Sterven is te leren, tot het punt waarop er geen enkele angst, vrees of huiver meer is voor de eigen dood. Hoe? Door het te doen. Begrijp me goed: ik pleit niet voor onverantwoord spelen met het leven, laat staan voor het jezelf tot de rand van de fysieke dood brengen. Nee! Ik heb het over het aangaan van de confrontatie met de dood en het doorlopen van verschillende fasen van het stervensproces.
dharmapelgrim
Kippenhartjes
Ik ga me nu niet verontschuldigen. Natuurlijk, ik had kunnen weigeren de hartjes te proeven. Wat zou ik daarmee bereikt hebben? Dat mijn zoon voortaan géén kippenhartjes meer zou kopen? Dat hij er over zou gaan nadenken? Dat de kippen weer levend zouden worden? Dat ik mijn geweten zuiver zou houden? Dat er geen slecht karma…
Over yoga, yogi’s en rishi’s – ontstaan in het rijk der verbeelding?
Wanneer ben je een yogi? Wanneer je yoga beoefent? Maar wat beoefen je dan? Het begrip yoga is de afgelopen decennia geleidelijk verworden tot containerbegrip. Dit leidt gemakkelijk tot spraakverwarring en onzinnige interpretaties. Wie denkt er tegenwoordig bij het horen van het woord ‘ yoga’ nog aan ‘helen en heiligen’; aan het beëindigen van lijden en aan het zoeken naar antwoorden op grote levensvragen?
Menno Prins – onbegrepen droefenis
Droefenis wordt vaak onterecht gelijk gesteld met verdriet of zelfs depressiviteit. Edoch, droefenis is alles behalve een negatief te waarderen of te bestrijden emotie.
Onbegrepen droefenis
Droefenis wordt vaak onterecht gelijk gesteld met verdriet of zelfs depressiviteit. Edoch, droefenis is alles behalve een negatief te waarderen of te bestrijden emotie,
Golven aan de oppervlakte van een zee – hemel en hel zijn hier
Hemel en hel zijn hier en nergens anders. Soms razen er stormen in mijn hemel en soms heerst de rust van een ijsvlakte in mijn hel. Mijn hemel en hel bevinden zich op één en dezelfde locatie.
Til je voet op
Het boeddhisme is volgens Menno Prins soms een religie, soms een godsdienst, soms beide tegelijk, soms geen van beide, en uiteindelijk zelfs dat niet. Artikel 3 in een serie van drie.
Soms is het boeddhisme een religie
Het boeddhisme is volgens Menno Prins soms een religie, soms een godsdienst, soms beide tegelijk, soms geen van beide, en uiteindelijk zelfs dat niet. Artikel 2 in een serie van drie.
Soms is het boeddhisme een godsdienst
Het boeddhisme is volgens Menno Prins soms een religie, soms een godsdienst, soms beide tegelijk, soms geen van beide, en uiteindelijk zelfs dat niet. Artikel 1 in een serie van drie.
Dharmapelgrim – Over gebrokenheid
Wat is één?
Onthechten
Onthechten en onthecht leven verschilt slechts in details met een leven in gehechtheid. Het verschil zit hem in het jezelf en daardoor ook anderen vrij maken en vrij laten, waardoor alles en iedereen alle ruimte en vrijheid krijgt te zijn wat het is.
Paradox
Wie het begrijpt, grijpt overal naast;
wie het niet begrijpt, ontvangt alles.
Over ‘Juiste Spraak’
‘Juiste Spraak’ (sammã –vãcã / samyag-vãc) is één van de drie elementen van moraliteit (silakkandha) in het Boeddhisme. Geheel in overeenstemming daarmee pleit Menno Prins voor het op een constructieve wijze spreken met elkaar in reacties op artikelen van het Boeddhistisch Dagblad, in plaats van te gaan redetwisten en een woordenstrijd te voeren na het kennis nemen van uiteenlopende, dissidente en soms zelfs ronduit tegenstrijdige meningen.
Menno Prins – over goed of slecht karma
Kriyavada, ‘leer van oorzaak en gevolg’, zo heeft Boeddha zijn onderricht zelf genoemd. Het begrip karma speelt hierin een belangrijke rol. Maar wat is karma nou eigenlijk? Bestaat er zoiets als ‘goed’ of ‘slecht’ karma?
‘Drop your ego’? Me hoela!
Daar stond ik dan vandaag, op het perron van Kropswolde, met tegenover mij twee conducteurs die beweerden dat ik niet had ingecheckt en dus een zwartrijder was.
Van Overal naar Nergens
Hebben reeën ook een eigen dharma, vraag ik mij af, terwijl ik ze nakijk. Ja, denk ik, en niet alleen reeën. Alles heeft een eigen weg te gaan, door tijd en ruimte, van begin tot eind. Maar waar is het begin? En waar is het eind?
Menno Prins – Het kerstvierend kind in mij
Menno Prins vraagt zich af of er een “erkende” reden zou moeten zijn om als boeddhist Kerstmis te mogen vieren.
Over yoga, yogi’s en rishi’s
Wanneer ben je een yogi? Wanneer je yoga beoefent? Maar wat beoefen je dan? Het begrip yoga is de afgelopen decennia geleidelijk verworden tot containerbegrip. Dit leidt gemakkelijk tot spraakverwarring en onzinnige interpretaties. Wie denkt er tegenwoordig bij het horen van het woord ‘ yoga’ nog aan ‘helen en heiligen’; aan het beëindigen van lijden en aan het zoeken naar antwoorden op grote levensvragen?
In de marge (9) – hoop
Geloof, in levensbeschouwelijke zin, zonder hoop is naar mijn mening krachteloos en uiteindelijk tot uitdoven gedoemd. Hoop doet niet alleen leven, het geeft ook het geloof bestaansrecht. En liefde zonder hoop leidt tot wanhoop, droefenis en verlies van levenslust. Waarom nog geloven of liefhebben wanneer er geen hoop meer is?
In de marge (8) – liefde
Liefde is het vuur dat verwarmt en verteert. Het is het water dat blust en overal de scherpe kantjes afslijpt, maar waarin je ook kunt verdrinken. Het is de lucht die adem geeft en ruimte maar ook als een verwoestende storm alles op haar pad verwoest. Het is de aarde die je bij leven draagt en je na je dood weer in zich opneemt.
In de marge (7) – geloof
ik ben ervan overtuigd dat er met “geloven” niets mis is. Ongeacht wat of waarin je gelooft. Maar houdt het vloeibaar! Dat wil zeggen: laat het niet tot absolute zekerheid verworden. En voor zover ik weet is er maar één manier om dat vloeibaar houden te bereiken en dat is door te twijfelen.
In de marge (6) – geduld
Ik vrees dat “geduld” net als pelgrimeren in de marge van de samenleving terecht is gekomen. Wie ik ook spreek, men vindt het bijzonder dat ik een pelgrim ben. Menigeen zegt het eigenlijk ook wel te willen zijn. En dan komt het : even. Het moet en mag niet te lang duren.
In de marge (5) – wijsheid
Wijsheid is, vind ik, gebaseerd op het ‘weten van het hart’. Daarmee doel ik op het centrum van het gevoelsleven. Bij mij ervaar ik dat niet in mijn hoofd, maar als gesitueerd ergens in mijn borst, waar die bloedpomp zit. Ongeveer.
In de marge (4) – kracht
“Kun je het wel aan?” is een veel gestelde vraag, zowel voor vertrek als nu onderweg. Men is bezorgd over mijn fysieke gestel. Alsof ik te veel van mijn krachten zou vragen. Ik maak mij daar geen zorgen over. Mijn ervaring is dat mijn krachten juist toenemen.