Boeddha verklaart dat hij in de drie perioden dat hij predikte steeds hetzelfde heeft betoogt, zoals alle boeddha’s vóór hem dat ook hebben gedaan. Die drie perioden zijn: het prille begin, in het Hertenpark; daarna op allerlei verschillende plekken waar hij over twaalf oorzaken preekte, en tenslotte toen hij andere soetra’s de wereld in lanceerde.
ijdelheid
36 – Genade voor ijdele opscheppers
“Ik hou van de pauw om zijn staart. Ik hou van de bok om zijn baard. Ik hou van de held om zijn zwaard.”