties neem ik ze vaak mee naar binnen. In de geest wens ik ten diepste vrede voor degene die in oorlogsgebieden leven. Ik weet dat dit volstrekt onvoldoende is maar hoop dat dit toch ergens toe leidt. Omdat mijn handelen in deze materie zo weinig van betekenis kan zijn laat ik vooral de onmacht voorgrond worden en wil er niet voor weg duiken. Ook het ‘niet-weten’ krijgt altijd plaats. Ik weet namelijk niet hoe ik me ten aanzien van het “Gaza-conflict” dien te verhouden.
Ik kom niet verder dan deze meditatie en proberen in mijn eigen kleine leven het zo vriendelijk mogelijk te houden.
Wat valt er verder te doen?
Nic zegt
Onthou om de vrede in de niet-virtuele wereld ook te voeden!
Kees Moerbeek zegt
Helaas moet ik constateren dat sommige boeddhistische sites bepaald geen toonbeeld zijn van ‘onthouding van het spreken van harde woorden’.
Ik haast me erbij te zeggen en benadruk dat met klem: ik ben geen haar beter, maar meestal ook niet slechter, dan ieder ander. Dus mijn excuses als ik ook over de schreef gegaan ben. Iedere poging telt, toch?
Borisboyo zegt
Voor Dhr Moerbeek, Klopt, het blijft mensenwerk!!
Kees Moerbeek zegt
Dat schreef ik al, maar ‘we’ zijn er zelf bij!!
Ronald zegt
Sorry, misschien ligt het aan mij …, hoe meer woorden, hoe ingewikkelder het wordt. Voorstel: communiceren vanuit ons hart, met stilte. Meer en minder is er niet! En ja,engagement blijft nodig!