Leerlingen van tegenwoordig lopen vast omdat ze heilig in namen geloven.
weetnietgeest
Preek 47 – De ware mens draagt geen kledij!
De ware mens draagt geen kledij.
Preek 46 – Een boeddha is een lege pij!
‘Maar meester, u bent helemaal naakt!’
Preek 45 – Ontbinding is de weg!
Zal deze pijl ooit nog doel treffen?
Preek 44 – Niet stellen maar ontstellen!
Wie is het die je nooit zult vinden?
Preek 43 – Sneller dan de wind en lichter dan een veertje!
Wegwezers komen van heinde en verre naar mij toe. Ze zijn er in soorten en maten, maar qua aanleg vallen ze in drie categorieën.
Preek 42 – De weg is geen parkeerplaats!
Dan ga je onmenselijk stil in een donkere grot zitten met je voeten op je dijen en het puntje van je tong tegen je verhemelte, en waant je algauw een boeddha.
Preek 41 – Verlichting doorzien!
Wie ook nog zijn verlichting doorziet, is er voorgoed op uitgekeken.
Preek 40 – Mijd de bluffers en de knoeiers!
Wanneer chanmeesters en chanleerlingen elkaar aan de tand voelen, gebeurt dat volgens bepaalde patronen. Ze spreken of zwijgen, ze brullen als leeuwen of trompetteren als olifanten. Wat is hier aan de hand?
Preek 39 – Zien, niet geloven!
Meer heeft ‘het mysterieuze principe’ niet om het lijf.
Preek 38 – Bomen groeien niet tot in de hemel!
Boomklevers, de plaats waar je geest rusteloos ronddoolt wordt de boom der onwetendheid genoemd. De boom der onwetendheid is zo groot als je gedachten.
Preek 37 – Woorden zijn lijmstokken!
‘Boeddha’ en ‘patriarch’ zijn maar woorden. Woorden zijn lijmstokken voor trekvogels. Voor je het weet blijf je eraan vastplakken.
Preek 36 – Niet vasthouden aan gedachten!
Je trekt de woorden uit mijn mond, maar je kunt er niks mee beginnen. Misschien kun je er iets mee eindigen?
Preek 35 – Op eigen benen staan!
‘Niet te geloven zeg, in al die jaren heb ik niet één onafhankelijke geest gezien.’
Preek 34 – Dood de Boeddha!
Als je de leer wilt doorzien, laat je dan niet misleiden. Kom je de Boeddha tegen, dood de Boeddha! Kom je jezelf tegen, dood jezelf!
Preek 33 – Een leraar is geen boeddha!
Er zijn nou eenmaal van die sullen die tempels vereren en beelden aanzien voor boeddha’s.
Preek 32 – Maak er meteen een einde aan!
Wat gebeurt er wanneer een leerling een meester ontmoet?
Preek 31 – Hou op, schei uit!
Zolang je tot inzicht probeert te komen, zul je een speelbal van je gedachten blijven.
Preek 30 – De ware leer heeft geen inhoud!
De ware mens heeft geen gestalte, de ware leer heeft geen inhoud.
Preek 29 – Een boeddha heeft geen bovennatuurlijke krachten!
Over de zogenaamd bovennatuurlijke krachten van boeddha’s.
Preek 28 – Een boeddha heeft geen kenmerken!
Het sterfelijke lichaam is niet wat ontwaakt. Vrij zijn van kenmerken is het ware kenmerk.
Preek 27 – De Boeddha was even sterfelijk als wij!
Wie van jullie heeft hem ooit gezien of gesproken of zelfs zijn lijk maar geroken?
Preek 26 – Zoek de Boeddha en je blijft geboeid!
Zoek de Boeddha en je blijft geboeid. Zoek de patriarchen en je blijft gebonden.
Preek 25 – Jouw geest is de weetnietgeest!
Zeg eens, wat valt er te leren, waar wou je heen? Wat ontbreekt je op dit moment? Wat moet er zo nodig bereikt worden?