Onlangs werd het (opnieuw gepubliceerde) boek van Selma Leyendorff en Harry Mock ‘Het Joodse proletariaat van Amsterdam 1900-1940 in woord en beeld‘ gepresenteerd waarin meerdere werken uit de collectie van het Joods Virtueel Museum van de schilder Gerard Johan Staller worden getoond.
Hiermee is ook een nieuw moment aan gebroken waarin de verzamelaar van de collectie van het Joods Virtueel Museum niet meer anoniem is en de erkenning en waardering kan ontvangen die hij verdient, na vele decennia de collectie opgebouwd te hebben.
In dit boek staan meerdere afbeeldingen van de Joodse buurt, geschilderd door Gerard Johan Staller, die in het bezit zijn van het Joods Virtueel Museum. Het boek gaat vooral over de armoede en vervuiling in de Joodse buurt in Amsterdam waarvan 1 kleine tekening die Staller maakte ook akte geeft.
Op de Nieuwe Uilenburgerstraat, middenin de oude Jodenbuurt, werd op 11 januari de nieuwe editie van een boek gepresenteerd dat gaat over diezelfde buurt. Het boek omschrijft de erbarmelijke omstandigheden waarin er voor de oorlog in de Jodenbuurt geleefd werd. Bijzonder aan deze editie zijn de beelden die eraan zijn toegevoegd. ‘Je ziet dat de mensen echt bestaan hebben en niet alleen een naam zijn.’
‘Vieze, arme buurt’
Historicus en auteur van het boek ‘Het Joodse proletariaat, 1900-1940 in woord en beeld’, Selma Leydesdorff, laat de kaft van het boek zien. ‘We zien venters, fruitventers’, vertelt ze. ‘Het bijzondere hieraan is dat er weinig beelden bestaan van de armoedige joden.’ De beelden zijn uitgekozen door Harry Mock. Hij beaamt dit. ‘De kleurenfotografie was nog in ontwikkeling en mensen gingen die vieze arme buurt niet in.’
Straathandel
Kunstenaar Gerard Johan Staller deed dit wel. Hij woonde in de Jodenbuurt, ondanks dat hij zelf niet Joods was. Hij schilderde onder anderen de straathandel in de buurt. ‘Deze is geweldig’, zegt Mock, terwijl hij wijst naar een afbeelding in het boek. ‘De handelaar probeert een laken te verkopen aan deze vrouw. Je ziet echt dat ze met haar handen voelt wat de kwaliteit van het laken is. Dat is echt uniek!’
De aanleiding voor het vernieuwen van het boek ‘Wij hebben als mens geleefd’ was voor Leydesdorff het Namenmonument. ‘Ik ergerde me aan het monument, omdat mensen daar alleen namen zijn’, zegt ze. Daarnaast is ze zelf Joods. ‘Met alle respect voor het monument, maar ik vind het niet genoeg.’
Het eerste boek werd overhandigd aan oud-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur Hedy d’Ancona. ‘Altijd een eer’, vindt d’Ancona. Toen ze zelf in 1955 sociale geografie ging studeren in Amsterdam, viel het haar al op dat er niet werd gesproken over hoe de Jodenbuurt voor de oorlog was. ‘Dit boek is een monument’, zegt ze. ‘Net als het namenmonument aan de Weesperstraat. Het is er laat gekomen, maar zo is er eindelijk toch aandacht voor en wordt er betekenis gegeven aan een heel bijzonder gebied in Amsterdam.’
Nieuwe editie over Amsterdamse Jodenbuurt van voor de oorlog: “We geven de mensen een gezicht” – AT5