Lang geleden hadden wij een ronde tafel waaraan wij als gezin, de moeder van mijn kinderen, de twee kinderen zelf en ik, de partner van de moeder van mijn kinderen zaten tijdens de maaltijd. Dan was het ook tijd voor goede gesprekken met elkaar, uitwisseling van ideeën, behoeften en alledaagse dingen. Hoe was je dag?
Ik had het zelf niet in de gaten maar ik dicteerde de voortgang van het gesprek, gaf elke aanzittende om de beurt de mogelijkheid iets in te brengen in het gesprek, wees nog net de kinderen en moeder niet aan. Ik was dat zo gewend als voorzitter van de ondernemingsraad: een agendapunt, eerste ronde, tweede ronde met opmerkingen van de OR-leden en dan een besluit. Niemand die daar iets van zei, ook niet dat de vergadertafel niet rond was en ik aan de kopse kant zat als voorzitter, met naast mij de secretaris.
Maar in de huiskamer verliep dat toch enigszins anders, ik werd niet direct als een dictator gezien, maar de ‘bijeenkomsten’ waren niet echt huiselijk. Eigenlijk ontbrak alleen de agenda en besluitenlijst. Het moest wel fout gaan, en dat gebeurde ook, op een dag zei de moeder van mijn kinderen, terwijl ze me liefdevol en begrijpend aankeek (dan komt de boodschap beter aan): ‘Joop, we zitten hier niet in de OR, hoor’. Ik daalde van grote hoogte neer en het werd weer een ronde tafel.
Toen ik zelf nog een kind was hadden we ook een grote ronde tafel in de huiskamer staan. Daar aten we ook aan. Mijn vader werkte na het faillissement van zijn bakkerij als opleider (kras) in de Rotterdamse haven en maakte vaak zelf zijn eten klaar als hij in de middag naar zijn werk ging voor avond- en nachtdienst. Maar zondags was hij meestal thuis en aten we gezamenlijk aan de ronde tafel. Mijn moeder schepte het eten op onze borden, wij als kinderen kregen het eerst opgeschept. ‘Ze moeten er nog van groeien, Frans’, zei ze dan tegen mijn vader. Die knikte omdat hij wist dat het grootste portie toch voor hem was.
Ja, je maakt wat mee aan ronde tafels.
Moedig voorwaarts!