Na eerdere miskramen besluiten Menno en Tineke bij een eventuele – met moeite verkregen – nieuwe zwangerschap niemand in te lichten, tot absoluut duidelijk is dat er werkelijk iets te vieren zal zijn. Nu is Tineke bijna zes maanden heen, en alles ziet er goed uit. Ze vinden het een goed idee om de ouders van Menno met Oud en Nieuw – klokslag na twaalven – het heuglijke nieuws over te brengen. Met een glas bubbeltjesdrank in de hand staan ze bij de telefoon. Buiten beginnen de buren vuurwerk af te steken. Menno toetst het nummer van zijn ouders in. Zodra aan de andere kant de hoorn van de haak genomen is, roept hij enthousiast: “gefeliciteerd.” en zonder een reactie af te wachten vervolgt hij: “jullie worden opnieuw opa en oma… Tineke is in verwachting.”
autobiografie
Menno – zen (2)
Menno heeft zich opnieuw opgegeven voor een zevendaagse Zen-sesshin in de abdij Maria Toevlucht in Zundert. Zijn ouders passen op de pubers. Vol goede moed begint hij aan een nieuwe serie van dagenlang lang tienmaal per etmaal een half uur stilzitten. De eerste twee dagen gebeurt er helemaal niets. Hij zit. Dat is het.
Menno – zen (1)
Na een kennismakingsweekend met Zen in het Cisterciënzer klooster in Zundert schrijft Menno zich in voor een sessie van zeven volle dagen in stilte. Hij weet eigenlijk niet eens of hij nu meer Zen wil of zich opnieuw in de sfeer van de abdij wil onderdompelen. Waarschijnlijk is het beide. Het geheel wekt in ieder geval bij hem het in de loop van jaren in slaap gesoesde verlangen naar eenwording. En al neemt broeder Jeroen het woord niet eenmaal in de mond: DIT is Yoga.
Menno – aids
“Gaan deze gordijnen de was in?” Belangstellend kijkt Menno op een verpleegafdeling vanuit de deuropening toe hoe een verpleegster bezig is gordijnen van de rails los te maken. Zo vaak gaan bedgordijnen de was niet in, dus op zich is het al bijzonder, vooral doordat hij vindt dat ze er nog heel schoon uitzien. ‘Nee, ze gaan de verbrandingsoven in’, zegt de verpleegster.
Menno – omdat ik het zeg
Volgens de ene docent is de HBS voor Menno veel te hoog gegrepen en kan hij het niveau totaal niet aan, volgens de ander is hij intelligent genoeg maar is hij gewoon te lui, en volgens weer een ander heeft hij vooral aanpassings- en concentratieproblemen.
Menno – Ophangen
Menno vindt het rigide schoolregime onverdraaglijk. Sommige leraren zijn volgens hem zelfs echte tirannen, zoals ene Verburg, docent biologie. Hij eist aan het begin van het jaar dat iedere leerling een schrift met een hard kaft heeft. Wanneer het Verburg duidelijk is dat Menno er geen bij zich heeft, stuurt hij hem direct naar huis om er een te halen. Menno mag zijn schooltas niet meenemen maar moet hem in de klas achterlaten.
Menno – geen idee
Pa wrijft even over zijn kin, schraapt zijn keel en verkondigt plechtig: “God is door mensen bedacht zodat ze hun ellende een plaats konden geven. Er zit nergens een mannetje met een lange witte baard op een wolk deze wereld te bestieren.”
Menno – monsters
“Als je een monster ziet, een draak of vreselijk gedrocht, dan moet je hem recht tussen de ogen kijken.” Pappa wijst op het punt tussen zijn eigen wenkbrauwen. “Dus niet IN de ogen kijken, dat moet je nooit doen… nee, recht ertussenin. Daar worden monsters erg onzeker van…Blijf vooral kijken en zeg: ‘voor jou ben ik niet bang. Hoe kan iemand voor jou nou bang worden? Je stelt helemaal niets voor. Echt niet…”