Van de man die net naast het niet-grijpen greep.
Een keuze uit drie kwaden
Volgens het trilemma van Agrippa moet je bij het rechtvaardigen van een stelling kiezen uit drie kwaden: dogmatisme, een cirkelredenering of een oneindige regressie.
Geen van deze alternatieven biedt houvast, behalve op de wijze van de fictieve fantast die zichzelf aan zijn haren uit het moeras trok: de Baron von Münchhausen. Vandaar dat het trilemma van Agrippa ook wel het münchhausentrilemma wordt genoemd.
Wie het trilemma volledig onder ogen ziet kan volgens Agrippa alleen maar scepticus zijn. Een andere uitweg is er niet. Ik zal uitleggen waarom. Daarna zal ik uitleggen waarom zijn driestelling drie keer niks is en Agrippa beter Grippa had kunnen heten.
Twee manieren om een stelling te rechtvaardigen
Volgens Agrippa kun je een stelling S maar op twee manieren rechtvaardigen:
1. Door botweg te stellen dat iets nu eenmaal zo is: S want S.
2. Door een beroep te doen op een onderliggende stelling, S’, waaruit S langs logische weg wordt afgeleid.
S want S
Te zeggen dat iets nu eenmaal zo is heet dogmatisme.
Een bewering in de vorm S want S heet een tautologie.
Bij het debiteren van tautologieën doet de dogmaticus graag een beroep op het gezond verstand. S heet dan vanzelfsprekend, evident, zonneklaar, onbetwistbaar te zijn.
Rationalisten als Leibniz en Descartes probeerden zo de gaten in hun betoog te verbloemen. Ze schoten er natuurlijk niets mee op; evident of niet, een onberedeneerde stelling is en blijft een dogma.
S want S’
Wie een beroep doet op een onderliggende stelling S’, verschuift het probleem. Gevraagd naar een rechtvaardiging van S’ zal hij zich moeten beroepen op een onderliggende stelling S”, enzovoort.
Deze terugschrijdende beweging heet regressie, en die kan eindig, circulair of oneindig zijn.
Eindige regressie
Een eindige regressie bestaat uit een beperkt aantal stellingen, waarvan de onderste/eerste alle andere draagt terwijl ze zelf ongerechtvaardigd blijft.
Iemand die gelooft dat het stapsgewijs terugvoeren van een stelling op een onbetwijfelbaar uitgangspunt voldoende rechtvaardiging biedt, heet in het Engels een foundationalist – een aanhanger van het foundationalisme.*
* De filosoof Maarten Boudry stelt voor om zo iemand een fundamentist te noemen, een aanhanger van het fundamentisme – niet te verwarren met fundamentalisme.
Zelfevidentie (S want S) kun je opvatten als de kortst denkbare eindige regressie.
Circulaire regressie
Als je achteruit redenerend op een eerder gebruikte stelling stuit, ontstaat er een cirkelredenering.
Iemand die gelooft dat de hechte, circulaire samenhang van een groep uitspraken voldoende rechtvaardiging biedt voor iedere uitspraak afzonderlijk, heet een coherentist – een aanhanger van het coherentisme.
Zelfevidentie (S want S) kun je opvatten als de kleinst mogelijke cirkelredenering.
Oneindige regressie
Als je almaar achteruit blijft redeneren, ontstaat er – in theorie – een oneindige regressie.
Iemand die gelooft dat een in theorie oneindige regressie voldoende rechtvaardiging biedt voor iedere afzonderlijke stelling, heet een infinitist – een aanhanger van het infinitisme.
Niet-weten
De uitweg uit het zoeken naar een uitweg.
Als stellingen inderdaad op geen enkele wijze te rechtvaardigen zijn, zoals Agrippa claimt, geldt dat natuurlijk ook voor zijn eigen stelling. Wie het trilemma van Agrippa volledig onder ogen ziet moet het wel afwijzen. Een andere uitweg is er niet. Wie het toch aanvaardt mag zichzelf Grippa noemen maar geen Agrippa.
Tja, dat komt er nu van als je je aan je haren uit het moeras trekt. Voor je het weet heb je jezelf gescalpeerd, en zie dan nog maar eens aan een toupetje te komen. Agrippa’s driestelling is een suïcidisme.*
* Suïcidisme: uitspraak die zichzelf ontkracht; synoniem: zelfmoordenaar.
Zelfs wanneer het trilemma van Agrippa volgens een of andere logica toch te rechtvaardigen zou zijn, hoef je je daarom nog niet tot het scepticisme te bekeren. Ik tenminste niet.
Wie niet weet heeft geen boodschap aan welke logica ook. Het staat hem vrij om er aanspraak op te maken, erin mee te gaan, ertegenin te gaan, ermee te spelen, ermee te spotten, op een alternatieve logica over te schakelen of er zonder meer van weg te lopen.
Een agnost raakt daarom nooit gevangen in redeneringen. Niet in die van anderen, niet in die van hemzelf. Hij hoeft er dus ook niet uit bevrijd te worden.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Een agnost heeft geen uitweg nodig. Agnose is de uitweg.