Onder deze titel schreef Jelle Kyosei Seidel een persoonlijk en nog steeds actueel artikel in De Lotusvijver, winter/lente 2003. Hieronder volgt een ingekorte weergave van oud-redacteur van De Lotusvijver Kees Moerbeek. Het artikel is een interessant voorbeeld uit de interessante historie van het Tulpenboeddhisme. ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf, maar eindig daar niet.’
I vow to cease from evil.
I vow to do good.
I vow to liberate all sentient beings.
Dit beloven zenboeddhisten tijdens Jukai. Jukai is de ceremonie waarbij zenstudenten de leefregels ontvangen. En ze beloven nog veel meer dingen: uitwerkingen van deze drie. Ga er maar aan staan. Het lijken wel politieke beginselverklaringen. Er zijn nauwelijks politieke partijen met hogere ethische normen en bevrijdingsidealen. Toch hoor ik in zenkringen weinig over politiek. Waarom is politiek niet in?
Hoe apolitiek is de zengemeenschap?
De zengemeenschap is, zoals ik deze de laatste tien jaar meemaak, maatschappelijk teruggetrokken. Wat doen wij meer dan in kleine groepjes zwijgend bijeen te zitten, ons oefenen in het laten vallen van lichaam en geest en het vinden van een wijder perspectief? En daarna bespreken waarom dit zelden lukt, en of dat erg is?
Het mediteren was en is voor mij een verademing, na een studie politieke wetenschappen die mij een links schuldgevoel bezorgde en een religieuze zoektocht die uitkwam bij een kerk met een bijna politieke boodschap. Ik werd bij zen niet lastiggevallen met oproepen tot engagement. Dacht ik. Maar de vraag naar maatschappelijk relevantie bleef aan mij knagen.
Politiek is het proces dat op staatsniveau – met vreedzame middelen of met geweld – de internationale en nationale machtsverdeling bepaalt. Macht is nodig om idealen dichterbij te kunnen brengen. Politiek doordringt alles. Als zen zich niet met politiek bezighoudt, dan houdt politiek zich wel met zen bezig.
Steeds minder kan de zengemeenschap zich afzijdig houden. Voor Thich Nhat Hanh en de Dalai Lama gold dat al jaren, Bernie Glassman is de meest recente uitzondering in onze kringen. De afgelopen jaren is een discussie losgebarsten over het door Brian Victoria (Zen at War) onthulde feit dat Yasutani Roshi en vrijwel de gehele zengemeenschap de militaristische koers van de Japanse regering voor en in tijdens de Tweede Wereldoorlog in alle opzichten heeft gesteund.
Boeddha en Brazier
Vanwaar deze tot mislukken gedoemde afzijdigheid? Het voert te ver deze historisch te duiden, maar ik vermoed dat de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog daarmee veel van doen hebben. Nico Tydeman illustreert dit in zijn opstel over verlichting in ‘Zen without dirty hands’: hij zet in de personen van Yasutani Roshi en Karlfried Dürkheim het belang van hun individuele bevrijding door persoonlijke verlichting direct tegenover hun foute opstelling in de oorlog. In Japan was de zengemeenschap al sinds de 19e eeuw – gedwongen – al te zeer betrokken bij de nationale staat. Zen kan zich maar beter concentreren op zijn kern, het mysterie van leven en dood, lijkt Nico daarmee te zeggen.
Kun je dus maar beter afstand houden van die politiek? Een prikkelend boek van David Brazier wijst ons als westerse witte boeddhisten op de beperktheden van dit standpunt. En ook de Boeddha vond in zijn tijd dat zijn leer geen zuiver persoonlijke, maatschappelijk en politiek afzijdige godsdienst was. Dat lees ik ook bij Trevor Ling. In het vroege boeddhisme bestond een sterke betrokkenheid op wijs en weldadig bestuur en het openbare leven: alleen zo konden optimale bestuurlijke en sociaal-economische voorwaarden geschapen worden voor de groei van de Sangha en de effectiviteit van de voorschriften.
Zoals de Boeddha het kastensysteem in zijn tijd verafschuwde en bestreed, zo dienen hedendaagse boeddhisten zich scherp bewust te zijn van het heersende wereldsysteem met zijn zeer ongelijke verdeling van macht en rijkdom ten gunste van de westerse elite. ‘Wat kan ik eraan doen?’ zeggen en het erbij laten, is volgens Brazier geen verantwoorde boeddhistische houding. Hij acht de kans groot dat het witte boeddhisme verder afglijdt naar een kleingeestige, sektarische en irrelevante manier van najagen van persoonlijke euforie.
Brazier is soms radicaal in zijn woede over de wereld, maar hij heeft een punt. Zien we het boeddhisme niet teveel als een privé-aangelegenheid, die mijlen ver verwijderd is van maatschappij en politiek?
Wat dan?
Een stap direct van de zendo naar maatschappelijke actie of politiek is mij te groot. Zenboeddhisme is een vorm van geestelijk leven die betrokken is op andere maatschappelijke sferen, maar dat betekent nog niet dat je beter milieu-activist of politicus dan zenboeddhist kan zijn. Ieder zijn vak. Wel zijn we allen burgers in een democratische rechtstaat, en er zou geen onderscheid moeten zijn tussen ons burgerschap en ons boeddhisme.
Hierna wijdt Jelle Kyosei Seidel in het artikel twee alinea’s aan de visie die de Dalai Lama heeft ontwikkeld op de beginselen van democratie en geweldloosheid, nationaal en internationaal. Jelle verwijst naar De monnik en de filosoof van de filosoof Jean-François Revel en Matthieu Ricard (1998).
Hoe politiek kan de Nederlandse zengemeenschap zijn?
Jelle start hier met een verwijzing naar de verklaring van Nederlandse zenleraren over de ‘Zen at War’-kwestie in 2002. Zij betreuren onder andere het gebeurde en willen dat de Japanse zenautoriteiten hun verantwoording nemen.
Je kunt van de zengemeenschap verlangen dat zij zich met maatschappelijke vragen bezighoudt, ook met politieke. En die bezinning zou zich niet tot ethische kwesties moeten beperken. Zonder te ontaarden in een soort activisme dat even fanatiek is als dat het de waarheid in pacht denkt te hebben. Het gaat erom te beseffen dat wij van hetzelfde hout gesneden zijn als onze politici, of we dat nu leuk vinden of niet. Wat let onze leraren om van tijd tot tijd naar buiten te treden met woorden van wijsheid? Waarom geen zen-politiek forum ontwikkelen over het sociaal-economische kastensysteem op wereldniveau, democratie en geweld, seks in de media? Boeddha’s zijn burgers met plichten.
De weg van verinnerlijking blijft de hoofdzaak, maar leidt niet naar de ivoren torens waarin alleen nog het mysterie van leven en dood aan de orde is. De geloften dwingen ook tot goed burgerschap. Dat betekent: niet wegkijken, maar inzicht verwerven en handelen. Verbeter de wereld, begin bij jezelf, maar eindig daar niet.
Kwartaalblad boeddhisme, winter 2002
Lotusvijver, jaargang 200, nummers 1,2 en 3 en zomer 2002
Tricycle, spring 2002
2000″Brazier., The New Buddhism: a rough guide to a new way of life,. London: Constable Publishers, 2000.
-
Ling. Boeddha. Utrecht, 1976.J.-F., Revel en M. Ricard. De monnik en de filosoof; gesprekken over boeddhisme en het westerse denken. Rotterdam: Asoka, 1998.Victoria. Zen at War. New York, 1997.
-
Tydeman. Zen without dirty hands. Hoorn: Tiltenberg/Couste Que Couste, 2002.
-
Ruud van Bokhoven zegt
Heb er vaak aan gedacht, het boeddhisme in de politiek om er een andere draai aan te geven.
Het zou mooi zijn, maar ook moeilijk, want je kan je niet bemoeien met zaken op bv. militair gebied of andere niet boeddhistiche zaken die het boeddhisme eerder in een verkeerd daglicht zou stellen.
Kay zegt
Briefje aan Kees,
Vaak zijn de wegen van de politiek vreemd en onbegrijpelijk. Even vreemd en onbegrijpelijk kunnen de manieren waarop de mens de grillen van de politiek rechtvaardigt. Een concept voor ons in deze tijd om wat orde in de chaos te scheppen is het onderscheid maken tussen een nationaal-ego en nationale-ziel. Je kunt een nationaal-ego beschouwen als een voorbeeld van vals subjectivisme,waarin de nationale identiteit en trots worden benadrukt om iemands superioriteit te bewijzen en de rest te onderdrukken en te exploiteren. Onderscheidend van het nationale-ego is het concept van de nationale-ziel. De nationale-ziel is een poging om het traditionele erfgoed en waarden in zijn oorspronkelijke vorm te ervaren en bewaren, en niet als een reactie op pijn, woede en onbehagen. Niet als of het gevolg van echte of ingebeelde verwondingen en vernederingen uit het verleden. Woede, pijn, vernedering en onbehagen kunnen een aansporing zijn, maar nooit de drijvende kracht van enig constructieve trend. De EU is een internationaal-ego gesticht op het principe van centralisatie en uniformiteit, een bureaucratische arbitraire formele eenheid, en is niet gebaseerd op het principe van vrijheid, verscheidenheid in een vrije en intelligente eenheid eenheid. Op ego-dwang gebaseerde instituties, politiek kunnen uitmonden in fascistische en fundamentalistische ideologieën. Het is goed om die ego-krachten te analyseren en in een perspectief te plaatsen. En laten we ook niet vergeten dat extreem links even schuldig kan zijn, want dogmatisme en fanatisme hebben het merkwaardige vermogen om ideologische grenzen te overschrijden.
Tot slot de huidige politieke machtsvorming is ego-vorming en de kern ervan, kun je zien als conformisme, conventies en en met dwang opleggen van uniformiteit en centralisatie.
kees moerbeek zegt
Dank, de boodschap van Jelle Seidel is helder, duidelijk en samenhangend, ik onderschrijf het. Graag respect daarvoor. Zijn mening doet ertoe.
Namo Guanshiyin pusa!