Ik was er kapot van, van die column van Marloes Lasker deze week in het Boeddhistisch Dagblad. Ze beschreef hoe in een week dat ze weinig sliep- een half uur per nacht , in die heftige eerste drie maanden van dit jaar, er een beerput open ging. ‘Daar kwam een enorme modderstroom aan opgeslagen pijnlijke herinneringen uit. Grote en kleine pijn, grote en kleine trauma’s, vanaf mijn geboorte tot aan dat moment. Ineens kwam dat allemaal aan de oppervlakte. Familieperikelen, jaloezieën als kind, strubbelingen met mijn progressieve ziekte, vernederingen op school, de pijn van verbroken relaties, pijn van allerlei gebeurtenissen door mijn leven heen. Zelfs het niet hebben van een kind kwam voorbij. Echt van alles smeet zich ineens heel duidelijk zichtbaar en invoelbaar als hete, oprispende lava vanuit een diep onderbewuste naar buiten.’
Ze beschrijft hoe deze ervaring, herinnering, haar op een diep gevoelsniveau -in plaats van louter rationeel- doet beseffen wat een ondoorgrondelijke blauwdruk zij als mens is. Hoe alles wordt opgeslagen en meegenomen in de rest van je leven. En wat voor een illusie het is te denken dat wij met alles wel in het reine kunnen komen of zouden kunnen verwerken. Of überhaupt zouden kunnen kennen. ‘En wat een illusie het is te denken dat dit huidige moment dit alles ‘niet’ in zich zou dragen. Maar dat je (zij) het juist met dat alles gewoon doe, moet doen, leven. Dat dat leven ís.’
Moet doen, schrijft Marloes. Dat dat leven is. Een slopende ziekte maakt haar doof en blind. Wat blijft erover? Aanraken? Ik stel me zo voor –het is niet voor stellen- dat er een moment komt dat de geest niet meer met indrukken van buitenaf gevoed wordt, dat je het moet doen met wat er tot dat moment aan informatie is. Dat het donker en stil wordt. Nadat ik haar column had gelezen, vond ik geen enkele steun of troost in het boeddhisme dat ik dagelijks zo troostrijk en moedig vind. Ik was woordeloos, sprakeloos, stil van verbijstering. Kwaad ook door haar slotwoorden. Dat dat het leven is. Ik wil dit niet, riep ik, ik wil dit niet Marloes. Maar er kwam geen antwoord.
Heel lang geleden, ik beoefende net het boeddhisme en mediteerde me suf en helder, kwam in een meditatie- ik zat gewoon in mijn woonkamer, het was mooi weer en ik was gelukkig, opeens een beeld van een kerkhof in me op. Een groot kerkhof, met hoge, grijze weggezakte zerken. Onder die zerken lagen mijn fouten, onvolkomenheden en negatieve ervaringen verstopt. Ze kwamen aan de oppervlakte. Rotzooi tot zelfs in de dood, geen degelijk fundament, zelfs niet voor die stenen.
Iets of iemand projecteerde dat beeld in mijn hoofd en geest, er was geen ontkomen aan. In die tijd was ik politieverslaggever en ging beroepshalve om met zware criminelen. In die wereld is het duizend kilo begeerte dat de klok slaat. Hebben en houwen, steeds meer, steeds machtiger. Tegenstanders werden beroepshalve en met gemak uit de weg geruimd. Wat was ik vaak bang. Aan alle kanten werd er aan me getrokken. Door die criminelen, politie, justitie, inlichtingendiensten. Het kostte me zoveel energie en moed om integer te blijven in die hellewereld.
Die zerken bracht ik in verband met mijn werk, maar er werden er steeds meer privé zichtbaar. Lullige zaken, alcohol en drugsgebruik, het schofferen van mensen, name it. De regisseur die het kerkhof toonde pakte het groots aan.
Dit is dus mijn leven, realiseerde ik me en ging aan de slag. Niks ‘het is zo het is’, daar ben ik niet van. Ik ben vanuit een diepe overtuiging om goed te doen weken bezig geweest om mensen die ik beledig had, tekort gedaan had, respectloos behandeld had, schade had berokkend, op afstand en in meditatie mijn diepe spijt te betuigen. Steeds weer, steeds weer. Vergeef me. Vergeef me dat ik je pijn heb gedaan, leed heb berokkend. Het spijt me.
Monniken in de sangha waar ik toen lid van was, waarschuwden mij dat ik als jonge boeddhistische terriër van het pad zou geraken, gek kon worden, als ik met die enorme zuiveringsoefening door zou gaan. Ik was te onervaren op het boeddhistische pad. De oefening kon ik ook alleen maar volhouden door mezelf geluk en liefde toe te wensen. Duizend kilo geluk, elke dag weer. Dat was de accu. Op een dag had ik in meditatie alle zerken en de daaraan verbonden gebeurtenissen aangepakt. Maar het kerkhof bleef bestaan, al klaagden de zerken niet meer. Ik had gedaan wat in mijn vermogen lag, meer kan het niet zijn. Dat dat mijn leven is, mijn blauwdruk. Maar eigenlijk was ik teleurgesteld omdat ik die hele zooi niet weg kon mediteren. De brand was geblust maar het gebouw stond nog overeind.
Jaren later en een beetje wijzer besef ik dat meditatie geen pleister is, geen drukverband, dat als het licht in de projector gedoofd is het beeld niet verdwijnt. Maar diep in mijn geest had ik er toen meer van verwacht. Dat die zerken- zoals in de Efteling, op muziek van Dance Macabre vrolijk op en neer zouden dansen en zouden roepen: Dank je, adieu. Dat meditatie een wonderwasmiddel was, hop, hop, hop, en schoon is de boel.
Boeddhistische beoefening creëert geen dank-je-welletjes, is geen toverlantaarn. Zerken verdwijnen daarmee niet, de beoefening helpt soms de pijn te verzachten, iets draaglijker te maken. In mijn geval hebben al mijn ‘slachtoffers’ waarschijnlijk niets van mijn spijtbetuiging gemerkt. Het effect was alleen voor mezelf. Alles is opgeslagen en ik zal het de rest van mijn leven mee moeten zeulen.
Wat voor mij de les is van die kerkhof-ervaring is, dat ik zerkjes moet proberen te voorkomen. Dat ik respectvol met mijzelf en anderen om moet gaan. Dat ik iedereen gelukkig wil zien en daarnaar handel. Met zo’n blauwdruk kan ik wel leven.
Dit is aflevering 27 in een serie columns van Joop Hoek.
Moge iedereen gelukkig zijn, ook zonder zerk.
Cartoon Marja Timmer Blog: http://marjitatekent.blogspot.nl
teska seligmann zegt
Prachtig Joop. Dank je wel.
Marloes zegt
Dank je wel Joop. Mooi
Nic zegt
Herken het gevoel bij de column van Marloes Lasker.
Kon even niks meer.
Succes met je ambitie!
Karin zegt
Zou sorry zeggen tegen die ‘slachtoffers’ een verschil kunnen maken?
Marloes zegt
Frater Wim, bij wie ik momenteel woon, zei naar aanleiding van mijn column ook iets heel moois, vanuit zijn religieuze opvatting: “Jezus zegt: “Wie zijn kruis niet op zich neemt, kan mijn leerling niet zijn.” Voor mij heeft hier het Grote mededogen alles mee te maken.”
Arisia zegt
Ik denk dat we allemaal wel zerken opdoen in ons leven.
Wat over blijft is jezelf vergeven.
Compassie.
Compassie voor jezelf, de persoon die je was, de omstandigheden die speelden…Dat is althans mijn ervaring.
Het is een uitdaging om juist dan aan zelfcompassie toe te durven geven. Misschien was het zelfs wel de bedoeling van de hele situatie om tot dit punt te durven komen, zo voel ik het soms.
En misschien is zelfcompassie wel het allereerste wat moet gebeuren om weer liefde terug de wereld in te laten stromen.
En ja, de zerken blijven maar persoonlijk geloof ik wel dat er ooit ergens momenten zullen komen waarop ik de schuld volledig kan inlossen.
Misschien is de aanwezigheid van de zerken in mijn bewustzijn daar wel op gericht; opdat ik de momenten herken wanneer ze zich voordoen en ik mijn kansen niet voorbij laat gaan.
Ik zie het dus niet zo somber in.
Bovendien: kunnen we leven zonder ooit fouten te maken?
Brengt bewustwording niet per definitie dit soort soms pijnlijke ervaringen met zich mee?
Zijn er mensen die over deze laatste vragen ideeën hebben?
Nic zegt
Leren van fouten ? Wat is goed of fout ?
Waar heb je last van ? Soms is de last geen last meer als je je er bewust van wordt.
Ik denk dat wat je ervaart bij het ‘bewust worden ‘ afhankelijk is van hoe in het verleden ervaringen onbewust zijn geworden.
Het niet-bewust zijn van ervaringen is vaak ook ontstaan in situaties waar je op dat moment niets mee te maken wilde hebben bijvoorbeeld wanneer zich iets bedreigends voor deed en er niets aan kon doen ( te overweldigende ervaringen, hulpeloosheid )of om acute pijn te verminderen of de angst voor pijn of omdat iets anders prioriteit had.
Er zijn theorieën dat alle ervaringen in het lichaam of geest worden opgeslagen en bij aandacht voor die spanningen in het lichaam de spanning tot ontspanning kan komen en tot een herbeleving kan leiden tot het gevoel van toen de spanning is ontstaan.
Er zijn theorieën dat die ervaringen ook uit vorige levens kunnen komen.
Waar een ervaring ook vandaan komt het belangrijkste is denk ik dat je er nu mee om moet zien te gaan.
Zoiets.
Pieter zegt
Dit leest als een helden epos.
Als doorzien wordt dat de grafzerken niet bestaan, op de manier zoals de hartsoetra beschrijft, dan houdt ook de verbinding op en daarmee het effect wat het op de persoon uitoefent. (De persoon die vanuit hetzelfde licht van de hartsoetra bezien kan worden.)
Het nadeel is dat het dan wel direct het einde van het spannende verhaal is. Dat moet je als persoon maar willen.
Pieter zegt
Ik weet niet of er mensen geïnteresseerd zijn om hun verhaal los te laten. Het is geen persoon kwalijk te nemen als men liever energie steekt om het verhaal nog spannender te maken. Soms, als mensen oud en wijs worden, laat men vanzelf die flauwekul los.
Over het onderwerp van waar dhr. Hoek over schrijft, heeft Tenzin Wangyal Rinpoche een mooie video gemaakt:
http://www.ustream.tv/recorded/48571143
Als je (nog) geen behoefte hebt om je verhaal los te laten, dan kun je zijn toespraak ook gerust bekijken, want je filters zullen er voor zorgen dat het wezenlijke gewoon je ene oor ingaat en direct het andere uit, zonder een spoortje achter te laten.