China verhoogt nog steeds zijn repressieve houding tegen godsdienstige groepen die buiten de staatscontrole in China actief zijn. Leiders van christelijke kerken worden opgesloten en vervolgd en duizenden etnische Oeigoerse moslims worden, verdacht van godsdienstig extremisme in heropvoedingskampen opgesloten. In Tibet en Birma worden de rechten van burgers aangetast. Dat blijkt uit een jaarlijkse rapportage van het Amerikaanse State Departement dat gisteren is vrijgegeven.
In het International Religious Freedom Report van 2017 van het departement over de situatie in China staat te lezen: “Er zijn nog steeds berichten over de dood van aanhangers van religies in detentie,” evenals berichten over het mishandelen, opsluiten en martelen van aanhangers van zowel geregistreerde als niet-geregistreerde groepen. China staat sinds 1999 een op de lijst van het Amerikaanse ministerie van Buitenlands Zaken waar het gaat om dergelijke schendingen.
Sinds april 2017 worden Oeigoeren die beschuldigd worden van het hebben van “sterke religieuze opvattingen” en “politiek incorrecte” opvattingen opgesloten of vastgehouden in heropvoedingskampen in heel Xinjiang, waar leden van de etnische groep al lange tijd klagen over alomtegenwoordige discriminatie, religieuze onderdrukking en culturele onderdrukking onder Chinese heerschappij.
De Chinese centrale regeringsautoriteiten hebben het bestaan van heropvoedingskampen in de XUAR niet publiekelijk erkend, en het aantal gedetineerden dat wordt vastgehouden blijft een nauwlettend bewaard geheim, maar mensenrechtengroepen en verbannen Oeigoerse activisten schatten dat sinds april 2017 800.000 tot 1 miljoen Oeigoeren in de hele regio zijn vastgehouden.
Tibet
In Tibetaanse gebieden van China verdwenen tot 2018 boeddhistische beoefenaars wegens hun geloof en waren slachtoffer van fysiek geweld en verlengde detentie zonder toetsing van een rechter, zegt het State Departement.
De reisbeperkingen voor Tibetanen belemmerden traditionele godsdienstige praktijken en bedevaarten, en het vieren en bijwonen van voor China politiek gevoelige gebeurtenissen, met inbegrip van de verjaardag van de verbannen geestelijke leider Dalai Lama.
De autoriteiten rechtvaardigden hun inmenging in de Tibetaanse boeddhistische kloosters vaak met de bewering dat de religieuze instellingen zich schuldig [hadden] gemaakt aan separatistische of pro-onafhankelijke activiteiten en de leiding van de Communistische Partij van China ondermijnden.
In een toelichting aan verslaggevers zei Sam Brownback, ambassadeur van de VS voor internationale godsdienstvrijheid, dat China nog steeds “een land is met een grote verontrustende mate van het schenden van godsdienstvrijheid”, waarbij met name werd gewezen op de situatie in Tibet en de aantallen Oeigoeren die nu worden vastgehouden. De ambassadeur zei dat tegen China meer actie moet worden ondernomen om de vrijheid van godsdienst in dat land te herstellen.
Het rapport maakt ook melding van het schenden van de rechten van minderheidsgroeperingen in Birma, zoals de Rohingya, christenen en hindoes.