Elf vragen bij het verhaal van de kosmische grap.
(Deel 13 van een reeks van 15 artikelen over de kosmische grap.)
Als je een verhaal wel of niet gelooft, ben jij het dan zelf die het wel of niet gelooft of is het Bewustzijn?
Als het volgens jou Bewustzijn is dat het wel of niet gelooft, doet het dat dan in alle oprechtheid of doet het weer eens alsof, om daarna te kunnen genieten van zijn onoprechtheid?
Als Bewustzijn doet alsof, doet het dat dan tenminste wel oprecht of doet het alleen maar alsof het doet alsof?
Kan Bewustzijn eigenlijk wel iets anders dan doen alsof?
Als Bewustzijn niet anders kan, kan je dan wel zeggen dat het doet alsof? Kan je dan wel zeggen dat het iets kan?
Ben ik het die deze vragen stelt aan Bewustzijn of stelt Bewustzijn ze aan mij of via mij aan jou of aan zichzelf, of doe ik, jij of het maar alsof?
Nu we het er toch over hebben: doet Bewustzijn misschien ook alleen maar alsof het Bewustzijn is? Presenteert het zich aan zichzelf als iets dat het helemaal niet is om eens te kijken hoe het voelt als het dat wel zou zijn? Zo ja, wat is het dan wel? Zou het herontdekken van zijn ware aard, niet-bewustzijn, de enige manier zijn waarop het daarvan kan genieten?
Presenteert Bewustzijn zichzelf mogelijk als iets dat is, terwijl het eigenlijk helemaal niet is, gewoon om eens te kijken hoe het zou zijn om te zijn? Zou het herontdekken van zijn niet-zijn, of van zijn zijn als niet-zijnde, de enige manier zijn waarop het daarvan kan genieten?
Wat als het verhaal van de kosmische grap zelf de kosmische grap is, waarmee iets of iemand, een universele of partiële, ideële of commerciële, uiterlijke of innerlijke komiek, komediant, goeroe of ouwehoeroe jou een oor aannaait?