Het nieuwe Dharmahuis in Euskirchen zou de ontmoetingsplaats voor dit interview zijn. Helaas geldt ten tijde van dit interview het advies om geen niet-essentiële reizen te maken. Daarom ontmoeten Jigen en ik elkaar een aantal keren via het beeldscherm, en zijn we in de blauwe gloed van het scherm met kleine vertraging met elkaar verbonden. De verbinding schept een vreemd soort nabijheid en afstand tegelijk. Toch is het veel meer dan elkaar helemaal niet ontmoeten. Wij spreken Nederlands, want na bijna tien jaar wonen op de Noorder Poort, spreekt Jigen vele malen beter Nederlands dan ik Duits.
Wil je iets vertellen over je leven?
Ik ben geboren in 1953 in het dorpje Saal in Beieren. Mijn ouders zijn eenvoudige, lieve, intelligente mensen. Ik heb een zus die vier jaar jonger is en ik herinner me nog heel goed hoe wij speelden met mijn vader, en samen in de tuin werkten.
Mijn ouders hebben door de oorlog geen gewone jeugd gehad. Zij hadden geen idee wat het voor mij en mijn zusje betekende om jong te zijn en dat dan ook nog als meisje. Nadat ik de lagere school had doorlopen wilde mijn vader dat ik een opleiding als secretaresse ging doen om daarna naar het bedrijf te gaan waar hij werkte. Maar ik wilde naar het gymnasium en voor het eerst was ik moedig genoeg om dat door te zetten. Na het gymnasium begon ik met een studie rechten in Hamburg, maar ik stapte al vrij snel over naar sociologie.
Ik heb lang over mijn studie gedaan, want ik werkte ernaast. Bovendien had ik veel vrienden en was ik politiek betrokken. Ik was bezig met anarchisme, communisme, marxisme, maar ook met feminisme en ecologie. Ik werkte in een café dat collectief werd geleid en dat werd een heel belangrijke ervaring voor mij. In die tijd was ik een raadsel voor mijn ouders.
Van 1983 tot 1987 zat ik in de fractie van de Grünen in de Bondsdag, dat was toen nog in Bonn. Ik was zowel fractiemedewerker als parlementslid. Soms nam ik mijn dochter Lina, die toen een jaar of vier was, mee naar de Bondsdag. Zij zat dan naast me op een stoel stil te spelen met papier en kleurpotloden.
Toen ik aan het parlementswerk begon had ik grote verwachtingen, maar ik ben veel illusies armer geworden tijdens mijn zoektocht naar mogelijkheden om de wereld en de mensen te helpen. Ik initieerde in die tijd een congres met het thema: politiek, wetenschap en spiritualiteit, want ik wilde het politieke en het spirituele met elkaar verbinden. Intussen voelde ik me schuldig naar Lina omdat ik zoveel werkte, ook al nam haar vader een groot deel van de zorg op zich.
Na mijn werk voor de Bondsdag heb ik het Wassermanncentrum Zuid-Duitsland opgericht. Daar kreeg het werken in een collectief en ook de verbinding tussen spiritualiteit en politiek een nieuwe vorm. Ik had opleidingen in bio-energetica en gesprekstechnieken gedaan, wat goed van pas kwam. In die tijd kreeg ik mijn tweede dochter en niet zo lang daarna ontmoette ik Prabhasa Dharma voor het eerst.
Hoe ging de eerste kennismaking met Prabhasa Dharma zenji?
Wij zaten naast elkaar op het podium op een groot congres, dat door een boeddhistisch centrum in Zwitserland was georganiseerd. Er waren meerdere spirituele leraren uitgenodigd om te komen spreken over hoe in hun eigen leven de verbinding tussen spiritualiteit en politiek was ontstaan.
Prabhasa vertelde tijdens het congres hoe ze met een paar andere mensen Mount Baldy in Californië opbouwde en hoe haar band was met Joshu Sasaki roshi. Terwijl Prabhasa vertelde, dacht ik regelmatig: ‘Ah, dat zou ik ook op die manier gedaan hebben.’ Na het congres wisselden we onze adresgegevens uit. In de zomer organiseerde het Wassermanncentrum een veertiendaagse cursus over meditatie en healing, en daar nodigde ik Prabhasa voor uit. Ik haalde haar van het vliegveld en op weg naar het Wassermanncentrum kwamen we in een file terecht, waardoor we ineens heel veel tijd hadden om met elkaar te spreken.
Nadat ik Prabhasa naar haar kamer had gebracht, ging ik even rusten en dommelde ik weg op een sofa. Half slapend, half dromend dacht ik: ik ga met haar mee en breng mijn kinderen naar hun vaders. Toen schrok ik wakker en dacht: nee, nee, dat wil ik niet. Mijn idee toen was dat ik geen leraar nodig had, maar wat ik wel wilde was Prabhasa’s werk leren kennen. Dat zei ik ook tegen haar, waarop ze me een klein, verfrommeld papiertje gaf met data en een telefoonnummer van een centrum in Neumühle in Saarland.
Ik gaf mij op voor de cursus die Prabhasa daar van 25 november tot 8 december zou geven zonder dat ik het programma kende. Maar toen ik later zag wat dat inhield schrok ik enorm. Mediteren van ’s ochtends vier tot ’s avonds elf uur. Ik twijfelde hevig of ik wel moest gaan, ook al omdat me duidelijk werd dat je geacht werd van het begin tot het eind te blijven. Uiteindelijk besloot ik om wel te gaan en zo kwam ik in mijn bloemetjesoutfit niets vermoedend in Neumühle terecht, in een gezelschap van meer dan vijftig mensen, die voornamelijk in zwarte robes rondliepen. Daar begon ik aan mijn eerste dai-sesshin, gevolgd door een rohatsu, met daartussen slechts twee vrije dagen. Dat was het begin. Het waren twee weken in de hemel en in de hel, en toen het afgelopen was dacht ik: wanneer is de volgende sesshin?
Wat betekende het voor jou om een leraar, een meester te hebben?
Toen ik Prabhasa leerde kennen wist ik, dat ik op een bepaalde manier iets van haar kon leren, omdat ze was zoals ze was. Wat mij heeft aangetrokken in haar is dat ze zo helder was. Ze was zeker van wat ze deed, wat ze zei en wat ze dacht. Ze was absoluut helder op het niveau van het denken, maar ook helder, of noem het trefzeker, of effectief, in het doen van wat juist was. Daarnaast was ze toegankelijk, en aanspreekbaar wanneer iets niet goed ging.
Vanaf het eerste moment voelde ik me verwant aan Prabhasa. Een jaar nadat ik haar leerde kennen werd bij Prabhasa de diagnose kanker gesteld. Zij is acht jaar ziek geweest, afgewisseld met periodes dat het wel goed met haar ging. Jiun roshi heeft in deze jaren veel van haar werk overgenomen. Vaak is het moeilijk om te zeggen wat je precies hebt geleerd, dat weet je soms pas vele jaren later, maar samenvattend kan ik nu zeggen dat ik zen leerde kennen via Prabhasa Dharma zenji, terwijl met Jiun Roshi zen deel werd van mijn leven.
Is Jiun roshi ook jouw leraar, meester?
Ja zeker, voor honderd procent, maar op een andere manier. Toen ik Prabhasa ontmoette was ik zevenendertig. Ik keek tegen haar op en zette haar altijd een beetje op een voetstuk. Het vertrouwen in Jiun roshi is nog dieper, al is het moeilijk om te vergelijken. Als ik bij Prabhasa in de wachtkamer zat voor sanzen, was ik gespannen omdat ik het goed wilde doen. Bij Jiun roshi ben ik rustiger, ervaar ik meer ruimte.
Je hebt bijna tien jaar op de Noorder Poort gewoond, hoe is dat voor jou geweest?
Ik ben in 2008 naar de Noorder Poort gegaan. Er waren toen twee bewoners, die niet geordineerd waren tot unsui. Het was op dat moment niet duidelijk of ik als unsui zou kunnen trainen. Twee jaar later werd dat toch mogelijk. In de unsui training zijn de basis elementen individuele begeleiding door Jiun roshi, dagelijks twee tot drie uur mediteren, studie, werken en deelnemen aan alle zenprogramma’s. De ordinatie tot unsui in 2010 was en is voor mij het allerbelangrijkst, het was mijn belofte dat deze weg prioriteit heeft boven al het andere, en dat ik deze weg ga met Jiun roshi. Het was een grote stap, want het is een heel diepe verbinding voor de rest van mijn leven.
Jij bent van een generatie waarin individuele vrijheid een groot ideaal was; hoe werkte dit voor jou terwijl je unsui was?
Natuurlijk waren er in de jaren als unsui ook situaties waarin het moeilijk is geweest, maar vrijheid was voor mij al lang niet meer doen wat je zelf wil. Ik geef een voorbeeld. Ik was altijd heel gedreven in het willen opbouwen van een gemeenschap. Ik wist dat mijn tijd op de Noorder Poort een trainingsperiode was en dat ik daar niet tot het einde van mijn leven zou blijven. Prabhasa wilde dat er in het noorden, het oosten, het westen en het zuiden centra zouden komen. In dat verlangen van Prabhasa heb ik altijd een rol voor mezelf gezien.
Destijds op de Noorder Poort las ik elke week Die Zeit. Daarin stond een advertentie van een gemeente tussen Hannover en Hamburg. Zij zochten iemand om in een groot leegstaand gebouw iets nieuws op te zetten. Ik liet de advertentie een tijdje op mijn bureau liggen en één dag voor het begin van de rohats, stopte ik de advertentie in mijn zak. Op een zeker moment kwam ik Jiun roshi tegen bij de buitendeur en zei: wacht even, ik wil je wat laten zien. Ik geef haar de advertentie, zij leest hem en zegt: ’wat wil je daarmee?’ Ik zei: ‘Dat weet ik nog niet, maar wil je er eens naar kijken?’ Toen zei ze “Gooi maar weg, wij hebben genoeg te doen” en liep ze door.
Dat was een schok voor mij en ik dacht: nu ga ik weg. Toch besloot ik om eerst de rohatsu te doen. Tijdens de rohatsu vroeg ik me af of ik echt weg zou gaan, en toen werd me heel duidelijk dat voor mij, wat ik bij Jiun roshi kon leren, het belangrijkste was en dat alle uiterlijke zaken minder belangrijk waren. Jouw vraag ging over vrijheid, begrijp je dat dat een ander soort vrijheid is?
Mijn indruk is dat een grote kracht van de Noorder Poort is, dat groeien en steeds groter worden niet het hoogste doel is. Als het centrum vanzelf groeit is dat goed en zo niet , dan is het ook goed.
Ja, en juist dat is voor mij zo belangrijk. Daardoor heb ik veel geleerd, het geeft zoveel rust. Ik herinner me een moment waarop ik dat heel duidelijk voelde. Tijdens een gesprek met iemand realiseerde ik me plotseling dat mijn twijfel weg was. Zowel in de politiek als in het Wassermanncentrum was er bijna altijd twijfel of ik het wel goed deed en of ik wel voldoende deed, terwijl ik feitelijk heel veel deed, me enorm inzette. Toen ik me tijdens dat gesprek realiseerde dat die twijfel er niet meer was, voelde ik een enorme opluchting. Dat is een manier van leren die buiten het verstand, het denken omgaat. Dat is een ingrijpende verandering.
Jij staat in de traditie van het International Zen Institute, wat betekent dat voor jou?
De traditie is belangrijk voor mij. In de tijd van het Wassermanncentrum heb ik veel vormen van onderricht en van leraarschap gezien. Ik heb ervaren dat het heel veel kracht kost om helemaal vanuit jezelf iets op te bouwen.
In deze traditie waarmee ik mij zo één voel, hoef ik het niet alleen op eigen kracht te doen. Ook nu ik leraar ben, blijf ik toch leerling. Er zijn ook andere mensen die hetzelfde pad gaan en alles wat ik in deze traditie inbreng, neemt de volgende generatie mee, zij gaan weer verder.
Kun je iets vertellen over jouw ervaringen als zenleraar?
Mijn inzicht komt uit concrete ervaringen en wat ik als leraar doe is dat doorgeven. Ik zal een ervaring vertellen, die ook iets grappigs heeft, namelijk hoe ik van een wc ging houden.
Als er een groep op de Noorder Poort was geweest maakten wij de kamers schoon, dat betekende soms tien, twintig wc’s en badkamers schoonmaken. Ik had toen veel lichamelijke pijn, maar ik wilde toch schoonmaken. Omdat ik zoveel pijn had, probeerde ik steeds uit, hoe ik kon bewegen met minder pijn. En zo zat ik op een keer op mijn knieën voor een wc terwijl ik met al mijn aandacht, heel gelijkmatige bewegingen maakte. Terwijl ik dat deed, verdween ik plotseling en kwam er tegelijkertijd een enorme energie in mij op. Dat was pure liefde. Het was zo’n intense ervaring dat daarmee voor mij voor altijd duidelijk was, dat je kunt verdwijnen, in wat voor werk je ook maar doet; niet alleen in wat je leuk vindt, maar ook in iets wat pijn doet of in iets wat je niet met veel plezier doet.
Een andere ervaring die mij motiveert als leraar komt ook uit het dagelijks leven, dat op de Noorder Poort bestaat uit meditatie en werken. Gasten, cursisten (en ook bewoners) kwamen en gingen, we waren er steeds met een andere groep. Een van de taken is uitleggen aan de gasten en cursisten hoe je in de goede meditatiehouding zit, hoe je je kamer schoonmaakt, hoe je groenten snijdt, hoe je de afwas doet, en al die dingen. Na jaren kon ik het dromen en op een keer dacht ik: hoeft dit nu alsjeblieft een keertje niet. In die stemming stond ik voor de deur van de keuken en plotseling was het zó helder. Dit doe ik niet voor mijzelf, maar ik doe dit voor anderen, steeds weer laten zien hoe je het op een goede manier kunt doen. Dat was ook zo’n inzicht, een moment waarop het leraar zijn zich verdiepte. Daarna was het voor mij nooit meer te veel om elke keer weer uitleg te geven.
Je bent sinds je geordineerd bent als osho ook bevoegd om unsui’s te trainen, wat is er mogelijk in unsui-trainingen?
Dat is weer een vraag die niet te beantwoorden is. De unsui-training is een proces tussen de leraar, de unsui en de omstandigheden. Het is een proces dat altijd in beweging is. Jiun roshi was in Californië bij Prabhasa in training, dat was een training van een op een. Er zijn zoveel vormen van unsui-training alleen al doordat de omstandigheden verschillen, want stel je maar eens een project op straat voor of in een klooster met vijfhonderd nonnen.
Terug naar Duitsland
Na bijna tien jaar unsui-training op de Noorder Poort is Jigen weer teruggegaan naar Duitsland. Wij spreken over de leefgemeenschap Burg Disternich waar het Zenhaus eerst gevestigd was en waar behalve Jigens dochter Lina ook Jigens ouders woonden. Lina was een van de belangrijkste initiatiefnemers van de leefgemeenschap, maar zij werd ziek en overleed. Dat waren twee verdrietige en gecompliceerde jaren. Intussen ontstonden tussen de bewoners van de Burcht grote verschillen in visie op de vorm van de gemeenschap. Die verschillen waren steeds moeilijker te overbruggen en leidden uiteindelijk tot het besluit van Jigen om daar geen verdere energie te verliezen en uit de Burcht te vertrekken. De hoogbejaarde ouders van Jigen verhuisden ook en zij wonen inmiddels naar tevredenheid in de buurt van de zus van Jigen.
De volgende stap van Jigen werd het vestigen van een Dharmahuis in Euskirchen.
Het nieuwe Dharmahuis is grondig gerenoveerd en nu in zijn geheel beschikbaar voor cursisten, gasten en/of medebewoners. De villa ademt geschiedenis met elementen uit de Bauhausperiode en ligt in een lommerrijke wijk tegen het centrum van het oude stadsgedeelte. In het najaar heeft Jigen veel in de stadstuin gewerkt. Er zijn heel veel nieuwe planten in gezet en al het blad van twee grote, oude Samubomen is opgeruimd. De bedoeling is om hier te werken met meditatiegroepen en te wonen met unsui’s die een training volgen. Het nieuwe Dharmahuis zal daarin een goede functie hebben en hopelijk, zegt Jigen, zal het huis op den duur ook zonder mij kunnen voortbestaan.
Op de begane grond is een zendo waar plaats is voor vijftien mensen. Toen de renovatie half september vorig jaar bijna klaar was en de programma’s begonnen, was plotseling de tweede lockdown een feit. Daarom geeft Jigen alle cursussen online en dat werkt heel goed. Het lijkt alsof er geen muur meer is, zegt Jigen, mensen van ver weg zijn via internet heel direct dichtbij. Maar toch, zegt ze, kijk ik uit naar het voorjaar, naar de zomer en naar een einde van de lockdown, zodat we elkaar weer echt kunnen ontmoeten.
Informatie Dharmahaus https://www.dharmahaus-euskirchen.de/ Omslagfoto Noorder Poort, magazine ZenLeven.
Ciska zegt
Wat mooi en liefdevol beschreven, dank jullie wel!