‘We vragen ons af: Wat voor soort dharma geven we door aan de volgende generatie, een kostbare diamant of modder? Leraren en kloosterlingen vertegenwoordigen de drie juwelen waar boeddhisten hun toevlucht nemen en zouden daarom betrouwbare rolmodellen van het hoogste kaliber moeten zijn. Hun primaire plicht is te leven in overeenstemming met de dharma – waarvan de essentie niet-schadelijk is – en de zuivere dharma over te dragen aan hun studenten en de lekengemeenschap. Het is onaanvaardbaar dat mensen aan wie een dergelijke verantwoordelijkheid is toevertrouwd zich met dergelijk schadelijk gedrag inlaten.’