Op 23 mei was het 70 jaar geleden dat China de Tibetanen dwong het zeventienpuntenakkoord in 1951 te ondertekenen. De CCP houdt vol dat zij reïncarnaties moet controleren.
Witboek over Tibet
Op 23 mei 2021 is het 70 jaar geleden dat het zeventienpuntenakkoord, dat op 23 maart 1951 onder dwang werd ondertekend door de afgevaardigden van de Dalai Lama na de Chinese invasie van Tibet in 1950. Ter gelegenheid van de verjaardag op 23 mei heeft China het zoveelste Witboek over Tibet gepubliceerd. Het gebruikt de Overeenkomst van Zeventien Punten om te beweren dat de Tibetaanse afgevaardigden in 1951 hebben erkend dat Tibet altijd een deel van China is geweest. Zelfs als zij onder druk van China hebben ondertekend, is dit een tendentieuze interpretatie van de tekst. In de 17e Overeenkomst staat ook: ‘De centrale autoriteiten zullen het bestaande politieke systeem in Tibet niet veranderen. De centrale autoriteiten zullen ook de gevestigde status, functies en bevoegdheden van de Dalai Lama niet wijzigen. Ambtenaren van verschillende rangen zullen hun functie als vanouds uitoefenen.’ Het is duidelijk dat China zich niet aan dat deel van de overeenkomst heeft gehouden.
Afgezien van het herhalen van bekende historische leugens, en het schetsen van een propagandabeeld van hoe gelukkig en vrij de Tibetanen zijn onder de CCP, dringt het Witboek erop aan dat het officieel atheïstische regime in Peking controleert welke lama’s toestemming moeten krijgen om te reïncarneren, en deelt het ons mee dat, ‘tegen 2020, 92 gereïncarneerde Levende Boeddha’s waren geïdentificeerd en goedgekeurd’ door de CCP.
In het document wordt aangekondigd dat de volgende reïncarnaties van hoge lama’s, onder wie de Dalai Lama, door de CCP zullen worden geselecteerd via het ‘Gouden Urn’-systeem. Dit is een methode die in 1792 door de Qing Qianlong Keizer (1711-1799) werd opgelegd, waarbij de namen van de kandidaten in een speciaal vervalste urn werden ingevoerd, en een loterijsysteem werd toegepast. Het systeem werd alleen tussen 1793 en 1825 gebruikt voor ongeveer de helft van de grote reïncarnatie-zoektochten, en zwaar bekritiseerd wegens Chinese manipulatie. In 1936 probeerde het Nationalistische China het systeem voor eigen doeleinden nieuw leven in te blazen, en de CCP voerde het in 2007 opnieuw in. De Tibetanen hebben het systeem al lang geleden verworpen, omdat het in de praktijk betekent dat de machthebbers in Peking de reïncarnaties controleren.
Het Witboek probeert de wereld voor te bereiden op het feit dat de CCP haar eigen Dalai Lama zal kiezen wanneer de huidige sterft, zoals zij deed na het overlijden van de 10e Panchen Lama in 1989. Zoals het geval was met de Panchen Lama, zullen er dus twee Dalai Lama’s zijn, één die wordt erkend door de Tibetaanse centrale autoriteit in ballingschap en door de meeste Tibetanen, en één door de CCP. Net als in het geval van de Panchen Lama zal de door de CCP aangewezen valse Dalai Lama niet veel Tibetanen overtuigen, maar zal hij in het buitenland worden ingezet als agent van de Chinese propaganda.
De democratische wereld zou nu al moeten verklaren dat een dergelijke ‘Gouden Urn’ Dalai Lama niet zal worden aanvaard, en dat hij tot persona non grata zal worden verklaard en niet meer in het buitenland zal mogen optreden in de propagandashows van de CCP.
Zie hier de volledige (Engelstalige) tekst van de white paper https://bitterwinter.org/chinas-new-white-paper-on-tibet-we-will-pick-up-the-next-dalai-lama/