Het gemummificeerde lichaam van de in 1927 overleden Russische lama Dashi-Dorzjo Itigilov- de gerespecteerde boeddhistische leider in Rusland vóór en na de bolsjewistische revolutie – heeft zich zondag en maandag in het museum Ulan-Ude in Siberië, waar de resten zich bevinden, verplaatst, zeggen betrokkenen. Boeddhisten en religieuze leiders in Rusland zien daarin een oproep voor vrede in de wereld. De stille omgang van de lama zou te zien zijn op videobeelden van camera’s in het museum.
De overblijfselen van de lama bevinden zich normaal gesproken in een glazen sarcofaag op de tweede verdieping van wat genoemd wordt zijn paleis. Sommige boeddhisten geloven dat de lama, die werd begraven in de lotuspositie, in een soort slaapstand verblijft, zijn lichaam vertoont volgens hen weinig tot geen verval.
Lama Damba Ayusheev, het huidige hoofd van de boeddhistische traditionele sangha, zegt er niet aan te twijfelen dat het lama Dashi-Dorzjo is die zich verplaatst. Sceptici veronderstellen dat de beelden mogelijk een bewaker laten zien.
Geboren in 1852 nam lama Itigilov prominent deel aan het geestelijke leven van het tsaristische Rusland. Zo nam hij deel aan de viering van de driehonderdjarig bestaan van het tsaristische huis Romanov in 1913, en opende de Datsan Gunzechoinei, de eerste boeddhistische tempel in Sint-Petersburg. De beroemde lama stierf in 1927, een jaar nadat boeddhistische monniken gewaarschuwd waren om Rusland te verlaten om niet in handen te vallen van de rode bolsjewieken . Zijn laatste verzoek was te worden begraven in de lotuspositie, waarin hij was gestorven.
Toen zijn stoffelijke resten in 1955 en 1973 werden onderzocht waren monniken verbaasd dat er geen tekenen van verval waren. Al die tijd werd het lichaam van de lama verborgen gehouden voor de Sovjetautoriteiten. In september 2002 werd het lichaam van Itigilov nogmaals opgegraven, nu in het bijzijn van de leiders van de boeddhistische traditionele sangha van Rusland. Ook toen bleek het lichaam in puike staat te zijn. Wetenschappers en pathologen zouden geconstateerd hebben dat het verkeerde ‘ in de toestand van iemand die 36 uur geleden was gestorven’.