Mara is geen vreemde voor de Boeddha; in werkelijkheid is hij Gotama’s (en in uitbreiding ieder van ons) conflicterende mens-zijn.
hertenvanger
‘En waar is het, monniken, dat Mara en zijn gevolg niet kunnen komen?’
In dit sutta gebruikt de Boeddha de gelijkenis van de hertenvanger om ons te onderrichten over de manier waarop wij kunnen ontsnappen aan de invloed van Mara, de Boze en dit door ‘onzichtbaar’ te worden voor hem. Door het daarmee gepaard gaande inzicht worden de mentale vergiften uiteindelijk vernietigd en de verlossing bereikt.