Ook al wekt de titel mogelijk de suggestie, dit is geen kritisch artikel over de boodschap van de Dalai Lama. Juist in tegendeel, ik vraag me af of zijn pleidooi voor een seculiere ethiek en oproep om niet van religie te veranderen wel in hun volledige diepte worden begrepen.
Persoonlijk ben ik überhaupt geen voorstander van religies, omdat religie en verwarring maar al te vaak hand in hand lijken te gaan. De geschiedenisboeken en de kranten van de komende week staan vol staat met ellende die veroorzaakt is door mensen die handelen in naam van een religie. Het probleem zit hem niet zozeer in de boodschap van die religies maar in de verwarring die mensen klaarblijkelijk zo vaak hebben in relatie tot die boodschap. Alle grote religies pleiten in hun eigen woorden voor naastenliefde, maar die naastenliefde verdwijnt vaak als sneeuw voor de zon wanneer er volgelingen van een andere religie (of zelfs volgelingen van een andere school binnen een religie) in de buurt komen. De tolerantie ten aanzien van andere religies, die de Dalai Lama bepleit, is geen gemeengoed, ook niet binnen het boeddhisme.
Op dit punt heeft de Dalai Lama makkelijk praten. Tolerantie is geen sinecure. Tolerantie vraagt om een open houding waarin je je kwetsbaar op stelt. De kunst daarbij is niet zozeer om de tekortkomingen, die je bij de ander meent te bespeuren, de ruimte te geven, maar om de tekortkomingen (of het anders zijn) van je eigen standpunt te onderkennen, in plaats van ze te vuur en te zwaard te willen verdedigen. De Dalai Lama lijkt er duidelijk van overtuigd te zijn dat zijn traditie perfect bij hem past en tegelijkertijd dat zijn traditie niet voor iedereen de juiste is. Hij wordt daarin geholpen door zijn boeddhistische achtergrond waarin er nadrukkelijk op gewezen wordt dat er geen absolute waarheid bestaat. En dan nog is het de vraag hoe je je veilig kunt blijven voelen terwijl je tolerant probeert te zijn voor het andere. Hijzelf heeft er klaarblijkelijk geen moeite mee zich veilig te voelen.
Doordat hij geen absolute waarheid claimt heeft de Dalai Lama ook makkelijk praten wanneer hij het over ethiek heeft. Het boeddhisme, en ander Indische tradities, zijn geen openbaringsreligies zoals christendom, Judaïsme en Islam. Goed en kwaad zijn bij de laatste drie absolute waarden die gegeven zijn door God. Iets is een zonde omdat God zegt dat het een zonde is (punt). Boeddhistische ethiek komt voort uit pragmatische regels die ontwikkeld zijn in het perspectief van de bevrijding. Iets is goed of verkeerd in relatie tot het doel dat je wilt bereiken.
Voor mensen uit een cultuur met christelijke, islamitische of joodse wortels is de stap van een religieuze ethiek naar een seculiere ethiek dan ook veel groter. Het volstaat niet om God buiten beschouwing te laten, je zult ook van het idee af moeten dat goed en kwaad absolute eenheden zijn. Een seculiere ethiek is mijns inziens dan ook alleen mogelijk op grond van pragmatisme.
Een goed voorbeeld van een dergelijke ethische opvatting is te vinden bij Gandhi. Ook al was hij religieus geïnspireerd, de maatstaf voor zijn ethiek was de menselijke behoefte. Vanuit zijn culturele achtergrond is een absolute waarheid niet voor de mens kenbaar. Het enige wat wij kunnen doen, is door anderen te overtuigen van onze (relatieve) waarheid tot een zo groot mogelijke consensus te komen. Toen Gandhi gevraagd werd om zijn bijdrage aan de zoektocht naar ‘universele rechten van de mens’ was zijn punt dat we ons niet moeten richten op rechten maar op plichten. Rechten volgen uit de bijdrage die een individu levert aan de gemeenschap en niet andersom. In een conflict als in Syrië of Nigeria zou de nadruk dan ook niet liggen op de rechten van de slachtoffers, maar op de plichten van de overheden en andere strijdende partijen om de bevolking te beschermen. Niet omdat zij die plicht in absolute zin hebben, maar omdat zij hun bestaansrecht als overheid of opstandeling ontlenen aan die plicht.
Door onze christelijke geschiedenis gaan wij er nog van uit dat een universeel geldige ethiek uit gaat van een absolute waarde. Het antwoord op de vraag waarom gij niet zult doden, wordt doorgaans beantwoord door te wijzen op de rechten van het individu. Maar waarom zou een individu daar recht op hebben en waarom zou je als samenleving opkomen voor dat recht? De stap die het Westen moet zetten om van een religieuze naar een seculiere ethiek te komen is een stuk groter dan de stap die de Dalai Lama of Gandhi moesten zetten.
Een seculiere ethiek vraagt om de onderkenning dat alles dat leeft probeert om lijden te voorkomen en geluk te verwerven, als fundamentele behoefte. En daarnaast dat je een onderdeel bent van een samenleving. ‘Niet doden’ in dat perspectief is niet verkeerd zonder meer, maar omdat het de samenleving ontwricht en daarmee de kansen op een veilig leven (met minimaal lijden en maximaal geluk) verkleint. En omdat de invloed van het doden van een ander invloed heeft op je eigen gemoedsrust. Het boeddhisme heeft alles in huis om deze redenering te kunnen volgen.
Wij mogen het vanzelfsprekend vinden dat liefde en compassie goed zijn, maar wanneer als reden daarvoor aangevoerd wordt dat het goed is voor ons eigen welbevinden, dan vinden we dat al snel egoïstisch. Voor de Dalai Lama bestaat er echter geen dichotomie tussen altruïsme en egoïsme. Zijn uitspraak dat een verstandig egoïst een altruïst is, is voor hem gesneden koek. Voor ons een raadsel om te ontcijferen.
Dit brengt me weer terug bij zijn oproep om niet van religie te veranderen omdat dat tot verwarring kan leiden. Onze cultuur is doorspekt van vooronderstellingen die voortkomen uit het christendom. Wij zijn ons daar echter in de regel niet van bewust, terwijl ze wel bepalend zijn voor hoe wij bijvoorbeeld compassie, karma en waarheid begrijpen. Dit kan tot misverstanden en verwarring leiden. Die zullen meestal niet tot krantenartikelen leiden of in geschiedenisboeken vermeldt worden, maar kunnen wel degelijk voor onszelf en anderen ongemak veroorzaken.
In de loop der jaren is de Dalai Lama steeds meer de nadruk gaan leggen op het belang van studie. Compassie is goed maar het vraagt wel om verdieping (om wijsheid). Hij wijst hier op wanneer hij les geeft en vorig jaar benadrukte hij dit ook ten overstaan van vertegenwoordigers van Tibetaans boeddhistische instituten. Hij riep ze op om vooral aandacht te besteden aan studie. Daarnaast kan men het dan ook over compassie hebben, en als mensen er behoefte aan hebben kun je (eventueel) ook nog wel wat aandacht besteden aan religieuze praktijken. Aldus zijn boodschap.
De Dalai Lama heeft makkelijk praten, want hij kent de grondslagen van zijn boodschap. Die zijn onderdeel van zijn cultuur en zijn studie. Wij kunnen zijn boodschap ter harte nemen omdat hij het zegt, omdat het zo voor de hand liggend lijkt of ons verdiepen in de diepe wijsheid die er aan ten grondslag ligt. De ogenschijnlijk eenvoudige boodschap heeft diepe gronden en de verleiding is groot om, op basis van onze culturele vooronderstellingen, er te gemakkelijk van uit te gaan dat we wel begrijpen wat hij bedoelt.
De Dalai Lama heeft makkelijk praten…
Nic zegt
Is die seculiere ethiek niet al voor een deel vastgelegd in de Mensenrechten van de VN ?
In wetboeken van afzonderlijke landen ?
Robert Keurntjes zegt
Er is een verschil tussen ethiek en rechten of rechtssystemen die verdedigd kunnen worden op basis van een seculiere ethiek.
De ‘rechten van de mens’ zijn niet opgesteld op grond van een seculiere ethiek, maar op grond van de eis dat ze universeel geldig zijn. Dat houdt in dat ze dusdanig geformuleerd moeten zijn dat ze vanuit iedere religieuze of culturele ethiek te onderschrijven zijn. Daarom is er ook voor gekozen om argumenten buiten beschouwing te laten. God of andere religieuze argumenten niet gebruiken is nog niet hetzelfde als het onderbouwen met seculiere argumenten.
Desalniettemin is het een goed voorbeeld van rechten die opgesteld zijn met respect voor iedere religie. Dat geldt ook voor meerdere nationale grondwetten. De Dalai Lama wijst graag naar India als voorbeeld.
oscar römer zegt
Deze schrijver begrijpt niet wat de Dalai Lama bedoelt. Tolerantie is eenvoudig en moeilijk tegelijk, denkt hij geweldloosheid in de wereld beter aan de man te kunnen brengen dan de Dalai Lama, Madela of Gandhi?
Robert Keurntjes zegt
Nee, dat denkt deze schrijver zeer zeker niet. Zoals in de eerste zin van het artikel al gezegd wordt is dit geen kritiek op de boodschap van de Dalai Lama. De schrijver wijst er op dat ondanks het gemak waarmee de Dalai Lama zijn boodschap verwoordt, er een hele wereld van ideeën en vooronderstellingen aan ten grondslag ligt, en we vooral niet te snel moeten denken dat we wel begrijpen wat de Dalai Lama precies bedoelt.
Die boodschap geldt evenzeer voor de schrijver zelf. Dus of hij de Dalai Lama begrijpt of niet weet ik niet, maar hij leeft wel in de waan dat hij door heeft wat hij moet doen om het stukje bij beetje te gaan begrijpen.