Een pasgeboren baby geeft de indruk veel te vroeg geboren te zijn. De negen maanden zwangerschap lijken niet voldoende te zijn geweest, gezien de hulpeloosheid van de baby. Pasgeboren dieren zijn al veel verder in hun ontwikkeling bij de geboorte. De premature baby, geboren na een voldragen zwangerschap, heeft een groot voordeel, het geeft de mens namelijk een enorme mogelijkheid om te leren na de geboorte. De hersenen van het kind zijn werk in uitvoering.
Het kind leert vooral als de opvoeders het kind helpen bij het ontdekken van de wereld. Wat gestimuleerd wordt, ontwikkelt zich, wat verwaarloosd wordt, stagneert en dat geldt zeker voor de hersenen. Kenmerkend voor de goede opvoeding is dat de opvoeder medieert tussen omgeving en kind en gericht is op de ontwikkeling van het kind. Opvoeders brengen hetgeen van belang is in hun groep, stam of cultuur over op de kinderen. Zo maken ze hem deelgenoot.
Goede opvoeders hebben de toekomst van hun kind voor ogen. Zijn er geen mediërende opvoeders die het kind stimuleren, dan is de kans groot dat de verstandelijke ontwikkeling stagneert. We spreken dan van pedagogische verwaarlozing of culturele deprivatie.
In Nederland worden relatief veel kinderen door de jeugdbescherming uithuisgeplaatst en moeten daardoor soms een deel van hun jeugd opgroeien in een instelling. Dat heeft echter grote nadelen. Instellingsopvoeders hebben vaak alleen een goed einde van hun dagelijkse dienst voor ogen, terwijl de ouders hun opvoedhorizon bij de volwassenheid van het kind hebben liggen. Daarnaast is het voor de ontwikkeling van de hersenen niet goed om te wonen in een groep kinderen die allemaal problemen hebben. Het zou juist aanbeveling verdienen om de juiste mensen om je heen te zoeken. In dat verband hebben we de methode community support ontwikkeld. Bij deze hulpverleningsmethode wordt gebruikt gemaakt van het eigen netwerk en wordt aan mensen gevraagd of ze zich positief willen inzetten voor de ontwikkeling en ondersteuning van kind en gezin. Deze mensen vormen samen een steungroep. Op deze wijze, zo hebben we aangetoond, kunnen uithuisplaatsingen van kinderen voorkomen worden.
We geven een voorbeeld van de gevolgen van een tekort aan mediëren. Kinderen zijn in hun denken impulsief en moeten leren om niet te slordig en gehaast te denken. De inbreng van een opvoeder is daarbij belangrijkrijk. De opvoeder wijst op de informatie die van belang is voor het oplossen van een probleem, leert het kind om het probleem dat hij ervaart te formuleren, vervolgens een plan te maken en dit uit te voeren en de uitvoering te evalueren. Ouders die dit planmatig denken niet of weinig mediëren bij hun kind, kunnen deze denkvaardigheid niet aanleren bij hem of haar, met als mogelijk gevolg dat de hersenen zich op dat gebied slechter ontwikkelen. Bij groepsopvoeding in een instelling is voor planmatig denken nauwelijks aandacht. Vaak zie je dat daardoor deze kinderen te impulsief blijven en daar ook op volwassen leeftijd grote beperkingen door ondervinden, die ten koste kunnen gaan van het zich zelfstandig redden in de samenleving.
De hersenen vormen zich naar hetgeen je ervaart. Hersenverbindingen die veel gebruikt, worden sterker en omgekeerd. De opvoeding van je ouders, de subculturen in de samenleving, de mensen met wie je omgaat bepalen mede hoe delen van je hersenen zich sterk ontwikkelen en andere delen niet.
In het Westen is een sterke nadruk op het idee dat we een ‘zelf’ hebben, een piloot in ons hoofd die de noodzakelijke beslissingen neemt. De gedachte dat een dergelijk ‘zelf’ mogelijk slechts een geloof is, kan er bij veel mensen niet in, zo overtuigend is dit idee ingetraind binnen het gezin en in het onderwijs. We moeten vooral een -ik- zijn gericht op succes, carrière maken, geld verdienen en macht verkrijgen. Onze hersenen zijn zo gewend aan het -ik-en-de-wereld of zelfs -ik-tegenover-de-wereld idee, dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat het ook anders zou kunnen zijn. Het -in-de-wereld-zijn, zoals we als kind beleefden, zijn we vergeten. Alles draait nu om -ik- en de ander moet maar voor zichzelf zorgen. Voor die ander kan je invullen je partner, je collega, je medemens, de natuur enzovoort. Hier geldt: als we hetgeen we geloven zien als de werkelijkheid, dan zullen de consequenties ervan werkelijkheid zijn.