Het is zo ver, de teerling is geworpen, elf minuten na het middernachtelijk uur trek ik m’n schoenen aan, eerste de linker, dan de rechter, sta op uit Schaap en rijd de Claxwagen voor appartementbewoners uit het Friese Balk naar de keuken van de Kloosterbunker waar een kleine blauwe plasticzak en een papieren tas van Ikea vol met huishoudelijk afval staan of liggen. Minstens een week schiep ik er genoegen in de papieren zak zoveel mogelijk te laden en had het plan de lange zijden vast te zetten met nietjes maar de zak was gisteren zo vol dat dat niet meer lukte. Eerst gaat de Ikea tas de Clax in, nu pas valt het me op hoe naar de inhoud riekt, terwijl ik bederfelijke waar toch in het aluminiumfolie had verpakt, dan de blauwe vuilniszak in de krat van de Clax gezet, de hal in en de voordeur van de Kloosterbunker geopend, de Clax naar buiten gereden op de galerij en daarna de deur weer dicht en op het nachtslot gedaan. De goedaardige reus leeft in een wereldstad met boeven en schietpartijen en in het Kloosterbunkergebouw is al meerdere malen een drugslab ontdekt. Safety first. Ik loop over de galerij langs de woning van een buurman, een buitenlicht flitst aan. Dan loop ik langs de woning van een tweede buurman, een buitenlamp gloeit aan. Dan weet ik dat hij en zijn vrouw thuis zijn ook al zie ik ze niet, ze brengen hun tijd in het buitenland door, dan gloeit de lamp niet op tijdens het passeren. Het zijn geen verspillers. Ik passeer de woning van de derde buurman, achter de gordijnen van de slaapkamer is het blauwe licht van een tv te zien. De hal met de liften is leeg, ik heb mijn draagbare telefoon bij me voor het geval de lift vast komt te zitten. Dan kan ik de alarmdiensten bellen. De lift arriveert, ik stap in met de Clax, en druk op knop B en sluit met een andere knop de deuren. De lift zoeft omlaag en op B gaat de deur open. Ik ben in de centrale hal met twee bewakingscamera’s. Ik zorg er altijd voor goed gekleed en geschoeid te zijn voor het geval dat die beelden in Opsporing verzocht worden uitgezonden. De buitendeur in de centrale hal opent automatisch en ik rijd de Clax de straat op, 15 meter verderop staan de containers in een afgesloten ruimte waarvan ik een sleutel heb. Ik open de deur en ga de ruimte in, ook hier weer een camera, ik lach tegen de lens. Dan pak ik de blauwe zak en daarna de papieren van Ikea en gooi ze in de grote container. Dan weer naar buiten, de centrale hal in, lift besteld en naar boven waar de liftdeur zich opent. Ik heb de draagbare telefoon niet hoeven te gebruiken. De hal in en de galerij op waar ik ervaar dat het 16 minuten na middernacht voor de tijd van het jaar erg warm is maar door de zachte bries wel heerlijk. Ik passeer de woningen van de buurlui, de tv staat nog steeds aan, de lampen gloeien en flitsen en ik haal de deur van het nachtslot van de Kloosterbunker om die daarna weer af te sluiten. Het halletje in en dan het Klooster zelf. Ik ga in Schaap zitten en ben een tevreden mens. De operatie is geslaagd. Dit is het ware leven.
Moedig voorwaarts!