Stress is een fascinerend fenomeen, het lijkt als het lied van U2: You can’t life with or without it! In eerste impuls zullen de meesten van ons zeggen dat we graag stressloos zouden willen leven. Pff, natuurlijke rust en ruimte, niet? Een goede vraag is hierbij wat eigenlijk de functie van stress is?
Alle gedrag is een antwoord
In mijn zelfonderzoek vertrek ik van de premisse: alle gedrag is functioneel. Gedrag neem ik dan zo ruim mogelijk, dus ook ogenschijnlijke autonome reacties, zoals stress, gevoelens of gedachten, zie ik als gedrag. Gedrag is hier dan het antwoord dat ik geef op de vraag die de actuele omstandigheid mij stelt. En aangezien ik altijd ergens ben, is er altijd die vraag.
De actuele vraag is niet vrijblijvend
Zoals nu ik achter mijn bureau zit en het toetsenbord beroer om deze blog te schrijven: dit is mijn actuele antwoord op de vraag die mijn bedrijf en planning aan mij stelt: het is tijd voor promotie van mijn inzicht, benadering en dienstverlening. Mijn antwoord (gedrag) kan natuurlijk ook uitstel of afstel zijn (ja, komt ook voor :-).
Het antwoord heeft altijd kwaliteit
Punt is dat de actuele existentiële vraag niet vrijblijvend is: ik kan niet anders dan antwoord geven (ik kan mij immers niet niet gedragen!). En dat antwoord heeft een kwaliteit – ze is meer of minder adequaat.
Stress als graadmeter van kwaliteit
Laten we stellen dat hoe meer stress ik ervaar, hoe minder adequaat mijn antwoord is op de actuele vraag (situatie). En bij minder stress geef ik dus een adequater antwoord. Dan ontstaat de mogelijkheid stress als een graadmeter van de kwaliteit van mijn antwoord (gedrag) op mijn actuele situatie te gebruiken.
Gedrag kan (erg) contraproductief zijn
Uiteraard bestaat er geen algemene objectieve graadmeter; we zullen zelf door onderzoek en zelfreflectie in kaart moeten brengen waarom het ene antwoord (gedrag) adequater is dan een ander. Een vraag die ik bij stress gebruik is of mijn gedrag contraproductief is, ofwel gebeurd er in die situatie nu juist wat ik tracht te vermijden?
Gewaarzijn is de wortel
In de contemplatieve meditatietradities is de basisvaardigheid om dit soort onderzoek te kunnen doen gewaarzijn (awareness). De toepassing die we nodig hebben is alerte gerichte aandacht (mindfulness). Dit stelt ons in staat om ons stressniveau op te merken (juist ook als het nog onder onze gewaarzijnsdrempel is), de situatie helder waar te nemen en onmiddellijk te weten of ons antwoord (gedrag) adequaat is of niet.
Gehechtheid of afkeer
De belangrijkste en wellicht meest contraproductieve én stressverhogende omgang met stress is om het niet te willen, om niet gestressed te willen zijn! In het Boeddhisme wordt onze neiging tot gehechtheid (vasthouden aan wat prettig of bekend is) en afkeer (niet willen wat onprettig of onbekend is) gezien als de belangrijkste factor voor stress. In essentie is het iets anders willen dan wat er evident op dat moment ís.
Rust in de natuur van je geest
Eerder dan het te willen veranderen kunnen we de situatie zien voor wat die is, en door niet reactief te zijn (reageren uit gehechtheid of afkeer, inclusief onze afkeer van gestressed zijn!) en relaxed te blijven. Relaxed is hier: met rust en ruimte, met inzicht en overzicht. Ongeacht wat er gebeurd in de natuur van je geest blijven rusten.
Trainen van je geest
De natuur van de geest (Tib. rigpa) is er altijd, maar helaas herkennen we haar meestal niet. Vaak komt dat omdat we te druk zijn met andere zaken, waarvan het trachten veranderen van innerlijke- en uiterlijke omstandigheden een van de meest populaire is. We kennen het resultaat – stress en vaak teleurstelling. Het gaat er om wel te handelen, maar met een andere houding. Ja, die mag wel veranderen naar een minder reactieve en meer gelijkmoedige houding. Dat kan je doen door gerichte training van je geest, met meditatie en mindfulness voor rust, ruimte en compassie.