Het begrip polarisatie gebruiken wij voor een wij-zij houding waarmee wij verder van elkaar af komen te staan. Verschillen worden steeds meer tegenstellingen. Welke veronderstellingen ten grondslag liggen aan deze tegenstellingen lijken vervolgens niet meer interessant, beide partijen menen het gelijk te hebben. Het gemeenschappelijke van de polariserende partijen is dat ze zich beide bedienen van de geloofsvergissing dat er een gelijk bestaat.
Naast de geloofsvergissing dat er een gelijk bestaat, maken beide partijen ook gebruik van de opdeling goed en fout. Deze opdeling is eigen aan ieder van ons. We hebben zo leren kijken naar anderen, maar ook naar onszelf. Ten aanzien van onszelf geeft het interne conflicten van wat we wel en niet mogen voelen, denken, verlangen en willen. Een manier om onze interne conflicten voor een deel op te lossen is om wat niet goed zou zijn te projecteren op de ‘ander’. Geloven dat we het gelijk hebben en de wereld zien in termen van goed en fout sturen aan op polarisatie.
Bij polarisatie speelt nog een ander proces een rol. Het komt nogal eens voor dat we externe bevestiging nodig hebben om ons begrepen, gezien, gehoord te achten, in plaats dat we ons zelf daarin kunnen valideren. Nu kan het zich voordoen dat de ‘tegenpartij’ ongevraagd de functie toebedeeld krijgt om te dienen voor validering van eigen standpunten. De tegenpartij doet dit natuurlijk niet want die vindt dat ze zelf het gelijk heeft. Dit maakt dat de eerste partij zich nog sterker gaat maken om de stellingen waar te laten zijn en in dit proces heeft het geen oog voor de stellingen van de ander. De ‘andere partij’ kan zich op zijn beurt niet gezien en gehoord achten en zal daarom versterkt bezig gaan om zijn stellingen te poneren. Beide partijen willen gezien en gehoord worden en beide partijen kijken en luisteren niet naar elkaar. Je kan in deze uitwisseling van monologen een sterke wederzijdse afhankelijkheid vermoeden. Ze hebben elkaar nodig om het eigen gelijk bevestigt te krijgen van de ‘ander’. Een afhankelijkheid die ze naar alle waarschijnlijkheid ten stelligste zullen ontkennen.
Nieuws is tegenwoordig in de eerste plaats handel en de media schreeuwen het in overvloed naar je toe. Juist tegenstellingen en extremen trekken de aandacht. We consumeren steeds meer nieuws en het wordt indringender en choquerender gebracht dan ooit. Het is zo geconstrueerd dat het maximaal afleidt, dat is de kern van het businessmodel. Iedereen maakt wel eens mee dat hij iets op wil zoeken op het internet en vervolgens merkt dat hij heel wat anders zit te lezen. Dat is de verleiding die uitgaat van het nieuws, het maakt van ons ADHD’ers.
De belangrijkste denkfout van mensen wordt wel het bevestigingsvooroordeel genoemd. Het komt erop neer dat we nieuwe informatie zo interpreteren dat onze huidige zienswijze bevestigd wordt. De brei aan nieuws helpt niet om foute opvattingen recht te zetten, maar het consolideert deze juist. Dit komt ook doordat we met zo enorm veel nieuws te maken hebben. Automatisch gaan we selecteren op berichten die ons standpunt bevestigen. Dat geeft een vorm van geruststelling. Het allersterkst werkt het bevestigingsvooroordeel bij ideologieën. Een ideologie is een vorm van geloof, het vormt voor mensen een deel van hun identiteit. Daarnaast speelt groepsloyaliteit een rol. Een wervelstorm aan nieuws zorgt daardoor voor een polarisatie van de bevolking, waarbij groepen tegenover elkaar komen te staan.
Polarisatie vinden we bijna op ieder terrein, maar de moeder aller polarisaties is toch met afstand de Amerikaanse presidentverkiezing. Nu al schelden de kandidaten elkaar de huid vol en gaan demonstranten uit beide kampen elkaar te lijf met doden als gevolg en monden demonstraties uit in plunderingen.
Een groep van ruim honderd hoge overheidsfunctionarissen heeft onderzocht wat er kan gebeuren tijdens de verkiezingen, waarbij ze verschillende scenario’s bestudeerd hebben, zoals Joe Biden wint ruim of met klein verschil of Trump wint. Het onderzoek is gestart na de opmerking van Trump in 2016, dat hij de uitslag van de verkiezing natuurlijk zou respecteren, tenminste als hij zou winnen. De onderzoekers komen tot alarmerende conclusies. Ze verwachten dat de verkiezingen in november zeer waarschijnlijk zullen worden gekenmerkt door een juridische en politieke chaos zoals de VS nog niet eerder hebben meegemaakt. Men verwacht een periode van onzekerheid over de uitslag die gaat duren tot in januari 2021. Deze periode kan door beide kandidaten gebruikt worden om twijfel te zaaien over het hele proces en een aanval uit te voeren op de uiteindelijke uitslag.
Ook bij ons haten de politieke tegenstanders elkaar. Kunnen we nog een ‘wij’ vinden bij deze polarisatie? Politiek links en rechts zijn beide verliezers van onze manier van samenleven gebaseerd op egoïsme, marktdenken en politiek machtsmisbruik. In onze vorige bijdrage hebben we de manipulatietechniek ‘gaslighting’ (hersenspoelen) besproken. Slachtoffer en misbruiker zien we daarbij als afhankelijk van elkaar, zoals twee partners die de tango dansen. De ‘wij’ kunnen we vinden in het niet meer onverschillig staan tegenover de splitsing in de samenleving tussen politieke tegenstanders. ‘Wij’ zijn met zijn allen slachtoffer en veroorzaker van deze wanorde van tegenstellingen. Wat we goed en slecht noemen zit zowel in de samenleving als in ons eigen hoofd. Praten met je vijand is ook altijd praten met een deel van jezelf. Het vereist wel introspectie om je ervan bewust te worden dat we zelf zowel het positieve als het negatieve in ons hebben.