Vanmiddag weer wat pakjes opgehaald in fysieke winkels maar wel via internet besteld. Andere keren ondervond ik problemen bij het ophalen van zo’n pakje. ‘Op de doos staat Joop en op uw identiteitskaart Johannes, hoe zit dat’, vroeg de verkoopster. ‘Johannes is mijn doopnaam en ik word Joop genoemd. U mag mij ook Joop noemen’. Het was duidelijk dat de verkoopster onkerkelijk was, van een doopnaam had ze nog nooit gehoord. Ik kreeg het pakje toch mee.
Na het frequenteren van de Aldi en nog een ander pakje opgehaald te hebben, sta ik in de lift van het Kloosterbunkergebouw. Mijn metgezel is een man met 4 flessen cola en een volle plastic boodschappentas. ‘Waar gaat u heen’, vraag ik als een volleerd Abeltje. ‘Naar 3’, zegt de man. ‘En ik naar 5,’ reageer ik. Ik druk op de deursluitknop en we stijgen op. Even overweeg ik iets te zeggen over de suikervrije cola, mijn lievelingsdrankje. Maar ik denk aan mijn boeddhistische leraar die mij inprentte geen loze kletspraat te bezigen. Mijn metgezel is dezelfde mening toegedaan. De lift stopt op de derde etage, het zwijgen wordt verbroken. ‘Nog een fijne dag’, zegt de metgezel. ‘U ook,’ antwoord ik. Het is vreemd. Soms wensen mensen mij een mooie dag, een goede dag of inderdaad een fijne. Dat soort zaken houdt mij bezig. Mooi, goed, fijn. Op de vijfde stap ik uit. Ik ben weer thuis.
Moedig voorwaarts!