Sinds Shinran weet ik minder dan ooit. Hij heeft nieuwe zaadjes van twijfel geplant in mijn gemoed. Gelukkig vind je bij broer Boeddha, Amida geheten, een bron van mededogen wanneer je je toevertrouwt aan zijn anderkracht.
Mahayana is een programmatische naam. Het betekent het Grote Voertuig. Alle mensen passen er ongeacht rang of stand in. De beweging zet zich af tegen het oorspronkelijke boeddhisme. Daarin was de boeddhaweg voorbehouden aan een handjevol monniken. De rest mocht de bedelnap vullen in de hoop op een gunstiger geboorte als monnik in een volgend leven.
Tot zover de gangbare voorstelling die Mahayana zich maakte (en maakt) van het Kleine Voertuig, Hinayana. Of deze voorstelling recht doet aan de geschiedenis, is een tweede.
Monastiek
Gautama Boeddha liet inderdaad een monastiek ideaal na. Zijn volgelingen leefden als vrijgestelden in een communiteit van gelijkgestemden.
Ik kan me wel voorstellen waarom. Het achtvoudig pad en de andere ankers van de leer van de Boeddha zijn dermate ambitieus dat zij om volledige toewijding vragen. Het gaat er niet om het een beetje te doen, maar helemaal. Een leven zonder persoonlijk bezit en de groepsdruk, vierentwintig uur per dag, scheppen de optimale omstandigheden wanneer je er helemaal voor wilt gaan.
Zo’n duizend jaar na de Boeddha ontstond het zenboeddhisme. Zen is volbloed Mahayana. Toch kozen zenboeddhisten veelal voor een bestaan als monniken in gemeenschappen. Waarom, zou je je kunnen afvragen. Daar zijn historisch gezien verschillende antwoorden op te geven. Eén daarvan is in ieder geval hetzelfde als in de periode van het oorspronkelijke boeddhisme. Als een religieus ideaal vraagt om volledige toewijding, dan volgt de leefwijze vanzelf.
Ondergeschikt
Wij leven in deze eenentwintigste eeuw in een andere periode, die van het moderne boeddhisme. Het moderne boeddhisme is een produkt van economische, maatschappelijke en religieuze ontwikkelingen die de wereld sinds ongeveer het jaar 1800 in hun greep kregen.
Mahayana noem ik tegenwoordig in gedachten liever neo-boeddhisme. Mahayana is immers zo’n beladen begrip. Het zelfverstaan van Mahayana doet geen recht aan de geschiedenis.
Gautama Boeddha geldt als inspiratiebron maar zijn leer wordt ondergeschikt gemaakt aan de opvattingen van Mahayana. Binnen Mahayana bestaat onvoldoende begrip en belangstelling voor de Boeddha en de sutra’s van het oorspronkelijke boeddhisme.
Skandha’s
Verzonken in diepe meditatie doorzag de bodhisattva Avalokiteshvara dat de vijf skandha’s leeg waren, zegt de Hartsutra.
Doorzien wij echter wel dat dit een boodschap was aan de scholen van het oorspronkelijke boeddhisme? Hun filosofie werd afgeserveerd en vervangen door de filosofie van de leegte.
Daarom gebruik ik liever neo-boeddhisme als benaming: om op een neutrale wijze tot uitdrukking te brengen dat we te maken hebben met twee verschillende vormen van boeddhisme, die elk in hun eigenheid dienen te worden begrepen.
Hoewel ik met mijn beleving uit volle overtuiging midden in een van oorsprong neo-boeddhistische traditie sta, is deze in mijn ogen niet superieur, maar gelijkwaardig aan de tradities van het oorspronkelijke boeddhisme.
Orale traditie
Een kenmerk van het moderne boeddhisme is dat we in een tijd leven waarin verschillende (maar niet alle) boeddhistische tradities elkaar in het Westen ontmoeten. De bronnen van al deze tradities zijn voor het eerst voor een breder publiek toegankelijk.
Van oudsher kenden op zijn best boeddhistische leraren de geschriften (van hun eigen school) en hun volgelingen niet of nauwelijks. Op zijn best, want vaak werden boeddhistische leraren in een orale traditie opgeleid door hun voorgangers. Geschriften speelden in de geschiedenis van het boeddhisme niet altijd een grote rol.
Conservatisme
In het Westen is dit anders. Menig leek leest hier boeken over boeddhisme, niet alleen van de eigen traditie (indien van toepassing), maar ook van andere. Dit plaatst leraren voor een nieuwe situatie.
Iedere verandering van betekenis vergt meerdere generaties. Wij zitten midden in dit proces. Ik zie hierin ook een grote kans. Wij kunnen de verschillende tradities bevrijden uit hun relatieve isolement door leer en praktijk te herijken aan de hand van de beschikbare bronnen.
Fragmentatie en conservatisme zullen zonder twijfel tot weerstand leiden. Maar het perspectief wenkt van een beter gedeeld begrip van elkaars wortels en meer verbinding in een breder, hechter opererende boeddhistische beweging. Zen zal hierin ongetwijfeld meeveranderen.
Robuust
Ondertussen ben ik maar een eenvoudige zenboeddhist, een klein radertje in het gehele uurwerk. Als er iets is wat ik mis in het Zen van het moderne boeddhisme, dan zijn het kloosters, meer zenkloosters hier in het Westen. Robuuste opleidingscentra, waarin mensen die daar de belangstelling voor hebben, intern kunnen gaan en zich, zolang als het duurt, kunnen wijden aan het realiseren van hun ware aard. Kloosters als kweekscholen voor bodhisattva’s die zich na het afronden van hun opleiding toeleggen op het bevrijden van zoveel mogelijk andere levende wezens.
Inzicht verwerven in je ware aard is niet buiten het bereik van ons, gewone stervelingen, die buiten de gemeenschap van monniken hun bestaan leiden. De hele geschiedenis van het boeddhisme is vol van voorbeelden van mensen die temidden van de beslommeringen van huis en haard een vorm van inzicht en bevrijding hebben verworven.
Cirkel
Maar ik ben me wel iets gaan afvragen sinds Shinran op mijn weg is gekomen.
Krijg je in het dagelijks leven de cirkel wel ooit gesloten? Inzicht mag dan, misschien, soms, binnen je bereik liggen, maar bestaat er enige kans van slagen om je gedrag, je gewoonte-energieën, op een betekenisvolle manier bij te buigen en lijden blijvend te transformeren tot geluk?
Sinds Shinran weet ik minder dan ooit. Hij heeft nieuwe zaadjes van twijfel geplant in mijn gemoed. In hoeverre zouden wij willen dat zulke transformatie tot de mogelijkheden behoort en in hoeverre behoort deze daadwerkelijk tot de mogelijkheden? Ik weet het niet. Ik weet niet of wij ons in het gewone-mensen-bestaan wel echt kunnen losmaken van onze samsarische gebondenheid waarin we nieuw karma blijven aanmaken.
Mededogen
Ik aarzel in een neo-boeddhistische litanie van niet weten, van nu eens zus en dan weer zo. Gelukkig vind je bij broer Boeddha, Amida geheten, een bron van mededogen wanneer je je toevertrouwt aan zijn anderkracht; dat dan weer wel.
Nu eens zus en dan weer zo. Nu eens Zen en dan weer Reine Land. En soms twee-in-een. Als ik op mijn gevoel afga, dan loopt daar, op die plek, ongeveer de weg van het midden.
Niet oefenen, niet mediteren, is te kort door de bocht. Maar misschien dat je hiervan ook weer niet te veel moet verwachten wanneer je niet voor een langere periode als vrijgestelde in een monnikengemeenschap kunt leven. En misschien moet je er zelfs daar niet voor iedereen heil van verwachten.
Een dosis realiteitsbesef voor al dat overspannen gehyp rond meditatie en mindfulness. In ‘boeddhisme light’ loert het gevaar van zelfbedrog levensgroot.
Namu Amida Butsu.
guido zegt
Mooi artikel Jules!
Mijn leraar zegt weleens: “niet zomaar gaan zitten” en “eerst je motief (om te gaan oefenen)helder krijgen, dan volgt van daaruit het(voor jou) juiste oefenen.
Meen trouwens te weten dat de chinese zen een mengeling is van ch’an en reine land boeddhisme, dus zo vreemd is jouw geraakt worden door beide blijkbaar ook niet.