Chinese autoriteiten hebben boeddhistische scholen in twee kloosters in Tibetaanse bevolkte gebieden in het Westen van China gesloten en honderden beginnende monniken gedwongen om naar staatsinternaten te gaan die lesgeven in het Mandarijns, aldus Tibetanen die op de hoogte zijn van de situatie.
Ambtenaren zeiden dat jonge monniken in opleiding in het Kirti klooster in het district Ngaba en het Lhamo Kirti klooster in het district Dzoge – beide gelegen in de provincie Sichuan – nog niet de leeftijd hadden bereikt waarop ze kloosteronderwijs kunnen krijgen. De Chinese autoriteiten hebben die leeftijd nu vastgesteld op 18 jaar, hoewel kinderen van 5 of 6 jaar oud zich eerder al mochten inschrijven voor onderwijs in kloosters.
Deze maand zetten de autoriteiten ouders onder druk om hun jonge kinderen na de zomervakantie niet terug te sturen naar de kloosters – die nu door de politie worden bewaakt. In plaats daarvan moeten de ongeveer 1.000 novicen in het Kirti klooster en 600 novicen in het Lhamo Kirti klooster nu naar door de overheid beheerde residentiële scholen.
De maatregelen maken deel uit van de systematische pogingen van de Chinese regering om het Tibetaanse boeddhisme te siniseren door de Tibetanen loyaler te maken aan de Chinese Communistische Partij en haar politieke agenda dan aan hun eigen religieuze doctrine, zeggen experts.