Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. Hoeveel afleveringen deze serie gaat tellen, is pas na de laatste aflevering bekend. Deze keer:
Tactvolle aanpassing.
‘Ik heb deze diepe, mysterieuze WET helemaal doorgrond, zoals alle boeddha’s in het universum dat konden en hebben gedaan. En al lijkt het soms dat ze allemaal een andere leer verkondigden, in de basis was en is het steeds hetzelfde!’ zo gaat de Boeddha verder. Dit is een belangrijke mededeling. Ook in deze wereld, in onze tijd, denken mensen dat er verschillende leren en verschillende waarheden zijn. Sommige daarvan werpen ze ver van zich af omdat ze in hun ogen gewoon verwerpelijk zijn. Andere laten ze los omdat ze er zogezegd ‘klaar mee zijn’ of doordat ze zelf vinden dat ze deze zijn ontgroeid. Maar Boeddha zegt: in de basis zijn ze allemaal gelijk! En omdat hij dat doorzag, gaf Shakyamuni Boeddha op drie niveaus onderricht. Hij noemt dat de drie voertuigen: 1) het voertuig van de luisteraars (shravaka-voertuig) 2) het voertuig van hen die verlicht zijn (pratyekaboeddha-voertuig) en 3 het voertuig van verlichten die zichzelf bevrijd hebben van het rad van wedergeboorte maar ervoor gekozen hebben actief te blijven wederkeren om alle wezens te bevrijden (bodhisattva-voertuig). Steeds weer is tactvolle aanpassing nodig aan het niveau van de personen tot wie Boeddha zich richt. Alle op Gierentop aanwezige toehoorders verbazen zich erover dat Shakyamuni steeds maar op de noodzaak van tactvolle aanpassing blijft hameren. Ze vragen zich af wat hij eigenlijk wil zeggen. Saripoetra vraagt dan ook: ‘Alom Geëerde, waarom verheerlijkt u die tactvolle aanpassing steeds? En waarom benadrukt u voortdurend de absolute onbegrijpelijkheid van de WET? Dat hebben we nooit eerder uit uw mond gehoord. We weten niet wat we daar nu van moeten denken. Leg het nog eens uit, als u wilt.’
Ik snap de vraag om uitleg wel. Drie voertuigen? Welke dan? Eerst hebben we het over ekajana, hinayana, mahayana, en nu ineens over shravaka, pratyekaboeddha en bodhisattva voertuigen. Wat is het nou? Of zijn er 2×3 voertuigen, dus eigenlijk 6? Hoe zit het precies?
Shakyamuni geeft aan het niet uit te willen diepen: ‘Geloof me, het is beter voor u wanneer ik het niet uit ga leggen.’ Maar Saripoetra is óf een stijfkop, óf een doorzetter, óf een mannetje dat gewoon van geen ophouden weet. Hij blijft aandringen en zegt: ‘Ik vraag het nog een keer. Leg het ons dan uit. Ik weet zeker dat er hier genoeg lieden zijn met voldoende verstand om hetgeen u zegt te vatten en daar vervolgens naar te leven. ‘ In de soetra staat het er eerbiediger en met meer omhaal van woorden, maar hier komt het op neer. Boeddha schudt zijn hoofd en zegt:
‘ Genoeg Saripoetra! Als ik dieper op de waarheid inga, zullen er trotse mensen zijn die aan mijn woorden gaan twijfelen, er de spot mee gaan drijven en gaan zeggen dat het onmogelijk te geloven is.’ Maar Saripoetra zou Saripoetra niet zijn wanneer hij daarna zijn mond zou houden. Dat doet hij dus niet. Hij blijft aandringen. Uiteindelijk zegt Boeddha, na een poosje zwijgend te hebben nagedacht: ‘Goed. Jij wint. Omdat je zo nederig blijft aandringen kan ik niet blijven weigeren. Ik zal het zo simpel mogelijk proberen uit te leggen, maar dan moet jij goed luisteren, het in je geheugen prenten en er later in alle rust lang over nadenken!’
Na deze woorden van de Boeddha stappen er liefst vijfduizend toehoorders op. Ze verlaten de bijeenkomst. Waarom? Daar waren verschillende redenen voor. Sommigen dachten dat ze al verlicht waren en geen verdere lering nodig hadden. En er zijn lieden die gewoon te trots zijn om te blijven luisteren. (‘Hoezo zou ik gaan twijfelen? En waarom zou ik ergens de spot mee gaan drijven? En hoe dom denkt hij dat ik ben dat iets onmogelijk te geloven is?’). Anderen waren gewoon niet langer geïnteresseerd (‘Waar gaat dit over? Ik ga weg. Ik heb wel wat beters te doen dan luisteren naar dit gepreek’.) En weer anderen waren de weg inmiddels al helemaal kwijt of vervielen in oude, kwalijke gewoonten. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Ook vandaag de dag zijn er mensen die menen wel wat beters te doen te hebben dan naar Boeddha’s leringen te luisteren. En in onze tijd zijn er ook zat lieden die liever vasthouden aan kwalijke gewoonten dan een pad in te slaan dat hen in de gelegenheid stelt zichzelf van alle lijden te bevrijden. Ze willen best van slechte gewoonten af, maar daar moet dan een ander voor zorgen, of iets anders, bijvoorbeeld een pilletje.
Boeddha houdt de vertrekkenden niet tegen. Waarom zou hij? Geen van de weglopers was blijkbaar in de stemming om naar zijn woorden te luisteren, en áls hij ze zou tegenhouden, zouden ze toch niks opsteken, want geen van hen had een open geest. Wij zeggen dat iemand die niet wil luisteren ‘dovemansoren’ heeft. Tegen iemand met ‘dovemansoren’ kun je uitleggen wat je wilt, hij of zij heeft er geen boodschap aan. Niet alleen veel complotdenkers hebben dovemansoren, iedereen die op een of andere manier een vooringenomen standpunt inneemt, heeft ze. Een klein kind wil nog wel eens zijn handen tegen zijn oren drukken om iets niet te horen, volwassenen hoeven dat niet meer te doen. Vooringenomenheid is effectiever dan was in de gehoorgang. Het blokkeert elk geluid dat afwijkt van wat je wilt horen.
Kan het Boeddha dan niks schelen dat er vijfduizend mensen vertrekken? Laat het hem onverschillig? Dat staat er niet! Hij laat ze gewoon gaan. Juist omdat hij met ze begaan is. Later zegt hij bijvoorbeeld tegen de overgebleven toehoorders: ‘… ik ben bekommerd om hen die niet meer tot onze gemeenschap behoren. Wees zo goed om ook hen mijn woorden over te brengen.’ Zo is dat. Boeddha weet dat het geen enkele zin heeft mensen ergens toe te dwingen. Meestal heeft dat zelfs een averechts effect. Ouders ervaren dat vroeg of laat ook: het heeft geen zin je puberende zoon of dochter ergens toe te dwingen, zelfs niet voor hun zogenaamde bestwil. Wanneer de tijd rijp is, willen ze alsnog weten wat je te zeggen had. De kans bestaat dan dat je inmiddels zelf tot andere inzichten gekomen bent en blij bent dat je eerst niks hebt gezegd. En als je toch hetzelfde als toen wilt zeggen, kun je op hun tijd doen in de zekerheid dat ze willen luisteren.
Boeddha toont hier tact. Hij past zich aan.
Wanneer iedereen die weg wil ook werkelijk weg is, gaat Boeddha verder. Hij zegt: ‘Luister nu aandachtig naar wat ik ga vertellen. Elk woord is van betekenis! De Boeddha verklaart de WET op talloze aangepaste manieren, zoals door het vertellen van parabels of het voeren van vraaggesprekken’.
Dit zijn geen typisch boeddhistische manieren. Ook Jezus sprak vaak in parabels en Socrates staat bekend om het voeren van vraaggesprekken. In het onderwijs noemt men het voeren van vraaggesprekken zelfs de Socratische methode. En ik wijs er maar op dat sprookjes en fabels ook een soort parabels zijn. Kinderen groeien ermee op. Menig volwassene vergeet de diepere betekenis ervan vaak weer, zo hij of zij die diepere betekenis ooit heeft verstaan. Boeddha vertelt ook sprookjes! Hore wie horen wil.
‘Het doel waartoe Boeddha deze WET predikt, komt erop neer dat boeddha’s op aarde verschijnen met slechts één doel voor ogen, en dat is om voor ieder mens op aarde de vraag te beantwoorden: ‘Waarom is de mens op aarde?’
Hè? Dat is toch een vraag uit de christelijke catechismus?