Meester Linji zegt:
Mijnwerker, er is geen boeddha en er is geen dharma. Er valt niets te oefenen of in te zien. Er is niets om op te helderen en niemand om te verlichten.
Welke schat denk je op te kunnen graven? Hoe diep wil je gaan? Wat kom je hierboven tekort?
Jij die hier voor me staat verschilt in geen enkel opzicht van de patriarchen. Maar je denkt van wel, daarom blijf je graven. Goudzoeker, een gat in de grond is nog geen mijn. De aarde is een kerkhof. Als het meezit vind je wat oude knoken in een halfvergane pij. Ziedaar je oorsprong en bestemming.
Nergens valt iets te halen. Bij mij ook niet. Je trekt de woorden uit mijn mond, maar je kunt er niets mee beginnen. Misschien kun je er iets mee eindigen?
Niet vasthouden aan de gedachten die al in je opgekomen zijn en geen nieuwe gedachten omarmen, deze ook niet – meer heeft de leer niet om het lijf. Simpel, nietwaar? Daar kan geen studie, praktijk of bedevaart tegenop.