Waarom het Kennen zelf ook een illusie is.
Maarten: Al het gekende is een illusie.
Hans: Dan ook de gedachte dat al het gekende een illusie is.
Maarten: Maar niet alles is een illusie.
Hans: Wat dan niet?
Maarten: Het Kennen van het gekende.
Hans: Wie zegt dat er zoiets is?
Maarten: Het Kennen gaat vooraf aan het gekende. Het Kennen is waarin het gekende verschijnt. Zonder Kennen geen kennis.
Hans: Maar dat weet je dan toch ook niet?
Maarten: Wat niet?
Hans: Dat het gekende in het Kennen verschijnt? Dat het gekende ergens in verschijnt? Dat er zoiets is als het Kennen? Dat we dingen alleen maar kennen doordat ze in het onkenbare Kennen verschijnen?
Maarten: Volgens de advaita vedanta…
Hans: Wat je ook over het Kennen beweert, het behoort per definitie tot het gekende. En al het gekende is volgens jou een illusie.
Maarten: Als het Kennen niet zou bestaan, hoe zou het dan ooit als kennis aan ons kunnen verschijnen?
Hans: Wou jij beweren dat alles waarover we kennis menen te hebben daarom wel moet bestaan? Engelen, trollen, goden, duivels, heksen, geesten, zielen, ether, flogiston?
Maarten: Wou jij beweren dat ook het Kennen een illusie is?
Hans: Ik wou beweren dat alles wat je erover zegt, ook dat het bestaat en moet bestaan, volgens jou een illusie is.
Maarten: En volgens jou?
Hans: Volgens mij heb jij een probleem.