Het boeddhisme als religieuze beweging ontwikkelde zich te midden van ingrijpende maatschappelijke veranderingen. Op politiek vlak verscheen er een nieuw type koninkrijk gekenmerkt door een gecentraliseerde en bureaucratische machtsstructuur met aan de top een koning met absolute macht. Het grootste deel van zijn leven na zijn ontwaken bracht de Boeddha door in Kosala en Magadha, de twee nieuwe koninkrijken. De Boeddha moest bij de uitbouw van de sangha (de orde van monniken) rekening houden met deze politieke realiteit.
niet doden
Birmese militairen zetten boeddhisme in in strijd om legitimiteit
De generaals maken de monniken het hof in een poging respect te krijgen in een omgeving waar ‘bijna iedereen hen haat’.
Dood door … wat?
Ik geef dus opdracht om levende wezens te doden! Of help ze te doden én dood ze zelf. Maakt mij dat nu een slecht mens? Of juist niet? Of wat?
Wie het denkt te weten, mag het zeggen.
Het jaar 2020 – dag 175 – kolonelswedde
Gij zult niet doden, kolonel.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
Het jaar 2018 – de honderdenzesennegentigste dag – rupsenkoken
Rupsen levend gekookt voor een zijden gewaad.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
Het jaar 2018 – de honderdenvijftiende dag – lijkzak
Kom uit de auto, laat je handen zien.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
Knoeigelovigen
Wat is dat toch, dat gelovigen de uitgangspunten van hun religie met voeten treden? En niet zo maar een kleine zonde, maar echt radicaal afwijkend?
Voorschrift #1
Als boeddhist heb je het maar gemakkelijk. Je hebt een setje gedragsregels en als je je daar aan houdt, ben je een goed mens.