Vorige week keek ik naar een documentaire van omroep Max over de verrichtingen van in leeftijd oudere mannen en vrouwen in een Rotterdamse sportschool. Sport verbroedert en ook hier, rijk en arm worden geconfronteerd met aftakeling en een naderend einde.
Dat hoorde je door de hele docu heen: die is ook al dood, en die ook, en ook die. Daarom sprongen ze touwtje, klommen op banken en bewogen dat het een lieve lust was. Om de dood een tijdje voor te blijven. Het was een hartstikke leuke reportage met Rotterdamse humor.
De dochter van een nog kwieke 91-jarige sportende vader sprak haar vader moed in. Je kunt wel honderd worden, zei ze. Haar vader was binnenkort jarig en vierde dat met twee minuten stilte.
Ik heb dat zelf ook dat ik constateer: die is dood, die is dood en die ook. En van sommigen vermoed ik het. Ik mis ze maar ben niet verdrietig. Ik weet niet goed hoe ik dat gemis moet noemen. Ik ben nog steeds met hen verbonden maar ze zijn aan gene zijde. Het zijn herinneringen.
De laatste weken ben ik meer dan anders met mijn eigen naderende dood bezig, komt misschien door het kwakkelende weer, Monutaweer en een haperende centrale blokverwarming zodat er in de Kloosterbunker een temperatuur heerst als in een oven.
Ik voel me een beetje schuldig om straks het loodje te leggen. Dat komt omdat een aantal lieve mensen in mijn omgeving ooit tegen mij gezegd heeft hoe verschrikkelijk ze het vinden als ik er niet meer zou zijn. Dat spookt maar door mijn hoofd. Ik wil mensen niet graag pijn doen. En hoe ik dat op moet lossen weet ik niet. In stilte vertrekken? Ik heb al een graf in Beekbergen, in de bossen. ‘Goh, ik heb Joop al een tijdje niet gezien. Nee, joh, die is nogal op zichzelf.’
Tegen mijn kleinzoons heb ik ooit gezegd dat opa op een moment hartstikke dood dood is. Dat vonden ze niet leuk, dat hartstikke. Gewoon dood, opa, zeiden ze.
Moedig voorwaarts!
Jan Gerhard Dam zegt
Je zit te kniezen grote reus,die bunker van jouw sluit je op,ga op” onderweg” neem je kleinzoon mee,of nog beter laat hem jouw meenemen,leef…..
Joop Ha Hoek zegt
Kniesoor is een mooi woord. Kleinzoon wil niet meer met opa op pad, hij verslijt twee paar schoenen per maand. Zondag gaan we toch effe naar Beekbergen, een lekker broodje eten in het dorp. En dan weer terug naar die heerlijke Kloosterbunker waar het nooit saai is voor een columnist.
Ruud van Bokhoven zegt
Waar geboorte is is dood, een natuurlijke wet, al hoop ik wel Joop dat je je laatste verhuizing naar Beekbergen lang zal uitstellen.