Moet er niet iets gebeuren als we mediteren? Een transformatie? Moeten we niet hard oefenen, lang en veel mediteren, zware retraites… om de verlichting te bereiken? In de Lotus Sutra zegt de Boeddha dat je enkel en alleen al door het horen van de Sutra onmiddellijk kunt ontwaken.
De Lotus Sutra is zo een 500 jaar na de historische Boeddha ontstaan. Het is geen filosofische tekst. Het is ook geen meditatie-instructie. Het is veeleer een verzameling sprookjesachtige verhalen. Maar metaforen kunnen onmiddellijk naar de kern wijzen.
In een beroemde passage krijgt Manjushri de vraag of hij dan daadwerkelijk iemand kent die dank zij de Lotus Sutra op een korte tijdspanne tot volledig ontwaken is gekomen. Manjushri noemt de dochter van de Drakenkoning, een meisje van acht. Op dat ogenblik verschijnt het meisje. Shariputra krijgt de bedenkelijke eer om alle vooroordelen van een ‘male chauvinistic’ monastiek boeddhisme te verwoorden. ‘Hoe kan iemand in het verontreinigde lichaam van een vrouw tot ontwaken komen?’ Het meisje is niet echt onder de indruk. Heel spontaan geeft ze de Boeddha een kostbare parel en tot ieders verrassing neemt de Boeddha het kostbare geschenk spontaan aan. ‘Ging dat niet snel?’ vraagt het meisje aan de verbijsterde Shariputra. ‘Kijk, nog sneller’, zegt ze olijk, en voor de ogen van de aanwezigen verandert ze in een Boeddha die vervolgens in een ver land voor een grote menigte de Lotus Sutra predikt.
De functie van het verhaal is op het eerste gezicht duidelijk. Het legt een bom onder bestaande vooroordelen. De Boeddha had tijdens zijn leven duidelijk gesteld dat vrouwen even goed als mannen tot ontwaken konden komen. Blijkbaar was het 500 jaar later hoognodig om dat nog eens een duidelijk onder de aandacht te brengen.
Maar er is meer. Wat maakt dat het drakenmeisje ter plekke verandert in een Boeddha? Wat bewerkstelligt de transformatie?
Het zijn geen lange retraites. Geen uren op een kussen zitten. En ook al is het een sprookje, het is niet een bovennatuurlijke ingreep van de Boeddha. Het cruciale moment is wanneer het meisje, onbevangen, de Boeddha een kostbare parel geeft.
De act van onbevangen geven is ontwaken, is bevrijding.
Bevrijding van wat? De klassiek triade is begeerte, afkeer, verwarring. Het is het onbevangen: ‘Je mag het hebben.’ Het woord onbevangen is hier belangrijk. Het is geen geven om iets terug te krijgen. Het is gewoon geven.
De Boeddha zelf neemt hem onbevangen aan. Dit onbevangen geven en het onbevangen nemen maakt deze interactie tot een ontmoeting van ‘een Boeddha met een Boeddha’.