‘Als de advent start, begin ik de dag met een lach.’
Dat zegt Natasja Limmen. Advent is een periode voorafgaand aan de kerst. Natasja zit, volgens een artikeltje van de NOS, al in oktober gereed om elke dag een vakje van de bijbehorende kalender te openen en jezelf een cadeautje te geven. Een soort sigaar uit eigen doos, als ik het goed begrijp.
Advent: een in betekenis toenemend commercieel verschijnsel gericht op het zelf. Er heeft zich zelfs een heuse psycholoog over het fenomeen gebogen, ene Anne… weet ik niet meer, die verklaart dat het dagelijks openen van een vakje rust geeft en zelfs helend kan werken. Tsja… het gebruik van bedrukt toiletpapier kan ook helend werken voor hen die vinden dat bedrukt toiletpapier beter schoonveegt dan onbedrukt.
Anne vindt dat zo’n adventskalender zelfs zekerheid biedt. Die Anne toch. Mensen verzinnen de gekste dingen. De commercieverdwazing gaat zelfs zover, dat er adventskalenders met seksspeeltjes op de markt zijn. Hiermee krijgt het begrip ‘houvast’ een ietwat dubbelzinnige betekenis, maar genoeg over die adventskalenders. Wat ik eruit filter, tenminste, uit Anne’s toelichting, is het begrip ‘houvast.’ Zekerheid. Iets om je aan vast te klampen. Wij mensen, schepselen Gods, hebben dat nodig om het dagelijks leven aan te kunnen, sprak een bevlogen meneer ooit in een Tv-uitzending van de EO. Uiteraard raadde hij de kudde aan om die houvast in, zoals hij zei, ‘Den Heere’ te zoeken.
Grappig toch, terwijl één van de belangrijkste dingen die ik leerde toen ik, vol drempelvrees, mijn eerste schreden op het boeddhistische pad zette, dat er niets is om je aan vast te houden. Ook geen Heere. Onbewust zoek ik toch in dit leven naar houvasten, maar leer onderwijl dat ik permanent in het luchtledige grijp. Zelfs een keiharde stof als diamant is aan verandering onderhevig. Het duurt weliswaar even, maar tijdsindeling die we bedacht hebben bestaat tenslotte ook niet echt. De Drie Tijden, heden, verleden en toekomst zijn tenslotte slechts voortbrengselen van de denkende geest. Niets, helemaal niets in het universum is blijvend, maar het onverbeterlijke verschijnsel Mens wil niettemin stoffelijke en onstoffelijke zaken om zich aan vast te klampen. Zo willen we zekerheid over inkomen, huis, relatie(s), gezondheid, en als het even kan zelfs leven en dood. We sluiten er zelfs contracten op af bij de verzekeringsmaatschappijen. Ik doe wel eens oefeningen waarin ik mijn stoffelijk lichaam voorstel als volkomen transparant, niet-materieel, waardoor je het als vanzelfsprekend aanvaart dat je je niet anders dan tijdelijk aan het fysiek kunt vastklampen.
Dat geeft een paradoxaal gevoel van zekerheid, een soort spirituele houvast. De zekerheid dat we ons druk om niks maken. Zoiets als de herkenning wat in elke bevrijdingsleer geldt: dat de identiteit niet inherent bestaat. Dat alle verschijnselen niet zelfstandig kunnen bestaan en derhalve leeg zijn. Dit alles waargenomen door een waarnemer die niet werkelijk bestaat. Mensen zoeken daarnaast in het normale leven houvasten in concepten die even onbereikbaar zijn als onrealistisch. Oorlog als conflictoplossing. Vrede is er ook zo een. Vanaf het moment – en zelfs lang daarvoor – dat we uit de bomen kwamen en uit de grotten kropen roepen idealisten dat we in vrede moeten leven. Al duizenden jaren lang. Vrede wil je met tien vingers en meer vastgrijpen, omarmen en tegen je aanhouden. Maar: vrede is per definitie onbereikbaar omdat er te weinig mensen zijn die vrede in zichzelf vinden, zei mijn leraar ooit. Dus vonden we politici uit die dat voor ons in parlementen en op internationale diners moesten gaan regelen. Met als resultaat twee wereldoorlogen, terwijl de derde al decennia lang bezig is, zij het in gefragmenteerde vorm. Politici verdelen de wereld in hen die het met ze eens zijn, en die zijn dus goed, en zij die dat niet zijn, en die zijn dus niet goed. Of zelfs slecht.
Neem onze eigen (nou ja, eigen bij wijze van spreken dan) Geert Wilders, die dweept met Israël. Een land wiens bevolking de holocaust heeft moeten doorstaan, en dat nu genocide pleegt in de Gazastrook en andere gebieden. Geert koestert een pathologisch aandoende haat tegen de islam. Hoewel hij zelf agnost schijnt te zijn refereert hij regelmatig aan de joods-christelijke traditie waarop ons land gefundeerd is. Aan dat idee klampt hij zich vast alsof zijn leven ervan afhangt. Hij is een slimme man, die zou kunnen weten, dat zijn verkrampte houvast onzin is. Maar ontneem Geert zijn idee en zijn haar zal er spontaan zijn houvast aan het hoofd door verliezen en uitvallen. Nutteloos, trouwens, want hoe zat dat ook maar weer met die vos en zijn haaruitval?
Nee, vanuit welke invalshoek je het ook bekijkt, er bestaat niet zoiets als houvast in het leven. Dat is slechts een idee van de denkende geest. Tot ik erin geslaagd ben om me van dit concept los te maken richt ik me maar op de Hartsutra. U weet wel, die van vorm is leegte, leegte is vorm, en geen oog, geen oor, geen neus, enzovoort. En daar hou ik me dan maar aan vast.
Siebe zegt
Mooi gesproken. De lessen van de Boeddha worden ook gezien als een vlot dat je ook weer achter je laat als het zijn doel gediend heeft.
Wouter ter Braake zegt
Prachtig Henk. Je biedt mij met jouw woorden houvast….
Henk van van Kalken zegt
Dank, Wouter. Vergeet niet om die houvast tijdig weer los te laten…
Wouter ter Braake zegt
Beste Henk, ik ben van God los. Mijn geest is weer overal en nergens…
Henk van van Kalken zegt
Geen punt, Wouter. Wel oppassen dat je niet in één of andere dimensie verdwaalt. En schrijf nog eens en column.