Maart 2013. Ik herinner het me als de dag van gisteren. Teleurgesteld stond ik in een grote boekhandel in Utrecht. Het boek waar ik voor kwam hadden ze niet. Min of meer door toeval liep ik met een boek van Thich Nhat Hanh de winkel uit. Niet veel later had ik mijn leraar gevonden. Het voelde als thuiskomen.
Enige tijd later zocht ik naar informatie over boeddhistisch eten. Min of meer toevallig kwam ik uit bij de recepten van Jessica Hummel (https://boeddhistischdagblad.nl/schrijvers/jesjeshum/). Ik vond het heel jammer dat de reeks niet doorliep, trok de stoute schoenen aan en schreef een tijdlang zelf recepten voor de rubriek B’eter.
Vijf jaar geleden, ik had inmiddels een nieuwe baan, voelde het ietwat ongemakkelijk dat mijn oude stukjes werden herplaatst. Niet zozeer vanwege de recepten, maar meer vanwege de persoonlijke ontboezemingen. De stukjes waren een momentopname, de ‘ik’ die de stukjes had geschreven was niet meer de ‘ik’ van vijf jaar geleden. Ook de wereld was veranderd. De stukjes werden op mijn verzoek onder pseudoniem gezet, mijn dharmanaam, in 2014 van Thich Nhat Hanh ontvangen toen ik bij een retraite de Vijf Aandachtsoefeningen aannam (https://www.aandacht.net/beoefening/teksten#).
Weer vijf jaar later is de situatie opnieuw anders. Nieuwe ik, nieuwe werkelijkheid. En ook nu heb ik een recent boek van Thich Nhat Hanh gelezen: Met Zen de Planeet Redden (https://www.aandacht.net/winkel/boeken-thich-nhat-hanh/met-zen-de-planeet-redden). Het boek eindigt met een oproep aan de lezer: Moeder Aarde heeft je nodig. Wat ga jij doen? Schrijven voor het BD kwam weer in beeld als concrete actie. Maar er is meer veranderd in de afgelopen 10 jaar, en ik wil het dit keer anders doen. De klimaatcrisis is erger dan ooit, de biodiversiteitscrisis ook, er is een energiecrisis en een stikstofcrisis bij gekomen. Zelfs in Den Haag en onder wetenschappers wordt veel gesproken over de broodnodige eiwittransitie – van dierlijke naar plantaardige eiwitten – die een einde kan maken aan al deze crises. Ook staan kranten en tijdschriften tegenwoordig vol met vegetarische en vegan recepten: plantaardig eten is behoorlijk mainstream geworden.
Wat kan een rubriek B’eter nog bijdragen? Net als vroeger kan ik weer mijn bronnen en bevindingen met jullie delen. De dierlijke productie- en consumptieketen is de grootste bron van dierenleed, klimaatverandering, en biodiversiteitsverlies op aarde. Een groot deel van het landbouwareaal wordt gebruikt voor veeteelt en productie van veevoer. Dat leidt tot vernietiging van de tropische regenwouden, de stikstofcrisis en andere ellende. Om nog maar te zwijgen over het dierenleed. Op deze plaats kan ik feiten en cijfers met de lezer delen, die ik tegenkom in mijn werk als milieuwetenschapper. Zoals dit: ‘We gebruiken wereldwijd ongeveer 80 procent van alle landbouwgrond voor veevoer, terwijl uiteindelijk nog geen 20 procent van de calorieën die we mondiaal verbruiken van dierlijke producten komt. Dat is omdat dieren ook moeten eten, en ze bij hun stofwisseling energie verbranden en ontlasting produceren. Het is dus veel landgebruik, voor uiteindelijk weinig voedsel voor de mens’ (https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/kunnen-we-met-onze-landbouwgrond-de-klimaatstrijd-winnen/).
Daarnaast heb ik een nieuw project bedacht waarbij ik de hulp van de lezers nodig heb. Ik zal dat kort uitleggen. Weliswaar staan de kranten en tijdschriften tegenwoordig vol met vegan recepten, maar die zitten vaak vol exotische, uitheemse ingrediënten als chiazaad, jackfruit en kokosmelk. Ook is de industrie druk bezig met vegan vervangers voor bekende producten, zoals speckreepjes (met ck), bitterballen en Magnum ijsjes. Allemaal prima ontwikkelingen, maar het roept bij mij de vraag op: wat aten de mensen vroeger, toen vlees nog een luxe product was dat hooguit op zondag op tafel kwam? In het Midden-Oosten heeft men falafel, hummus, tabouleh, shakshuka, baba ganoush. In India heeft men dahls en curry’s. In Indonesië tempeh, tofu, gado gado. Heerlijke vegetarische en vegan gerechten waar geen vleeseter de neus voor ophaalt. Wat hebben wij in Nederland/Noordwest Europa als vega-klassiekers? Hebben wij die wel?
Ik heb mijn eigen ouders deze vraag gesteld, tachtigers, in Tsjechoslowakije opgegroeid. Ze konden zich diverse recepten herinneren uit de Tweede Wereldoorlog en de tijd erna, met aardappels in de hoofdrol. Van geraspte gekookte aardappels en meel, soms met ei, werd een soort deeg gemaakt, waarvan dan diverse soorten balletjes werden gemaakt, met of zonder vulling, die werden gekookt. Denk aan gnocchi. Daar at je dan bijvoorbeeld zuurkool bij. Verder waren bospaddenstoelen het vlees van de armen. Bospaddenstoelen kun je op verschillende manieren gebruiken: als schnitzel frituren, roerbakken, in het zuur inleggen, drogen. Van gedroogde paddenstoelen en aardappelen kon je een voedzame soep koken, indien voorradig met winterpeen, knolselderij en/of kool. Met karwij en majoraan als smaakmakers. Linzen werden ook gegeten: gekookt, met gebakken ui, augurk, en als het kon een gebakken eitje erbij. Een ander geliefd ingrediënt dat werd gebruikt als vleesvervanger, onder andere voor het maken van pasteitjes en burgers, was groene kool. Groene kool is tegenwoordig niet populair meer. Zodra ik groene kool te pakken krijg (ik woon in een dorp met beperkte mogelijkheden) ga ik enkele van deze recepten voor jullie proberen en daar over berichten.
Maar nu zijn jullie als lezer aan de beurt! Wat aten Nederlandse en Vlaamse vegetariërs/vegans en mensen die gedwongen werden door omstandigheden (oorlog, armoede) om vegetarisch te eten vroeger? In de tijd dat de winkels niet vollagen met vleesvervangers en exotische producten van ver weg? Denk aan de Tweede Wereldoorlog t/m de jaren ’60 van de vorige eeuw. Wat zijn de familierecepten die toevallig vegetarisch zijn? Graaf in eigen geheugen of interview je ouders of grootouders of anderen die deze tijd bewust hebben meegemaakt – al dan niet vegetariërs. Of kijk in oude kookboeken. Ik ben met name op zoek naar smakelijke Nederlandse/Vlaamse recepten van voor- en hoofdgerechten (vrijwel) zonder vlees en zuivel. Het mag ook uit de buurlanden zijn (Noordwest Europa). Stuur een reactie naar janaverboom@gmail.com dan beloof ik die recepten te proberen en hier te delen, liefst natuurlijk met een verhaal erbij over de oorsprong. Ondertussen zal ik zelf ook doorgaan met de vraag stellen aan ouderen in mijn eigen netwerk. Opdat we samen een archiefje kunnen maken met duurzame vegaklassiekers van eigen (Europese) bodem. Overigens mogen jullie mij ook andere recepten sturen die je het delen waard vindt. Liefst plantaardig. Ik ben benieuwd!
Louis zegt
Ik ben de zoon van een slager en een kok van niks maar je oproep vind ik geweldig, back to basic en het eenvoudig houden.
Paula Kubicek zegt
Hoi Jani, dankzij je moeder kan ik je stuk lezen. Erg leerzaam, inderdaad, terug naar de tijd van onze oma’s, dichtbij de natuur. Ik woonde in een dorp, alles hebben wij vanuit het natuur gehaald. Wat wij gegeten hebben was toch vol vitamines en mineralen, neem nou alleen maanzaad en de recepten er mee. Die je nu alleen op broodjes ziet. Vlees was er alleen op zondag, te duur, bijna niet te verkrijgen.Wij hadden een tuin met alles wat groente, fruit betreft. Voorrad in de kelder voor de hele winter, veel ingepot. Ipv chips, snoep zelfgemaakte tutti frutti. Wij hebben alleen seizoen groente, fruit gegeten. Doe ik nog steeds. Hoop dat je artikel veel mensen leest, hoop dat iedereen bewust wordt van zijn aandeel voor betere milieu, behoud van natuur. Lieve groetjes Pavla