Volgens de ene docent is de HBS voor Menno veel te hoog gegrepen en kan hij het niveau totaal niet aan, volgens de ander is hij intelligent genoeg maar is hij gewoon te lui, en volgens weer een ander heeft hij vooral aanpassings- en concentratieproblemen.
autobiografie
Menno – Ophangen
Menno vindt het rigide schoolregime onverdraaglijk. Sommige leraren zijn volgens hem zelfs echte tirannen, zoals ene Verburg, docent biologie. Hij eist aan het begin van het jaar dat iedere leerling een schrift met een hard kaft heeft. Wanneer het Verburg duidelijk is dat Menno er geen bij zich heeft, stuurt hij hem direct naar huis om er een te halen. Menno mag zijn schooltas niet meenemen maar moet hem in de klas achterlaten.
Menno – geen idee
Pa wrijft even over zijn kin, schraapt zijn keel en verkondigt plechtig: “God is door mensen bedacht zodat ze hun ellende een plaats konden geven. Er zit nergens een mannetje met een lange witte baard op een wolk deze wereld te bestieren.”
Menno – monsters
“Als je een monster ziet, een draak of vreselijk gedrocht, dan moet je hem recht tussen de ogen kijken.” Pappa wijst op het punt tussen zijn eigen wenkbrauwen. “Dus niet IN de ogen kijken, dat moet je nooit doen… nee, recht ertussenin. Daar worden monsters erg onzeker van…Blijf vooral kijken en zeg: ‘voor jou ben ik niet bang. Hoe kan iemand voor jou nou bang worden? Je stelt helemaal niets voor. Echt niet…”