Deze tekst maakt deel uit van het in 2024 te verschijnen boek ‘Wiswerk; bevrijd menszijn’, van auteur Ad van Dun. Het boek bevat twee visualisatie-oefeningen waarvan dit fragment deel uitmaakt. Deze oefeningen illustreren en accentueren het belevingsaspect van menszijn. Meer informatie hierover is te vinden op https://dharmoebe.nl/visie/wiswerk-boek/
Water
Oefenend in je grot en je openend voor grote voeling met leven, ervaar je op je gemak hoe het in- en uitademen je doet deinen en pulseren, als in een branding. De grot zal niet voor niets gelegen zijn in een oceaanomgeving. Je wordt je bewust van de vitale werking van water op de aarde en door de aarde en rondom de aarde – en dat wil zeggen: door en rondom het lichaam werkt oceanische levenskracht.
Moment op moment deint je adem als oceaanwerking, hij stijgt en daalt als eb en vloed, contractie en verspreiding, opname en stuwing. Continu word je van binnenuit voorzien van scheppingskracht en elke uitademing is gelegenheid om die kracht te verspreiden en mee te leunen op de stuwende, verbindende werking van binnen naar buiten.
Zo verleg je jouw oefenbeleving van de grot naar de branding buiten en je laat je zakken in het oeroude spel van eb en vloed. Je leunt ontspannen ruggelings in de branding, in de grote, betrouwbare stuwing van levenswerking. Geleidelijk lijkt het verre silhouet van de wereld te vervagen en de exacte details ervan krijg je minder en minder mee.
Adem en branding versmelten in één continuïteit, waardoor het lichaam soepeler contouren krijgt en steeds meer de activiteit van leven zelf wordt, een verfijnde en open belevingsruimte: oceaangezag, in alle cellen. In je en om je heen heerst overal uitnodigende voeling, veel intiemer en directer dan de oude, ruwe en bekende, werelds geïnventariseerde indrukken.
Je oriënterend, navoelend en inlevend blijkt dit water probleemloos leefbaar en vitaliserend en steunend. Het is in staat je te verbinden, het voelt nabij en betrouwbaar en schenkt geborgenheid. Het neemt je op, draagt, verzacht, wiegt je. En heel vanzelfsprekend geef je je over in volledig vertrouwen: de pure levenskracht van dit water blijkt jou te kunnen laten ademen hier. Je zit in het water, ademt in water, je bent waterbestaan en voelt de continue uitnodiging tot overgave.
Zo verzink je, levend en wel, steeds liever, steeds vollediger.
Een serene, droomachtige omgeving is het water, een veilige schoot voor beleving van de kleurrijke wezens die hier huizen. En jouw zakken daarin is het zakken in deze kracht, in het leven met al zijn verschijnselen en mogelijkheden en werking: niets dan bewogenheid in allerlei vormen, in elke gemoedsbeweging en geestesgesteldheid.
Je voelt hoe betrouwbaar het leven in zijn diepste werking is, en je laat het gezag ervan tot in elke porie toe. Zo is er niets anders dan directe, pure bewogenheid, voortkomend uit het leven zelf.
Maar je beseft ook: dit bewogen worden heeft een herkomst. Dus wil je de aard leren kennen van dit pulseren, want hier werkt de uitnodigende beleving van een krachtige bron, die voeding geeft aan al wat er leeft.
Dit totale beleven heeft een fijner karakter dan enkel het ervaren van bewogenheid. Dit is een kracht die zélf niet lijkt te bewegen, als een geheime bron die het water doortrekt en leven laat gloeien en bloeien, als ondergronds magma, een vuurzee onder de aarde.
En zo zak je, steeds liever alles loslatend, steeds dieper naar de bodem van al dit water, op zoek naar nog grondiger kracht.