Vertrouw niet op de tienduizend dingen. Welke daarvan zou meer dan kortstondige verlossing kunnen brengen?
weetnietgeest
Meester Tja 126 – Zachtjes zweven
De dwaas ontwart zijn verwikkeling tot alles hem helder is. Hij heeft een hokjesgeest.
Preek 14 – De ware mens is zonder rang of stand!
Vind hem door hem niet te zoeken. Ken hem door hem niet te kennen. Wees hem door hem niet te zijn.
Preek 13 – Boeddha’s ontstaan uit wantrouwen!
Geloof niets, dit ook niet, en je hoeft geen boeddha meer te worden. Dat is het juiste inzicht.
Preek 12 – Uitzicht komt vanzelf naar je toe!
Wie de weg kent is hem kwijt, maar wie hem kwijt is kent hem.
Preek 11 – Blijf nergens hangen!
Wie de tien richtingen vrijelijk doorkruist, schuwt de tienduizend dingen niet.
Preek 10 – Geen Boeddha, geen Mara!
Er zijn geen voelende wezens, er is niemand om te verlossen, er is niemand die verlost. Dat zijn allemaal hersenspinsels. Fantomen in je geest.
Preek 9 – Geen Boeddha zonder Mara!
Wie van Mara naar Boeddha overloopt, van gehechtheid naar onthechting, van de vorm naar de leegte, die verruilt het ene nest voor het andere.
Preek 8 – Wijzen weten niet beter!
Als je niets gelooft is er geen situatie om meester van te worden, geen plek om heen te gaan.
Preek 7 – Kijken zonder kopen!
Uiterlijk maak ik geen onderscheid tussen werelds en heilig, innerlijk verwijl ik niet in het absolute. Ik ken zekerheid noch twijfel en kijk overal dwars doorheen.
Preek 6 – Boeddha is een woord!
Je blijft maar naar de boeddha zoeken, maar boeddha is een woord. Woorden verwijzen naar andere woorden, er is geen einde aan. Als je al niet weet wat je zoekt, hoe moet je het dan ooit vinden?
Preek 5 – Doe niet zo moeilijk!
Padvinder, je zoekt de stok in je hand. Je zoekt de zee op het land.