Hoe meer je erover zegt, hoe meer je jezelf vastzet.
Niet-weten is recursief, het slaat terug op zichzelf. Wie het echt niet meer weet, weet dat ook niet echt meer. Een consequent doorgeredeneerd niet-weten vernietigt zichzelf, waarna je met lege handen staat. Het toppunt van niet weten is het einde van niet weten.
Non-dualisme is al even recursief. Wie niet meer heilig gelooft in zijn dualistische gedachten, kan ook niet meer heilig geloven in het onderscheid tussen dualisme en non-dualisme. Een consequent doorgeredeneerd non-dualisme vernietigt zichzelf, waarna je met lege handen staat. Het toppunt van advaita is het einde van advaita.
Hoe zullen we die lege handen eens noemen? Het weten voorbij? Het weten voorbij het weten? Niet-weten? Het niet-weten voorbij? Het weten voorbij niet-weten? Het niet-weten voorbij niet-weten? Het niet-weten voorbij niet-weten voorbij? Niet-niet-weten?
De dualiteit voorbij? Non-dualiteit? De non-dualiteit voorbij? Vedanta? Vedanta voorbij? Non-vedanta?
Wijsheid? De wijsheid voorbij? De wijsheid voorbij alle wijsheid? De wijsheid voorbij alle wijsheid voorbij?
Dwaasheid? De dwaasheid voorbij? De dwaasheid voorbij alle dwaasheid? De dwaasheid voorbij alle dwaasheid voorbij? Het voorbijzijn voorbij?
Je kan van verlichting spreken of van verduistering, van agnose of toch maar weer van niet-weten. Je kan het een debacle noemen of een triomf, een pyrrusoverwinning, een vervloekte zegen of een gezegende vloek.
Mogelijkheden genoeg, maar noemen is grijpen, grijpen is hebben, hebben is houden, en vol zijn je handen alweer, en weg is je lege leer.
Hoe meer je erover zegt, hoe meer je jezelf vastzet. Ook zwijgen brengt je geen nanometer dichterbij.
Tussen woord en stilte vind je de deur naar non-dualiteit.