Graag attendeer ik lezers van het Boeddhistisch Dagblad op de kunst-installatie TIME van de Japanner Tatsuo Miyajima in het Noord-Brabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Nog te zien tot en met 2 oktober 2022.
De installatie, waarvan de werktitel ‘Samsara’ luidt, bestaat uit 290 kleurige digitale tellers (LED’s) in een streng grid verdeeld over zwart geschilderde zaalwanden. De toeschouwer wordt aan alle kanten omgeven door geruisloos verspringende cijfers: ze tellen af van 9 naar 1, elk in z’n eigen tempo, nul komt niet voor. Na de 1 volgt een korte pauze waarin de teller ‘op zwart’ gaat om vervolgens weer bij 9 te beginnen. Per tel-ronde wisselen de cijfers van kleur. Er zijn 7 verschillende kleuren.
Het werk is karakteristiek voor Miyajima (Tokyo, 1957). Sinds 1987 manifesteert hij zich met high-tech middelen om uitdrukking te geven aan een notie van tijd waarbij “alles met elkaar verbonden, in continue verandering en van permanente duur is.” Hij plaatst daarmee een circulair besef van tijd tegenover het wereldwijd nog altijd gangbare lineaire tijdsbegrip.
De nul komt in Miyajima’s tel-installaties niet voor omdat deze staat voor een definitief einde, de dood. ‘Samsara’ wijst immers op de eindeloze levenscycli van geboorte, dood en wedergeboorte.
Is dit ‘Boeddhistische kunst’? Titel en concept zouden al snel tot zo’n conclusie kunnen leiden. Zeker, de kunstenaar zelf verantwoordt zijn werk inhoudelijk met verwijzing naar zijn Boeddhistische achtergrond en dito filosofie. Toch doet het zijn werk tekort om het enkel in het licht van ’t Boeddhistische gedachtegoed te zien.
Op de eerste plaats verhoudt Miyajima zich tot de kunstgeschiedenis en meer bepaald tot de Japanse culturele traditie, waarin het werkelijk verstrijken van de tijd een belangrijke rol speelt zoals in de bloemschikkunst en theeceremonie. “De geschiedenis van de hedendaagse kunst in Japan is er tot nu toe een geweest van imitatie van Amerikaanse en Europese ontwikkelingen binnen de kunst. Er was weinig werkelijke oorspronkelijkheid, een gevolg van het feit dat kunstenaars verzuimden de wezenlijke fundamenten van de Japanse kunst te bestuderen. In mijn werk wil ik die thema’s opnieuw onderzoeken – ze erven -, thema’s die lange tijd deel hebben uitgemaakt van de Japanse kunst – ik wil er uitdrukking aan geven met behulp van eigentijdse middelen.,” aldus Miyajima.[i]
Die eigentijdse middelen zijn voor hem essentieel omdat digitale technologie ‘cultureel neutraal’ is en in de hele wereld door iedereen ‘verstaan kan worden’. Miyajima gaat daarmee uitdrukkelijk in tegen de tendens bij veel van zijn generatiegenoten die in hun werk een integratie van Oosterse en Westerse denkbeelden nastreven. Het gaat hem om iets wezenlijkers, iets dat èn actueel èn van mondiale betekenis is: Tijd. Niet de voorstelling van tijd, maar de beleving ervan.
Als bezoeker van de tentoonstelling neem je niet alleen de verandering van getallen waar, maar onderga je tevens de ruimte als een continue veranderende omgeving. Het verstrijken van de tijd kun je daarin op twee manieren beleven: als toe-schouwer van de extern veranderende cijfers of – op een meer fundamenteel niveau – als een continu veranderend wezen dat zelf ‘verstrijkende tijd’ is. “Door een appèl op het ‘innerlijk oog’ tracht hij (Miyajima) het zelf naar buiten te laten treden, aan te zetten tot grotere zelfexpressie en via die zelfexpressie tot een besef van eenheid met de buitenwereld”[ii].
Hoezeer zijn tijd-installaties ook refereren aan allerlei hedendaagse wetenschappelijke opvattingen rondom tijd, hoe mathematisch, technisch en abstract zijn installaties er ook uitzien, uiteindelijk gaat het Miyajima om de individuele bezoeker te verleiden zelf na te denken over zulke fundamentele aspecten van ons leven als waarneming van tijd.
“De tijd, uitgangspunt voor een reflectie die veel vragen oproept, wordt in Tatsuo Miyajima’s kunst voorgesteld als rakend aan de kern van alles. Gelijktijdig zowel idee als beleving, zowel abstract begrip als concreet zichtbaar fenomeen, wordt tijd gepresenteerd als de sleutel voor alles – KEEP CHANGING: CONNECT WITH EVERYTHING: CONTINUE FOREVER.”[iii]