Vrijwilligers van de bij de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) aangesloten boeddhistische sangha’s gaan naar verwachting volgend jaar al in penitentiaire inrichtingen gedetineerden bezoeken en/of diensten verlenen, zoals het vervoer van familieleden naar een gevangenis. Zij ondersteunen daarmee het werk van de professionele boeddhistische geestelijke verzorgers die nu al in de inrichtingen werkzaam zijn.
De stichting Duizend Handen, die verantwoordelijk is voor de opleiding en het uitzenden van de vrijwilligers, is onlangs opgericht. Jacco van de Velde en Kim Tsai, die praktiseert in de Nederlandse sangha zen spirit van Irène Bakker, vormen het voorlopig bestuur. Met drie andere aspirant bestuursleden zijn al contacten gelegd.
De stichting opereert namens de Boeddhistische Unie Nederland (BUN), het is de bedoeling dat er een landelijk netwerk ontstaat. Het inzetten van vrijwilligers in de gevangenissen is een idee van Varamitra, het hoofd van de dienst boeddhistische geestelijke verzorging (BGV) en een wens van toenmalig minister van justitie Hirsch Ballin- toen de BGV nog op de tekentafel lag, om bij het boeddhistisch geestelijk werk in de inrichtingen ook vrijwilligers te betrekken.
Acht vrijwilligers hebben zich inmiddels gemeld, vertelt Kim Tsai, met vier ervan is al een intakegesprek gevoerd. Het gaat om een divers gezelschap, maar weinig jongeren hebben zich aangemeld. De leeftijdsgrens ligt op 21 jaar. Kim zegt dat werving en inzetten van de vrijwilligers op een organische- langzame manier gebeurt. Kwaliteit gaat boven kwantiteit en groei. Het werk in de gevangenis door boeddhistische geestelijke verzorgers is al bekend in de sangha’s waaruit de toekomstige vrijwilligers afkomstig zijn. Hoe het contact met gedetineerden en het aanwezig zijn in de gevangenis in de praktijk uitpakt zal moeten blijken. De vrijwilligers worden daarin begeleid door de bgv’ers die nu al in de penitentiaire inrichtingen werkzaam zijn, zegt Kim. De mannen en vrouwen worden ingezet bij het helpen tijdens meditatiebijeenkomsten, het schrijven van brieven en dergelijke, het vervoeren van familieleden naar de inrichtingen en ook als bezoek vrijwilliger.
Eind november vindt een eerste trainingsbijeenkomst plaats, waarbij ook professionele boeddhistische geestelijke verzorgers, en naar verwachting een bewaarder en een ex-gedetineerde bij aanwezig zullen zijn. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om zieltjes te gaan winnen in de gevangenissen.
Kim: ‘Alle kandidaten staan stabiel in het leven, een ervan is een meditatieleraar. Ze bewandelen allemaal hun boeddhistische pad. Hoeveel vrijwilligers uiteindelijk aan de slag gaan, weten we nog niet. De mensen krijgen een goede training zodat ze goed zijn toegerust. Ons doel is te voldoen aan de behoefte, maar niet door een organisatie op te zetten die de behoefte doet groeien. Al beseffen we natuurlijk wel dat als we meer bekend worden die behoefte ook zal toenemen.’
De stichting Duizend Handen –Avalokitesvara- gaat uit van de waardigheid van alle levende wezens, ongeacht achtergrond en levenservaringen. Als stichting wil zij de boeddhistische gemeenschap in Nederland faciliteren door vrijwilligers de mogelijkheid te bieden om vrijwilligerswerk te doen op verschillende plekken in Nederland en voor verschillende doelgroepen. De afgelopen maanden bezocht Kim vijf justitiële inrichtingen om de behoefte te peilen. Na een screening en intake worden de aspirant bezoekvrijwilligers twee dagen opgeleid en getraind in het omgaan met gedetineerden en gaan ze aan de slag in inrichtingen in hun omgeving, zo is de bedoeling. Er worden geen specifieke opleidingseisen gesteld.
Kim Tsai: ‘De vrijwilligers moeten betrouwbaar zijn, zich aan afspraken houden. En een evenwichtig persoon zijn die oog heeft voor de privacy van gedetineerden. Respect tonen is ook belangrijk. Elk mens is waardevol, ongeacht zijn of haar verleden, ervaringen of handelingen. Vrijwilligers zijn open en bereid om morele dilemma’s bespreekbaar te maken. In principe moet een vrijwilliger een keer in de twee weken een bezoek kunnen afleggen. Eventueel kunnen zij meerdere gedetineerden bezoeken. Het is niet de bedoeling dat de vrijwilliger boeddhistisch zendingswerk gaat verrichten. Hij of zij biedt een luisterend oor. Bij problemen wordt er teruggekoppeld naar de coördinator.’
Werving vindt plaats in boeddhistische sangha’s (meditatiegroepen) in diverse plekken in Nederland. Deze sangha’s zijn lid van de BUN. Er wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van de lokale sangha’s van de boeddhistische geestelijk verzorgers die al in de inrichtingen werken, omdat daar volgens Kim Tsai al veel contacten bestaan en er al enige interesse onder sanghaleden is om aan dit project mee te werken. Het idee is om sangha’s op termijn te koppelen aan een gevangenis in hun buurt of regio, waardoor een duurzame relatie kan ontstaan tussen vrijwilligers en gedetineerden. Deze lokale koppeling zal het ook gemakkelijker maken om in de toekomst andere lokale projecten te starten ten behoeve van ex-gedetineerden en hun gezinnen.
Kim Tsai: ‘Wij zetten ons als stichting in voor het welzijn en de zorg voor gedetineerden in Nederland en willen bijdragen aan menswaardige zorg voor alle gedetineerden. Wij ondersteunen onze vrijwilligers vanuit datzelfde mensbeeld. Een positieve bijdrage leveren aan een menswaardig zorgsysteem in penitentiaire inrichtingen door het opzetten en begeleiden van een netwerk van bezoekvrijwilligers. We willen niet over maar met gedetineerden praten. Veel gedetineerden krijgen nauwelijks bezoek van buiten de gevangenis; zij voelen zich afgezonderd van de Nederlandse samenleving – vergeten en alleen.’
Kim Tsai: ‘Het is niet onze bedoeling die gedetineerden naar de mond te praten of te redden, ze zitten er niet voor niks. Dat vereist een bepaalde houding waarin ook de veiligheid voor de vrijwilliger en de omgeving belangrijk is. De vrijwilliger biedt een luisterend oor. Het is niet de bedoeling dat na afloop van het bezoek de gedetineerde helemaal opgefokt is, zich gemanipuleerd voelt. Of het idee heeft dat de vrijwilliger hem of haar heeft willen overtuigen. Het kan ook zijn dat na de tweedaagse training mensen besluiten dat ze dit niet willen, daar ongeschikt voor zijn. Het gaat erom dat je in de gedetineerde de mens ziet, sommigen kunnen dat mogelijk niet opbrengen als het delict te ernstig is. Verder is het belangrijk dat de vrijwilliger betrouwbaar is in het nakomen van afspraken. En niet een uur voor het geplande bezoek afbelt, daar is een bezoekuur veel te belangrijk voor voor de gedetineerde.’
Hoe handelt de vrijwilliger als een gedetineerde hem of haar vertrouwelijke zaken vertelt die mogelijk van invloed kunnen zijn op zijn rechtszaak en straf?
Kim Tsai: ‘Voorop gesteld, vrijwilligers hebben geen verschoningsrecht. Als dat aan de orde is moeten zij de gedetineerde vertellen dat, als zij zouden worden opgeroepen als getuige in een strafzaak, verplicht zijn die zaken te vertellen. Zij moeten de gedetineerde in dat gesprek hun grenzen aangeven.’
Er kunnen ook zaken aan de orde komen die te walgelijk zijn om aan te horen. Wat dan?
Kim Tsai: ‘Dat kan als je het gesprek aangaat. Maar wij zullen aanvragen om bepaalde gedetineerden wel of niet op een lijst te zetten, niet honoreren. We leggen geen voorkeurslijstje aan voor de vrijwilligers. Je mag hopen dat een boeddhist enig inzicht heeft in het bewustzijn, de werking van de geest. Daarin past geen vooringenomenheid, geen vooroordelen. Maar zo’n contact kan best wel heftig zijn.’